Stefan Grommen Stefan Grommen est rédacteur de Data News.

Geen daling van het ict-budget bij Total Petrochemicals, onder meer dankzij een enorm migratieproject. “Soms is het goed om tegen de curve in te investeren.”

Dat de wereldwijde ict-verantwoordelijke bij Total Petrochemicals – Jean-Luc Layon – én de it-manager voor de regio Europa (zonder Frankrijk en Spanje) – Marc Persoons – allebei Belg zijn, hoeft geen toeval te heten. Hoewel de hoofdzetel van de Total-groep in Parijs ligt, is die van de wereldwijde petrochemische tak van de groep in hartje Brussel gevestigd. En zo ook het ict-zenuwcentrum. Maar van een te lokale stempel op de ict-organisatie is geen sprake, wel integendeel. “We proberen zo veel mogelijk globaal te denken en te organiseren”, zegt Jean-Luc Layon. “Onze utopie is een ‘one fits all’-oplossing. Als er een businessnood is in één fabriek, in één land, proberen wij dezelfde oplossing in zoveel mogelijk verschillende omgevingen te gebruiken. Ik zeg ‘utopie’ omdat dat wel ons doel is, maar dat nooit werkelijkheid kan worden.”

Hoe ziet jullie ict-infrastructuur er dan uit?

Jean-Luc Layon: “We zijn erg erp-gericht. We werken al 20 jaar met SAP. Dat platform draait hier in onze dubbele datacenters in Brussel, op IBM-systemen (Unix) en is echt kritiek voor onze business. Onze infrastructuur wordt de klok rond gevolgd, met een follow the sun’-organisatie. We hebben ploegen in Feluy, Houston en Singapore die dag en nacht paraat staan.

Marc Persoons: Dat heeft ook te maken met het feit dat onze gebruikers over de hele wereldbol verspreid zitten. Voor we SAP in Azië geïmplementeerd hebben, hadden we nog altijd enkele ‘vrije’ uren per nacht en ook de weekends. Maar nu moet die dienstverlening er dus altijd zijn.

Een uitval kan gebeuren, maar hoe cruciaal zou dat zijn voor jullie business?

Layon: 80 procent van onze medewerkers is op een of andere manier een erp-gebruiker. Dat betekent dat niet alleen de ‘white collars’, maar ook de ‘blue collars’, de mensen in de fabrieken, volop met onze systemen werken: voor aankoop, onderhoud, … Dat kan heel eenvoudig zijn, maar het blijft kritiek.

Persoons: Als SAP onderuit gaat, zijn de gevolgen op zéér korte termijn – ik spreek dan van uren – voelbaar. Dat kan gaan van het vinden van wisselstukken in het magazijn van een fabriek tot het leveren aan klanten. Vandaar ook die redundante datacenters, zodat we maximale beschikbaarheid kunnen bieden.

Layon: Er bestaat geen ‘klein incident’ op ons erp-platform. Vandaar dat bijvoorbeeld opensource-oplossingen misschien nog niet matuur genoeg zijn voor onze vereisten.

Geen open source, dat is een bewuste politiek bij Total?

Persoons: Ja, maar we houden de ontwikkelingen op de markt in de gaten en trachten te ontdekken waar voor ons de meerwaarde zit.

Layon: Maar technologisch is het zeker geen prioriteit. Technologie is een middel om onze diensten aan het bedrijf te leveren. Maar informatica is uiteindelijk niet de core business van Total Petrochemicals, dat zijn olie en plastics. We zijn dus als technologieafdeling een ‘business enabler’. We leveren tools en oplossingen voor de business. Dàt is de waarde van technologie. We hebben regelmatig contact met alle groten van de markt. Wij observeren wat ze doen, maar we lopen niet de recentste versie van de nieuwste software na. Zo werken we hier niet.

Wordt ict bij Total ook gebruikt als innovatie?

Layon: Zeker, we gebruiken bijvoorbeeld rfid voor de tracking van treinwagons in Frankrijk. We zijn daarmee in het voorjaar van 2008 begonnen. We hebben veel wagons die tussen Carling en Gonfreville producten vervoeren, dus van bij de Duitse grens tot aan de zee. Er is geen pijplijn tussen beide, er moet dus heel wat heen en weer gereden worden. Rifd zorgt voor grotere automatisering en dus voor productiviteitsverbetering en voor grotere veiligheid. Er kunnen nu veel meer wagons tussen beide fabrieken rijden dan in het verleden. De verhoging van het volume kon gebeuren zonder een verhoging van de werkkrachten.

Big Bang

Zitten er nog belangrijke projecten aan te komen?

Layon: We stappen eind dit jaar over naar nieuwe werkstations met een nieuw platform. We gaan van HP naar Dell en van Windows 2000 naar Windows Vista. We zijn dus nooit naar XP overgestapt. We vonden destijds in XP niks dat echt een voordeel leek voor onze gebruikers, in Vista wel. We zitten bovendien op het einde van de levenscyclus van Windows 2000. Dat migratieproject is bijna uit de engineeringfase. Het zal bij de gebruikers geïmplementeerd worden in het laatste kwartaal van dit jaar.

Windows 7 komt er ook aan, waarom niet ineens naar dat platform overstappen?

Layon: Er is altijd iets nieuws. Als je daar rekening moet mee houden, koop je nooit.

Persoons: Er zitten ook gewoon heel wat engineeringinspanningen in het project. Dat veeg je niet van vandaag op morgen van tafel voor een product dat pas beschikbaar wordt als de support voor Windows 2000 stopt. Dat zou betekenen dat we een stuk van onze investeringen gewoon vergeten. En dat we een risico creëren. Want als Microsoft niet op tijd is met Windows 7, zitten we in de rats.

Layon: Of je moet met de eerste versie werken die altijd een beetje problematisch kan zijn.

Klinkt als een enorm project…

Persoons: Het ìs een megaproject.

Layon: We vervangen trouwens ook alle serverinfrastructuur. Dat blijft IBM. En noem het gerust een ‘big bang’, meer dan een evolutie. Op het niveau van de groep gaat het over 70.000 gebruikers. Dat is dus niet niks. Die overstap zal ons in de toekomst trouwens ook de mogelijkheid geven om voice-over-ip (voip) te gebruiken, op basis van Cisco-technologie. Dat is wel niet onze eerste prioriteit. Traditionele telefonie is goed zolang die werkt. Maar op een dag stappen wij ook over naar voip. Dat zal wel meer tijd in beslag nemen. De migratie van de werkstations is iets voor binnen een paar maanden, de migratie van de telefonie is iets voor binnen een paar jaren.

Stijgt het budget voor ict dan?

Layon: Met de big bang voor de werkstations en dan nog een project voor de evolutie van onze SAP-versie, groeit ons budget inderdaad.

Dat hoor je tegenwoordig niet zo vaak meer.

Layon: Nee, maar soms is het goed om tegen de curve in te investeren. Ik zeg altijd: de duurste ict is ict die slecht draait. We kunnen nog altijd rekenen op het vertrouwen van het management en onze projecten zullen doorgaan zoals gepland. Ook in de huidige crisistijd.

Persoons: Als er niet meer geïnvesteerd wordt, bestaat het risico dat de kwaliteit, de beschikbaarheid, de betrouwbaarheid achteruit gaan. En dat is, zoals gezegd, essentieel voor ons.

Layon: Bovendien hebben wij tijdens de goede jaren ons budget ook niet verdubbeld. We zijn altijd erg kostenbewust geweest. We hanteren die houding zowel in goede als in slechte tijden.

Voelen jullie op andere vlakken wel iets van de crisis?

Layon: De markt is de voorbije maanden veranderd. Tot midden 2008 was het echt moeilijk om mensen te vinden. Onze politiek is om starters aan te werven of mensen met een paar jaar ervaring. Dus zelden mensen met 20 jaar ervaring in een specifieke technologie. Sinds november-december zien we plots veel meer spontane sollicitaties. De crisis heeft ook een impact op de contractors. De beschikbaarheid is veel hoger en de prijzen zijn lager.

Total Attitude

Hoe zien jullie ict binnen Total Petrochemicals evolueren?

Layon: Die ‘Big Bang’ is een project op korte termijn. Op langere termijn is de grote uitdaging om de evolutie van de business te kunnen volgen. We hebben bijvoorbeeld een overeenkomst gesloten in Algerije, een samenwerking met Sonatrach, de nationale olie- en gasmaatschappij. We zouden op ict-vlak graag willen samenwerken. We hebben Qatar net achter de rug. Dat was onze eerste ervaring in het Midden-Oosten: een andere omgeving met een nieuwe complexiteit. We hebben mensen die daar weken geweest zijn om zeker te zijn dat oplossingen die wij daar leverden, beantwoordden aan de noden van de mensen.

Ten tweede is het zaak om de concurrentiepositie van Total Petrochemicals te behouden en zo mogelijk te versterken op de mature markten: Europa en Verenigde Staten. Groei valt op die markten niet meer te rapen. Dat betekent dat de concurrentie er hoger ligt. Alles wat we daar kunnen doen om onze concurrentiepositie te versterken, is welkom.

Daar gaat het, neem ik aan, om efficiëntieverhoging en kostenbesparing?

Layon: Toch ook om innovatieve oplossingen: een beter crm-systeem dan de concurrentie, rfid-opvolging van de logistiek… Dat kan ons helpen om de concurrentie af te troeven. We zullen wel nooit een revolutie lanceren. We moeten ook een beetje bescheiden zijn: de business helpen en ondersteunen.

Persoons: De directeur-generaal van Total heeft niet toevallig de ‘Total Attitude’ gelanceerd. Die draait rond de begrippen ‘l’Ecoute, l’Audace, la Solidarité et la Transversalité’: Luisterbereidheid, Durf, maar wel zonder onnodige risico’s, Solidariteit met onze klanten, maar ook intern, tussen de verschillende departementen, en tenslotte Transversaliteit, het samenwerken van de verschillende geledingen binnen een bedrijf. Gaat ons dat direct concurrentieel voordeel opleveren? Nee. Maar het is wel de basis waarop we kunnen verder bouwen, die ons kan helpen om beter samen te werken.

Layon: En in een complexe omgeving als de onze, is dat misschien nog belangrijker.

Stefan Grommen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content