Guy Kindermans Guy Kindermans is freelance journalist bij Data News.

‘Cloud computing’ staat bij heel wat lezers ongetwijfeld met stip bovenaan de hype-lijst. Een begrijpelijke reactie, maar ze klopt niet helemaal met de feiten.

Wie het voorbije jaar welk ict-event dan ook heeft bijgewoond in de VS, zal tot zijn verbijstering hebben geconstateerd hoe diep ‘cloud computing’ zich al heeft genesteld in het dagelijkse denken, doen en laten van chief information officers en andere toplui. Voor grote én kleine bedrijven in de VS lijkt ‘cloud’ allang geen kwestie van ‘if’ meer te zijn, maar van ‘when’.

Onvermijdelijk

Onvermijdelijk, zo luidt natuurlijk de boodschap van de cloudleveranciers, maar hetzelfde geluid vingen we op bij de industrieanalisten. Die voorspellen cloud computing unisono een rooskleurige toekomst, op termijn weliswaar. Zo zal cloud computing volgens Gartner een even grote impact hebben als het ‘e-business’-gebeuren. Cloud computing vindt zijn oorsprong in de opkomst van ‘commodity’ technologieën, de virtualisering van architectuur en hun servicegerichte aard, evenals de populariteit van het internet. Gartner ziet het wel nog als een concept in ontwikkeling, dat nog een paar jaartjes nodig heeft voor er van maturiteit kan worden gesproken. Anderzijds plakt Gartner op die cloud services al een wereldwijd omzetcijfer van 56,3 miljard dollar over 2009, wat tegen 2013 tot 150 miljard moet oplopen. Tegen 2012 zou 80 procent van de Fortune 1000 bedrijven al cloud services kopen, en zou 30 procent geld besteden aan cloud computing infrastructuur.

Ook IDC voorspelt behoorlijk wat cloudomzet, maar beperkt zich tot een meer bescheiden 42 miljard dollar tegen 2012. De uitgaven voor cloud computing zullen wel snel groeien, met in 2012 al 25 procent van de uitgavengroei voor rekening van cloud, en 30 procent in het daarop volgende jaar. IDC ziet tevens een versterkte belangstelling voor cloud computing als gevolg van de economische crisis. Volgens IDC bevindt cloud computing zich overigens in het stadium van ‘crossing the chasm’, het ogenblik waarop de pragmatici de kloof met de early adopters overbruggen.

Kortom, de analisten klinken over het algemeen nog euforischer over de cloud, dan een boer over de eerste regenwolken na een lange droogte…

Wat is de ‘cloud’?

Inmiddels blijft de onwetendheid over cloud computing bij potentiële gebruikers groot. Er bestaat immers niet zoiets als ‘dé cloud’ of ‘dé wolk’. In wezen is het veeleer een model, een aanpak, een filosofie die de bedrijfs- en ict-noden vlotter probeert in te vullen. Een konijn-uit-de-hoed oplossing is het zeker niet. Hoewel een aantal elementen in de wolk zoals servers gestandaardiseerd zijn, zal elk bedrijf in een dynamisch en nooit eindigend proces de eigen mix van clouddiensten en elementen moeten uitdokteren en blijven aanpassen. Kortom, voor elk bedrijf zal de invulling anders zijn, ook doorheen de tijd. Interessant is overigens dat professor Ramnath K. Chellappa, die als eerste de term ‘cloud computing’ hanteerde, dit definieerde als een ‘computerparadigma waar de grenzen van het verwerkingsgebeuren veeleer worden bepaald door een economische grondslag dan door technische limieten’.

Een meer recente, zij het ietwat omstredenomschrijving biedt ‘The Open Cloud Manifesto’, zoals gepubliceerd op www.opencloudmanifesto.org. Wat en waarom, doelstellingen en uitdagingen, evenals een zestal principes worden in dit manifesto aangesneden. Het wordt evenwel niet onderschreven door bedrijven als Amazon, Google, Microsoft en Sales-force.com. IDC polste overigens begin dit jaar bij een rist cio’s in het verre oosten wat hun opinie over cloud computing was.

Concreet

In de markt onderscheiden zich een aantal verschillende vormen van ‘cloud’, in stijgende lijn van complexiteit zijn dat ‘infrastructure as a service’ (IaaS), ‘platform as a service’ (PaaS) en ‘software as a service’ (SaaS).

IaaS is een infrastructuuraanbod waarop klanten – al dan niet op virtuele systemen – hun toepassing(en) kunnen uitbesteden, bijvoorbeeld als er nood is aan bijkomend verwerkingsvermogen. Een voorbeeld is Amazon’s Elastic Compute Cloud (EC2).

PaaS biedt naast de infrastructuurelementen een platform waarop een klant onder meer toepassingen kan creëren en draaien. Voorbeelden hiervan zijn Google App Engine en Force.com (van Salesforce.com).

In het geval van SaaS maken klanten gewoonweg gebruik van het softwareaanbod van derden, al dan niet nog aangepast aan de specifieke behoeften van de klant. Een klassiek voorbeeld hiervan is de crm-software van Salesforce.com.

Kenmerken die als een rode draad doorheen de meeste ‘wolken’ lopen zijn het bedienen van de klant door middel van ‘services’; de mogelijkheid om het verwerkingsvermogen voor elke klant dynamisch te verhogen of in te krimpen; een facturatie op basis van het reële verbruik; een infrastructuur die probleemloos ‘enterprise’-klanten kan bedienen en een zelfde infrastructuur die door verscheidene klanten wordt gedeeld.

Bedrijven kunnen hun ict-middelen samenbrengen in een eigen interne wolk (internal cloud, private cloud), een beroep doen op een wolk van derden (public cloud) of een mengvorm (hybrid cloud).

IDC defineert voorts nog ‘cloud services’ als de producten, diensten en oplossingen voor bedrijven (en consumenten) die in reële tijd over het internet worden geleverd. ‘Cloud computing’ is dan weer een ontluikend ontwikkelings- en implementatiemodel, dat het leveren in reële tijd van producten, diensten en oplossingen over het internet mogelijk maakt. Kenmerken van ‘cloud services’ zijn (volgens IDC) onder meer een toegankelijkheid over het internet; een minimale nood aan ict-expertise om die diensten in een bedrijf in te voeren; makkelijke gebruikersinterfaces om in schier reële tijd dergelijke diensten aan te vragen (met onmiddellijke levering) en een implementatie op een gedeelde infrastructuur.

Bij dat laatste moeten klanten ook beseffen dat het hier niet alleen een gedeeld verwerkingsvermogen bereft, maar tevens een gedeeld gebruik van opslagsystemen, connectiviteitsvoorzieningen en dies meer. Cloudleveranciers laten er echter geen twijfel over bestaan dat ook bedrijfskritieke toepassingen hun plaats in de cloud hebben, dank zij robuuste infrastructuren en strikte overeenkomsten. Voordelen als een toegang op afstand voor de eindgebruiker, eender waar, vanaf eender welk toestel – en bedrijven als Sybase brengen producten zodat ook vanaf smartphones kan worden gewerkt – gekoppeld aan een schier oneindige rekbaarheid – elasticiteit, alias ‘elasticty’, een cruciaal begrip in de ‘wolk’ – van het verwerkingsvermogen, hebben evenwel ook een keerzijde. Het blijft dus de verantwoordelijkheid van de klant om na te gaan of een leverancier zijn claims zal kunnen hard maken. Dat betekent dat hij een kijk moet hebben niet alleen op de algemene infrastructuur van de provider maar ook op de tussenliggende connectiviteitsinfrastructuur.

Waarom een wolk

Voor heel wat klanten vormen lagere kosten door een efficiënter gebruik van eigen ict-systemen of de schaalvoordelen van grote leveranciers de eerste reden om ‘cloud computing’ te overwegen. Inclusief besparingen op eigen systeembeheerpersoneel. Voorts speelt de elasticiteit van het verwerkingsvermogen een belangrijke rol. Door niet zelf in bijkomende systemen – voor het opvangen van piekbelastingen – te moeten investeren bespaar je op kapitaalinvesteringen (minder ca-pex), terwijl het gebruik van een ‘cloud’ een werkingskost wordt (opex). Voorts worden sla’s, responstijden etc een klus voor de leverancier (dank zij loadbalancing, het inzetten van bijkomende systemen etc) en hoeft de klant zich daar geen zorgen over te maken. Dat geldt ook voor de beschikbaarheid van de diensten (o.a. door failover voorzieningen), terwijl het uitrollen van nieuwe toepassingen bij de klanten heel wat sneller zou moeten gaan.

En aangezien cloud dienstenleveranciers ook graag uitpakken met hun ‘groene’ datacenters, zijn cloud services voor een bedrijf allicht ook de makkelijkste manier om zich een wat groener imago aan te meten.

Hoe moet het verder?

Als klanten willen dat hun bedrijfskritieke toepassingen vlekkeloos draaien in de wolk, moeten de producten en technologieën waarmee de wolk wordt gebouwd ook van ‘enterprise’ kaliber zijn. Bedrijven als IBM, Oracle, maar ook Novell (Suse) en Red Hat werken hieraan. De laatste twee zijn geen verrassing gezien het vaak bijzonder hoge gehalte aan open source in de cloudtechnologieën. Zo heeft Novell een complete stack voor gebruik in de cloud ontwikkeld en biedt ook Red Hat totaaloplossingen.

Zoals gezegd ontslaan de garanties van de cloudleveranciers de klanten niet van de verantwoordelijkheid de sla’s en andere controlemiddelen grondig op te volgen. Of bijvoorbeeld maatregelen te nemen om een verlies van data (bijvoorbeeld door een volledige kopie van de bedrijfsdata in het eigen bedrijf te houden of bij een neutrale derde partij) te voorkomen bij eventuele strubbelingen tussen klant en leverancier. Ook moeten klanten zich hoeden voor een lock-in (bijvoorbeeld door toepassingen aan specifieke stacks of platformen te koppelen), wat de mogelijkheid tot verhuis naar een andere leverancier kan bemoeilijken. Daarnaast moet werk worden gemaakt van de interoperabiliteit tussen wolken. Daarbij zal het allicht niet makkelijk zijn om het eens te worden over de nodige metadata voor zo’n onderlinge samenwerking. Wel wordt gewerkt aan initiatieven om de samenwerking tussen klanten en leveranciers makkelijker te maken. Waarnemers denken hierbij ook aan de opkomst van ‘cloud aggregators’ en ‘service brokers’. Een ‘aggregator’ zou dan naar analogie met de internettoegangspunten van service providers de toegang tot verschillende publieke wolken mogelijk maken. Hierin zouden de telco’s een rol kunnen spelen, omdat ze over een netwerkinfrastructuur beschikken, evenals de expertise inzake facturatie, monitoring en audits.

Het is overduidelijk dat cloud computing nog geen volledig uitgerijpt concept is, zoals Gartner al stelde, maar het is tegelijk al heel wat meer en heel wat concreter is dan pure hype. Wie daarvan niet overtuigd is, raden we een reisje naar de VS aan.

Guy Kindermans

Het blijft de verantwoordelijkheid van de klant om na te gaan of een leverancier zijn claims zal kunnen hard maken.

Klanten moeten zich hoeden voor een lock-in wat de mogelijkheid tot verhuis naar een andere leverancier kan bemoeilijken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content