Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

Met meer dan drie keer zo veel mobiele bellers als internetgebruikers, is het voor iedereen duidelijk dat het ‘mobile web’ een mooie toekomst wacht. Google tracht te anticiperen met Android, een opensourceplatform voor mobieltjes gebaseerd op Linux. “Het grote probleem bij mobiel internet is de software.”

In theorie klinkt het erg goed, een totaalomgeving waar eender welke ontwikkelaar naar hartenlust gebruik van kan maken, onafhankelijk van de bouwer van het mobieltje of de eigenaar van het gsm-netwerk. Toch is het vandaag nog koffiedik kijken of Google met Android de concurrentie zal aankunnen met concurrerende besturingssystemen als Windows Mobile, Symbian en natuurlijk dat van de iPhone.

Toen product marketing director Marc Vanlerberghe de mobiele strategie van Google uit de doeken kwam doen op het recente ‘Web Goes Mobile’-congres, was de belangstelling alvast erg groot. Met name omdat op dit eigenste ogenblik de eerste Android-toestellen in de markt gezet worden (begin volgend jaar ook in ons land), en steeds meer belangrijke ict-spelers zich achter de ‘Open Handset Alliance’ scharen (zie kaderstukje).

In een gesprek met Data News gaat de Belg dieper in op de An-droid-strategie van Google. Aftrappen doet hij met een pleidooi voor het behoud van het ‘open internet’. “Google zou niet bestaan zonder een open internet”, klinkt het. “Idem dito voor Amazon.com of voor eBay. Probleem is dat de mobieltjes die momenteel te koop worden aangeboden, de belofte van het open net verbreken.”

Vanlerberghe doelt op het feit dat ook Symbian en Windows Mobile relatief gesloten omgevingen blijven, om over de iPhone nog maar te zwijgen. “Het gevolg is dat de software op de toestelletjes ver achterblijft. Telefoons zijn redelijk krachtige computers, en ook de netwerken zijn intussen van goede kwaliteit. Maar van de browsers op mobieltjes ga je huilen. De huidige besturingssystemen komen nog niet tot aan de enkels van de besturingssystemen op desktops. Dat is geen reclame voor het mobiele internet. Enkel een volledig open omgeving kan de innovatie aanzwengelen en het tij keren.”

Drie grote principes

Enter Android, het eerste volwaardige opensourceplatform voor mobiele telefoons dat het ‘softwareprobleem’ bij gsm’s van antwoord moet dienen. Het besturingssysteem bevat een krachtige webbrowser, en drijft in de eerste plaats op de creativiteit van externe ontwikkelaars.

“Android volgt drie grote principes”, zegt Vanlerberghe. “In de eerste plaats zijn alle applicaties gelijk voor de wet. Als een ontwikkelaar een leuke sms-toepassing wil bouwen, dan moet hij dat kunnen. En wanneer je als gebruiker die applicatie liever niet op je toestel hebt, moet je ze er onmiddellijk kunnen afhalen.”

“Een tweede principe is dat alle applicaties met elkaar moeten kunnen praten. Neem nu Google Maps. Als je als ontwikkelaar een ‘maps-gebaseerde’ toepassing wil bouwen, hoef je niet helemaal van nul te beginnen, maar kan je rustig verder bouwen op wat er al voorhanden is. Externe softwarebedrijfjes kunnen dus echt focussen op wat belangrijk is voor hen, en naar believen mengen met andere applicaties. Zo krijg je mash-ups van verschillende diensten, waardoor weer hele nieuwe en unieke combinaties ontstaan.” Een derde eigenschap van An-droid is dat applicaties te allen tijde op de achtergrond moeten kunnen draaien. “Op dat vlak schiet de iPhone nog te kort”, weet Vanlerberghe. “Voor instant messaging is het hebbeding van Apple bijvoorbeeld waardeloos. Je kan op je iPhone geen IM-toepassing draaien terwijl je iets anders aan het doen bent. Met Android kan dat wel.”

Op welke manier gaat Android de markt betreden? Wat is het commerciële model achter het besturingssysteem?

Marc Vanlerberghe: Een commercieel model is er niet, Android is volledig gratis voor iedereen. Het management gaat ervan uit dat het platform voor meer innovatie zal zorgen, wat het gebruik van mobiel internet een flinke duw in de rug kan geven. Het gevolg is dat er vaker gesurft gaat worden, wat op zijn beurt meer zoekopdrachten genereert voor Google.

In onze ‘go to market’-strategie komen de ontwikkelaars op het voorplan. We hebben een Android-marktplaats gecreëerd op het internet waar de gebruikers alle applicaties kunnen downloaden naar hun mobieltje. Ofwel zijn de applicaties volledig gratis, ofwel betaal je er voor aan de ontwikkelaar. Google controleert niet zelf, maar de gebruikers kunnen wel een beoordeling plaatsen. Goede toepassingen verkopen zichzelf, slechte worden meteen afgestraft door de community.

Dus wanneer externe partijen geld vragen voor hun Android-applicatie, gaat Google niet met een deel van de opbrengsten aan de haal?

Marc Vanlerberghe: Zeker niet. Maar de mobiele operator zal misschien wél een deel van de opbrengsten willen binnenhalen. Wat dat betreft zullen er duidelijke afspraken moeten gemaakt worden tussen de ontwikkelaars en de operatoren.

Hoe kan je eigenlijk garanderen aan ontwikkelaars dat hun An-droid-toepassing zal werken op alle adaptaties van het besturingssysteem? Als iedereen naar hartenlust kan knippen en plakken, wordt dat geen evidente zaak.

Marc Vanlerberghe: Het grote risico bij opensourceplatformen is fragmentatie, dat is juist. Alle original equipment manufacturers (OEM’s) kunnen deeltjes van de Android-code gebruiken en er iets helemaal nieuws van maken. In die zin zal het besturingssysteem ook uiteenvallen in duizenden van elkaar verschillende Androids.

Eén van de redenen waarom we de Android-markt gecreëerd hebben, is om alle Android-initiatieven samen te kunnen brengen en duidelijk te groeperen. Voordat een OEM een telefoon in de markt kan zetten als een echte Android-phone, moet zijn toestel voldoen aan enkele basisvereisten. Compatibiliteit met onze software development kit (SDK) is het allerbelangrijkste. Maar de applicatie of de telefoon moet ook compatibel zijn met de andere toepassingen op de Android-markt. Wanneer een ontwikkelaar niet wil dat zijn besturingssysteem volledig An-droid-gebaseerd is, kan hij een aangepaste versie maken die dan niet onder de Android-noemer verkocht wordt. In dat geval zal het toestel of zijn toepassing dus niet compatibel zijn, maar dat is dan de keuze van de producent. Toch lijkt het me logisch om als ontwikkelaar de standaard SDK te volgen, al was het maar omdat er op die manier verder kan gebouwd worden op je geesteskind.

Hoe komt het eigenlijk dat er een jaar na de aankondiging nog maar zo weinig producenten zijn die An-droid-phones op de markt brengen?

Marc Vanlerberghe: Een jaar geleden hebben we Android aangekondigd als een concept. We hebben toen ook gezegd dat het nog wachten zou zijn tot eind 2008 voor de eerste telefoons. Intussen zijn de eerste toestellen gelanceerd, en hebben we Android opengesteld voor het grote publiek. Na één maand kan je natuurlijk nog niet verwachten dat de markt overspoeld wordt met telefoons en applicaties. Geef het wat tijd, het is nog te vroeg. Anderzijds is het nu al duidelijk dat heel wat spelers onze visie delen. Dat blijkt uit het succes van de ‘Open Handset Alliance’, een organisatie die we zelf opgericht hebben en die de Android-principes onderschrijft. Sommige hardwarebedrijven – en het zijn niet de minste – bouwen speciale chips voor Android-telefoons. Andere ondernemingen, zoals Telefonica en T-Mobile, zijn erop gebrand om Android-telefoons te verkopen, en ook Motorola zet hoog in op het platform.

Frederik Tibau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content