Softwareontwikkelaars, systeemanalisten, netwerkbeheerders: het blijven witte raven op de Belgische arbeidsmarkt. Offshoring kan soelaas bieden, maar de Groep Colruyt gaat nog een stapje verder.

Dat de Groep Colruyt in het Indiase Hyderabad een eigen it-filiaal zou oprichten, sloeg bij de vakbonden in als een bom. Zij vreesden dat er heel wat banen zouden verhuizen, maar die ongerustheid bleek onterecht.

“Ook in België werven we nog volop informatici aan”, benadrukt ict sourcing manager Norbert Segers. “Al sinds de jaren ’70 investeren we in een eigen informaticaplatform om bevoorrading en verkoop te ondersteunen. Het zou al te gek zijn om het risico te lopen die expertise kwijt te spelen. Maar het is een feit dat we in België hemel en aarde moeten bewegen om nog ict’ers te vinden. Daarom zijn we op zoek naar alternatieve oplossingen, ondermeer op de Indiase markt.

Hyderabad

In 2004 begon Colruyt met een eerste uitbestedingproject bij Tata Consulting Services. In het voorjaar van 2007 werd dan een eigen afdeling opgezet in Hyderabad. “Bij Colruyt hebben we nog steeds de drang om zo veel mogelijk in eigen beheer te doen. Na enkele projecten bij Tata en NIIT vroegen we ons dan ook af of we zelf niets gelijkaardigs konden doen. Met het gekende gevolg.” Een afdeling opstarten in India heeft volgens Segers een enorme impact op een organisatie. “Een dergelijk veranderingstraject kan je niet zo maar van de ene dag op de andere succesvol doorvoeren. Aanvankelijk bleef de productiviteit en de efficiëntie van ons departement in Hyderabad zelfs een beetje onder de verwachtingen. We moeten daar realistisch in zijn. Je kan niet verwachten dat je op anderhalf jaar tijd dezelfde expertise opbouwt als een gigant zoals Tata. Maar we weten perfect waar we met onze entiteit in India naartoe willen.” In België werken er momenteel ruim 550 contractuele informatici voor de Groep Colruyt. In onderaanneming zijn er nog eens 230 mensen bij Tata en NIIT aan de slag. De afdeling in Hyderabad tenslotte, telt ongeveer 100 werknemers. De Indiërs nemen vooral applicatieontwikkeling voor hun rekening, hoewel er van in het begin ook rond infrastructuur gewerkt wordt. “Naast softwareontwikkelaars, zijn er nu ook systeemingenieurs aan de slag in Hyderabad. Het gaat dus al verder dan zuivere applicatieontwikkeling. De toegenomen bandbreedte van de netwerken laat nu ook al meer toe dan een tijdje geleden.”

Flexibiliteit

Net zoals de Groep Colruyt heeft ook KBC met dochteronderneming Value Source een eigen afdeling in India. Tegenstanders wijzen bij dit model op een gebrek aan flexibiliteit. Wat als Indonesië, de Filippijnen of Vietnam binnenkort interessantere (lees: goedkopere) offshorelanden worden?

“India heeft een paar decennia geleden beslist om zwaar te investeren in it, onder meer door een hele hoop nieuwe scholen en universiteiten te bouwen”, legt Segers uit. “Bovendien spreekt zowat iedereen Engels. Als je kijkt naar de ondersteuning die er is voor it, naar de grote aantallen goed opgeleide mensen, en naar de kennis die er aanwezig is, zie ik weinig kandidaten die India kunnen bijbenen in de komende jaren.”

“Daarnaast geloof ik niet in flexibele modellen waarbij je, wanneer het ergens anders 20 procent goedkoper wordt, plots gaat verkassen. Een hoge productiviteit en een goede kwaliteit krijg je enkel als je je werknemers op een degelijke manier begeleidt. Daar zijn meerdere jaren voor nodig. En Colruyt investeert graag in zijn mensen. Dat geldt voor elke entiteit, dus ook die in Hyderabad.” Ict-activiteiten in ons land zijn vooral serviceactiviteiten. Veronderstellen die dan geen zekere nabijheid van de klant en van de dienstverlener? “Het klopt dat het wel eens fout loopt wanneer je in een Indische organisatie je eigen werkprocessen en gewoontes onvoldoende introduceert. Want je werkt tenslotte met verschillende culturen en in verschillende talen. Daarom ook dat 20 procent van de mensen in onderaanneming bij Tata en NIIT hier in België bij ons werkt. Je moet een gezonde on site/off site ratio hebben om bruggen te kunnen slaan tussen België en India.” “Voor onze afdeling in Hyderabad geldt dan weer het omgekeerde. Daar introduceren we in feite de Belgische gewoonten, en de bedrijfscultuur van Colruyt.” Nog volgens Segers zal het nog wel even duren voor de offshore-activiteiten van Colruyt echt rendabel worden, “maar wanneer alles op poten staat, en je op een vlotte manier kan samenwerken, kan het ook financieel interessant zijn. Of wij ook met Colruyt India diensten aanbieden aan derden? Neen, dat is niet meteen de bedoeling. We hebben onze handen vandaag al vol genoeg.”

Frederik Tibau