Google is het beu om met zijn cloud-aanbod in de schaduw van Amazon en Microsoft te moeten opereren, en steekt een tandje bij. Spotify en Apple konden al overtuigd worden, straks moeten ook andere bedrijfsklanten volgen. Het geheime wapen van de inter-netreus ? Artificiële intelligentie en machine learning.

Met een aandeel van 3,6 procent in de infrastructure as a service (IAAS)-markt is Google een relatief bescheiden speler in vergelijking met Microsoft Azure (16,2 procent) en zeker Amazon Web Services (27,2 procent). Dat de consument bij cloud computing vrijwel meteen aan Google denk, heeft zich dus nog niet kunnen vertalen naar een stevige positie op de bedrijfsmarkt, wel integendeel.

Eén en ander was ook Google ceo Sundar Pichai niet ontgaan. Om het tij te keren trok de Amerikaan vorig jaar niemand minder dan VMware-medeoprichtster Diane Greene aan om Google ‘s cloud-divisie te gaan leiden.

De ervaring die Greene opdeed als ceo van VMware (de virtualisatie-producten van VMware draaien in zowat elk bedrijfsdatacenter in de wereld) maakt haar natuurlijk erg geloofwaardig wanneer ze gaat aankloppen bij grote bedrijfsklanten. Het resultaat is er ook naar.

Enkele maanden na haar aantreden kan de ict-lady al enkele mooie pluimen op haar hoed steken, zo kon ze grote namen als Spotify en Apple overtuigen om zich tot de Google cloud te bekeren. En het technologiebedrijf van Larry Page en Sergey Brin houdt nog enkele andere interessante troeven achter de hand.

EINDELOOS

Om zich in de cloud-wars te kunnen onderscheiden, gaat Google fors inzetten op artificiële intelligentie en op machine learning. De internetgigant wil het verzamelen van data, storage én het gebruik van machine-gedreven modellen op basis van big data zo eenvoudig maken voor ontwikkelaars, dat de grote massa er straks gebruik van kan maken.

Neem bijvoorbeeld de ‘cloud vision’-api van Google die computers helpt bij het ‘zien’ van wat er op een foto staat. Bij een kiekje van je vrouw zal de api automatisch ras, geslacht en zelfs gemoedstoestand bepalen, de achtergrond ontleden én de locatie bepalen waar je wederhelft zich bevindt.

In theorie zijn de toepassingen die je kan bedenken met de vision-api eindeloos. Stel je een specialist in healthcare voor die werkt met beelden op basis van X-stralen en mri-scans. In een dergelijke setting zou de api metadata over wat hij ‘ziet’ kunnen doorsturen, waarna machine-gedreven toepassingen voorspellingen maken op basis van die data.

In de toekomst die door Google wordt vooropgesteld, kunnen beeldherkenning en machine learning tot nieuwe manieren leiden voor het opsporen van ziekten zoals kanker. Zijn er straks nog wel dokters nodig ?

ONTASTBAAR

Ging het bij cloud computing aanvankelijk om het ‘ontastbaar’ maken van datacenters en van fysieke infrastructuur, dan gaat het voortaan dus meer over het ‘abstraheren’ van virtuele infrastructuur en van de virtuele processen voor het beheer van die infrastructuur.

In mensentaal worden complexe technologieën zoals het laten ‘zien’ van een computer met behulp van nieuwe Google api’s en de Google cloud zo eenvoudig gemaakt, dat ontwikkelaars niet langer experts hoeven te zijn in de onderliggende technieken, en ze tal van indrukwekkende tot zelfs markt-ontwrichtende nieuwe apps zullen kunnen bouwen.

Dit is een gebied waar Google vandaag nog een voorsprong heeft ten opzichte van zijn concurrenten, voor een stuk omdat al die nieuwe api’s en andere diensten al jaren intern getest worden binnen het bedrijf. Nu is het zaak om die services op een behapbare manier tot bij de bedrijfsklanten te krijgen.

Spotify is alvast een believer. Interessante big data api’s zoals dataproc en bigquery zouden de doorslag hebben gegeven om voor Google te kiezen bij de streamingdienst. Volgens Spotify wordt het dankzij dit soort opties mogelijk om veel efficiënter te werken dan voorheen.

Frederik Tibau