De Brusselse raadkamer heeft vorige week in de ‘Electragate’-zaak beslist tot opschorting, waardoor de rechtbank de feiten bewezen acht maar geen straf uitspreekt. Het is opmerkelijk dat deze uitspraak werd gedaan door een onderzoeksgerecht, want strikt gezien is dit slechts mogelijk wanneer de rechter meent dat de openbaarheid van de debatten de declassering van de verdachte kan veroorzaken of zijn reclassering in gevaar kan brengen. De feiten dateren van 2004, toen drie informatici het netwerk van Electrabel kraakten en keyloggers installeerden met de hulp van Jean-Pierre Hansen, de toenmalige voorzitter en huidige ceo van Electrabel. Na de ontdekking van de feiten heeft hij publiekelijk bekend. Door de niet-openbare procedure voor de raadkamer is het onduidelijk welke feiten aan Hansen en de medeverdachten (waaronder Patrick Ouar, ex-secretaris-generaal van Suez) precies werden tenlaste gelegd, maar naar verluidt zou het parket de aantijgingen beperkt hebben tot hacking en afluistering. Evenmin is de reden van de opschorting duidelijk: volgens sommigen zou de persaandacht al genoeg straf hebben opgeleverd, volgens anderen zou ook de overname van Electrabel door Suez meespelen. Hansen heeft hoe dan ook steeds volgehouden dat hij geen kwade bedoelingen had, maar alleen de netwerkbeveiliging wilde controleren. Vanuit juridisch oogpunt valt het te betreuren dat de zaak niet voor de correctionele rechtbank komt. De Belgische anti-hacking wetgeving dateert van 2000 en katapulteerde het ict-strafrecht naar het nieuwe millennium. Vóór deze wet moest hacking nog worden bestraft op basis van archaïsche concepten zoals “diefstal van elektriciteit”. Het aantal gevallen waarin deze wetgeving tot berechting heeft geleid blijft erg laag, ondanks inspanningen van o.m. de Federal Computer Crime Unit. Jammer, want hoewel de wetgeving niet onduidelijk is, blijft rechtspraak nodig om praktische invulling en bekendheid te geven aan de regel. Tal van informatici weten b.v. niet dat de loutere toegang tot een it-systeem waar men geen toegangsbevoegdheid toe heeft (externe hacking), volstaat om strafbaar te zijn. Dat men zonder kwade bedoelingen was, of zelfs zwakheden in een netwerk wou bewijzen, is geen argument om straffeloos te blijven. De beweerde goede bedoelingen van Hansen zouden dus niet hebben verhinderd dat hij en de andere verdachten – in de hypothese dat ze voor externe hacking werden vervolgd – konden worden bestraft.

Kristof De Vulder – Kristof De Vulder is advocaat-vennoot bij DLA Piper UK LLP.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content