Kristof Van der Stadt
Kristof Van der Stadt Hoofdredacteur bij Data News

Serviceprovider Global Crossing richt zijn pijlen voortaan op multinationals die hun hosting willen uitbesteden. Een terugkeer naar vroeger, lijkt het wel?

Voor de millenniumwissel pompte Global Crossing enorm veel dollars in de uitbouw van een eigen glasvezelnetwerk. Via dat netwerk voorziet het met name grote bedrijven van de nodige services. Daar hoorden ook hostingactiviteiten bij. Na het uiteenspatten van de dotcom-zeepbel kreeg Global Crossing het moeilijk en kroop het via reorganisaties en inkrimpingen slechts moeizaam uit het zogeheten ‘chapter 11’. Nu wil Global Crossing kennelijk de draad weer oppikken. In de Londense Docklands is het datacenter bijna helemaal vol en daarom opent de telecomspeler in Amsterdam begin 2009 een nieuw datacenter.

Europees expansieplan

Anthony Christie, managing director Emea, heeft het over een erg doelgerichte strategie die er moet voor zorgen dat Global Crossing zoveel mogelijk uit het vaarwater van de concurrenten blijft. “Je moet weten in welke zandbak je wil gaan spelen. We screenen heel erg bewust de markt om te bepalen waar we ons willen nestelen”, zegt Anthony Christie die het tijdens ons gesprek opvallend vaak over ‘service’ naar de klanten toe heeft. Moet service dan het verschil gaan maken met de bekende grote jongens?

“Dat is in ieder geval een van de punten waarmee we ons willen differentiëren”, klinkt het uit de mond van de AT&T oudgediende. “AT&T was en is nog steeds een fantastisch bedrijf, BT is dan weer een supermerk. Sommige mensen bij ons hebben enkele jaren bij hen gewerkt. Maar het is voor de grote jongens heel erg lastig om zo’n supergrote markt te bedienen. Heel vaak hoeven we onze klanten dat zelfs niet te vertellen. Ze krijgen van die big players gewoon niet de service die ze verwachten. Wij stellen tenminste nog de vraag ‘hoe gaan we samenwerken’, terwijl anderen gewoon zeggen wat ze te bieden hebben”, zegt Anthony.

Begin 2009 krijgt Amsterdam dus een nieuw datacenter van ongeveer 5.000 vierkante meter. Als het van Gabriel Del Campo, vice-president data centre services Emea, afhangt, hoeft het daar niet bij te blijven. “We hebben een duidelijk expansieplan voor Europa. Enerzijds via organische groei, maar we gaan ook in op kansen die zich aandienen”, zegt Gabriel Del Campo. De organische groei moet komen uit het creëren van verschillende datacenters waarbij Global Crossing de eigen gronden en gebouwen wil benutten. “We hebben een heleboel technische vestigingen verspreid over verschillende regio’s die we willen omvormen, zodat we er services kunnen aanbieden”, legt hij uit. De Londense Docklands kwamen als eerste aan de beurt vanwege de grote klantenbasis. Amsterdam is de volgende stop. Van zodra we dat datacenter helemaal ‘up and running’ hebben, gaan we nadenken over de volgende. We pakken het stap voor stap aan.” Frankrijk, Duitsland, Spanje en Italië staan op het verlanglijstje.

Op zoek naar acquisities

Anthony Christie maakt er geen geheim van dat het bedrijf niet alleen organisch moet groeien, maar dat ook acquisities belangrijk zijn. “We gaan actief op zoek naar opportuniteiten. Voorwaarden zijn wel dat het type klanten past binnen onze bestaande portfolio, dat de kandidaat er kan voor zorgen dat onze globale kost naar beneden gaat en dat dat de kandidaat over voldoende ‘capabilities’ beschikt”, zegt Anthony. Een ‘capability’ kan het vergroten van de fysieke footprint zijn – zoals met de acquisitie van Fibernet – maar evengoed ook het kunnen aanbieden van nieuwe services in een datacenter. Grote klanten voor hosting zijn onder meer Sony Pictures en allerlei instellingen van de Britse overheid. Maar ook in transportsector zitten heel wat klanten. Voor de managed services is onder meer marktonderzoeker Gfk een belangrijke klant met de uitbesteding van hun globale netwerk. Global Crossing mikt voornamelijk op de ‘mid tier enterprise’ klant die een globale insteek nodig heeft. En zo kom je bijna automatisch bij de multinationals terecht. Gabriel Del Campo verwijst naar de trend binnen multinationals om een of meerdere hostingactiviteiten of services uit te besteden. “Neem nu British American Tobacco: een enorm bedrijf dat al zijn belangrijke applicaties vanuit Duitsland runt. Maar in Latijns-Amerila bijvoorbeeld draaien wij voor hen een heel specifieke marketingapplicatie die alleen hun lokale Camel-productlijn van de nodige services voorziet. Een typisch voorbeeld van hoe we een kleiner deel van de bedrijfsprocessen voor onze rekening kunnen nemen”, vertelt Del Campo. Een blinde vlek op de kaart lijkt het Afrikaans continent. Anthony Christie zegt ook niet meteen plannen in die richting te hebben: “Binnen de verticale markten die wij bedienen, is er gewoon niet genoeg vraag naar. Misschien in de toekomst wel, maar voorlopig werken we op dat continent samen met lokale partners om te peeren.”

Kristof Van der Stadt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content