Marc Husquinet Marc Husquinet is redacteur van Data News.

Als chief information officer van Solvay vindt Stefan Vanhelleputte dat de rol van de it-afdeling erin bestaat de business zo performant mogelijk te maken en het it-proces op zich te ondersteunen. Kortom, het is tijd om “de it” achter ons te laten en in handen te geven van de gebruikers. Vooral “omdat we geen innovatie zien binnen de bedrijfsinformatica”.

U werkt sinds ’87 bij Solvay en reeds meer dan 10 jaar als cio. Welke rol speelt de it in uw organisatie?

STEFAN VANHELLEPUTTE: Solvay is een industrieel bedrijf, met een informatica-afdeling enerzijds opgebouwd rond het erp-pakket van SAP, geïnstalleerd vanaf eind jaren ’80, en anderzijds rond samenwerkingstools, naast uiteraard de klassieke systemen van scm, crm, bi, performance monitoring en verbindingen met onze partners via gespecialiseerde platforms. Kortom, een vrij klassieke informatica-architectuur in een industriële omgeving, ook al verwachten wij niet dat technologie ‘rijp’ moet zijn vooraleer ze mag worden geïnstalleerd.

Ongeveer 5 jaar geleden werkten wij een strategisch plan uit om te anticiperen op de evolutie van de maatschappij, zowel qua technologieën als qua invulling van het beroep op zich. Om bij te dragen tot de performantie van de business structureerden wij bijvoorbeeld het beheer van de klantenvragen door de functie in het leven te roepen van “business relationship manager”, iemand die doorgaans fungeert als gesprekspartner met de it-afdeling. Daarnaast staat een architectuurcel en een technologische waakcel in voor de evolutieaspecten van de standaarden, de systemen en de procedures. It is de weerspiegeling van beroepsprocedures die worden beheerd en gestuurd door de “business process owners”. Sinds enkele jaren werden er “shared services” opgericht, waarbij multifunctionele teams de handen in elkaar slaan. En ook al gaat dat vandaag over een zuivere it-functie, deze zal geleidelijk aan achterhaald zijn en gedoemd zijn om te evolueren.

Er zal een catalogus worden opgesteld met honderden diensten. Een beetje zoals een menu in een restaurant: iedereen kiest wat hij wenst en zal een factuur ontvangen in functie van wat hij heeft geconsumeerd. Prijzen worden dan permanent vergeleken met de marktprijzen.

Levert de interne it-dienst op deze manier een permanente concurrentiestrijd met de markt?

STEFAN VANHELLEPUTTE: De business kan ofwel een beroep doen op onze interne of op onze externe diensten, ook al is dat ietwat theoretisch omdat er dan bepaalde zaken worden opgelegd, qua veiligheid bijvoorbeeld. Hetzelfde geldt qua integratie wanneer men moet garanderen dat toepassingen en informatie worden gedeeld. Soms gebeurt het dat wij bepaalde diensten met verlies moeten verkopen met het oog op de promotie voor nieuwe diensten, of dat wij opzettelijk bepaalde prijzen op een ontmoedigend niveau moeten houden, om ervoor te zorgen dat bepaalde achterhaalde diensten sneller zouden verdwijnen.

Wij beschikken over een intern it-team, maar wij kopen ongeveer 2/3de van de diensten op de buitenlandse markt. De rol van it bestaat erin deze diensten te combineren en er afgewerkte producten van te maken. Wij ontwikkelen praktisch niet meer. Solvay beschikt over een internationaal it-team voor de hele groep. Al onze prestaties worden gepland en opgevolgd volgens een procedure die ons de mogelijkheid biedt om de last en de kosten van elk van de uitgevoerde taken te meten.

Ten slotte zijn wij al verscheidene jaren ISO 9001 gecertificeerd. En uit de recente evaluatie door de consultant McKinsey is gebleken dat onze it-afdeling performante prestaties levert en zich tot de besten van de markt mag rekenen, en dat is een mooie erkenning voor ons werk.

Hoe ziet u de evolutie van uw afdeling op langere termijn?

STEFAN VANHELLEPUTTE: De verhouding van gestructureerde en niet-gestructureerde informatie kende de voorbije jaren een aanzienlijke verschuiving naar de tweede groep, wat betekent dat er binnen het bedrijf informaticatools ingevoerd zijn die populair zijn bij het grote publiek. Het moet worden gezegd dat we sinds enkele jaren weinig it-vernieuwing zien binnen de bedrijven, terwijl Skype, de iPad of Gmail courant worden gebruikt in het dagelijkse leven. Moet men daaruit besluiten dat bepaalde leveranciers het traditionele model van de licenties verkiezen of de voorkeur geven aan hun feitelijk monopolie? Er zijn er inderdaad die het voorwendsel van de veiligheid aanvoeren. Maar het lijkt mij vandaag absoluut noodzakelijk om in een bedrijf de soepelheid van de thuistoepassingen in te voeren. Vooral omdat ze automatisch meer tevredenheid genereren bij de consument.

Wij hebben bijvoorbeeld honderden iPhones verdeeld waarmee iedereen tevreden is. Daarnaast worden er momenteel ook een tiental iPads getest in het bedrijf. Er worden ook andere producten geanalyseerd om het klassieke e-mailgebruik te vervangen, dat wordt verstikt door spam.

Welke toekomst is er in deze omstandigheden weggelegd voor de interne it-diensten?

STEFAN VANHELLEPUTTE: Men moet wellicht starten met het ontmantelen van volledige aspecten van de interne it-afdeling en deze opnieuw in handen geven van de gebruikers. De rol van de informatica moet zich toespitsen op het ontwerpen en het combineren van diensten, of deze nu afkomstig zijn van oplossingen voor het grote publiek of van bedrijfsoftware. Alles mag dan weliswaar nog niet beschikbaar zijn, wat er op de markt komt is elk jaar beter. In het geval van de iPhone bijvoorbeeld stellen wij aan onze medewerkers voor om zelf hun mobiel apparaat te kopen, en wij bieden hen een sim-kaart en e-mail van het bedrijf aan. De gebruiker installeert verder wat hij wil, maar wij staan niet in voor de ondersteuning.

Wij stellen vast dat dit type hybride oplossing meer in de smaak valt bij de gebruikers. Wat het aspect veiligheid betreft is het zo dat niet alle professionele gegevens automatisch vertrouwelijk zijn en dat slechts bepaalde gegevens bescherming verdienen. In deze gevallen moeten er uiteraard specifieke oplossingen worden opgelegd. Maar veiligheid wordt heel vaak gebruikt als voorwendsel, want is ons leven nu gevaarlijker omdat onze persoonlijke foto’s worden opgeslagen op het internet? Die gegevens worden ook daar immers beheerd door professionelen.

Cloud computing dus?

STEFAN VANHELLEPUTTE: Al meer dan 15 jaar worden de servers van Solvay beheerd via cloud computing. Ons e-mailsysteem wordt in onderaanneming beheerd vanuit Afrika. De eindgebruikers hebben daar geen aanmerkingen over te maken. Wij zijn ook al verscheidene jaren tevreden klanten van Salesforce.com. Bovendien denken wij eraan om te evolueren naar cloudcomputing voor al onze samenwerkingstools. Wat erp betreft wachten wij vol ongeduld op nieuwe oplossingen die SAP beweert recent te hebben ontwikkeld voor de sector.

Hoe zullen de taken binnen de interne informaticasector evolueren?

STEFAN VANHELLEPUTTE: Wij zullen technische deskundigen nodig hebben, mensen met jaren ervaring inzake telecommunicatie, servers, erp, crm, supply chain, enz., maar ook specialisten die moeten instaan voor het relatiebeheer met onze klanten, mensen met commerciële feeling dus, en deskundigen inzake business processen om de personalisering van de programmapakketten te optimaliseren. En ook deskundige architecten om de oplossingen te integreren. De ontwikkelingen, de hosting, de exploitatie of het gebruik van oplossingen voor het grote publiek zijn diensten die wij dan op de markt zullen kopen.

Wij stellen elk jaar een permanente daling van onze it-bezetting vast, en des te beter. Wij zullen hun niveau blijven aanpassen aan onze noden, maar ook aan onze budgetten, om zo onze efficiëntie te verbeteren. Wij weten dat het kwaliteitsniveau van de service van het type good enough zal zijn, net zoals de informatica die thuis beschikbaar is.

Hoe zijn de budgetten geëvolueerd?

STEFAN VANHELLEPUTTE: Drie jaar geleden werd mij gevraagd om 15 miljoen euro te besparen in 3 jaar tijd. Wij zijn erin geslaagd om onze kosten met 19 miljoen euro te doen dalen in een jaar tijd. Sindsdien hebben wij de farma-activiteit overgelaten, ook al blijven wij voor hen voor ongeveer 2 miljoen euro per maand taken verrichten. Maar eind 2011 zouden deze prestaties moeten stoppen. In het kader hiervan zijn meer dan 130 mensen gepasseerd bij de koper van deze activiteit.

Eind 2012 zal het it-departement van de groep Solvay nog slechts 250 medewerkers tellen, terwijl dat er nu 300 zijn. Het is dus moeilijk om te weten wat de toekomst in petto heeft, want er is sprake van een grote groei. Maar enkel de toekomst zal uitwijzen hoe dat zit.

U bent behoorlijk hard voor de it-afdeling in ondernemingen?

STEFAN VANHELLEPUTTE: Ik ben van oordeel dat we bij de it-afdelingen in bedrijven te weinig innovatie zien, met alle respect voor bepaalde van mijn cio-collega’s en onze partners. Alles is er traditioneler dan ooit. En dit terwijl de informatica thuis evolueert aan een snelheid met een grote S en alle huizen en supermarkten aan het binnendringen is. Er is nog heel wat werk aan de winkel, maar de weerstand voor verandering is groot.

Welke is de positie van de cio binnen de organisatie?

STEFAN VANHELLEPUTTE: Ik denk eerlijk gezegd dat het een vergissing is om de directie van een it-afdeling toe te vertrouwen aan een informaticus. Ik heb trouwens persoonlijk een afkeer van technologie, ook al is dit voor mij een persoonlijke passie. Een it-afdeling moet diensten verkopen, efficiënt en rendabel zijn, en de business ondersteunen. Niet de technologie telt, maar de kwaliteit van de dienstverlening, de performantie. En bij dit alles moet men de budgetten in het oog houden.

Ik ben trouwens geen lid van het uitvoerend comité van de groep, wetende dat ik daar geen enkele taak zou te vervullen hebben omdat Solvay een industrieel bedrijf is dat actief is in de chemiesector. Mijn prioriteit bestaat erin het dienstenaanbod en de kwaliteit van de diensten aangeboden aan de business te laten evolueren naargelang de ontwikkeling van hun noden.

Marc Husquinet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content