Kristof Van der Stadt
Kristof Van der Stadt Hoofdredacteur bij Data News

Ja, het ‘internet of things’ wordt realiteit. En ja, alsmaar meer alledaagse producten worden uitgerust met sensors en internetmogelijkheden. Maar nee, het is niet zo dat in 2015 of volgend jaar onze huishoudapparaten allemaal geconnecteerd zullen zijn.

Een goede graadmeter voor technologische innovaties in consumentenelektronica en huishoudapparaten is de IFA-beurs die elk jaar begin september in Berlijn plaatsvindt. Zeker nu er op het raakvlak tussen alledaagse toestellen en elektronica heel wat beweegt. Vanuit it-hoek horen we alsmaar meer dat ‘witgoed’ in toenemende mate uitgerust wordt met technologie om objecten aan elkaar te linken, of extra functionaliteit via het internet krijgt. Denk dan bijvoorbeeld aan het bedienen van je wasmachine via een app op je tablet of het regelen van de koelkasttemperatuur via een stukje software.

Die toepassingen komen er ook écht aan, zoals we mochten horen op een pre-IFA-briefing die de Duitse beursorganisator Gfu op poten zette. Elektrofabrikant Haier bijvoorbeeld brengt een reeks wasmachines uit die ‘connected’ zijn met een smartphone of een tablet. Via die mobiele toestellen kan je dan bijvoorbeeld de wascyclus opvolgen vanuit je luie zetel. “We hebben trouwens de hele interface herbekeken met het oog op een link naar de smartphone of tablet”, zegt Yannick Fierling, de nieuwe ceo van Haier, dat binnen Europa een top-5 speler in witgoed is.

HOE SLIM IS SLIM?

Maar ook tandenborstels, weegschalen, kookrobotten, koffiemachines en robot-stofzuigers worden alsmaar meer voorzien van connectiviteit, zoals we uit een presentatie van marktonderzoeker GfK onthouden. Wordt 2015 dan écht het jaar van de grote doorbraak van het ‘internet of things’ zoals we her en der al horen?

Laat ons daar meteen een belangrijke kanttekening bij plaatsen: het gaat dan voornamelijk om ‘premium’ producten. Anders gezegd: je betaalt er doorgaans flink wat meer voor. GfK plaatst zelf ook een belangrijke kanttekening. “We verwachten dat het langer dan 2015 en zelfs 2016 zal duren vooraleer we een iets of wat significant marktaandeel zullen zien voor slimme huishoudtoestellen”, zegt Friedemann Stoeckle, global director major domestic appliances bij GfK Retail and Technology. “De belangrijkste reden hiervoor is de lange levensduur van met name de grote huishoudapparaten. In veel gevallen spreken we over meer dan 10 jaar vooraleer ze vervangen worden. En wanneer er al sprake is van een vervanging, dan is dat meestal slechts één toestel dat bijvoorbeeld defect geraakt is, zoals een wasmachine, droogkast of oven. Dé vraag wordt dan of het voor de consument loont om voor die ene vervanging te kiezen voor een ‘smart’ toestel. Geeft dat slim toestel wel voldoende extra functionaliteit?”, vraagt Stoeckle zich af.

OPPORTUNITEIT VOOR KEUKENINSTALLATEURS

In veel gevallen wordt de slimme functionaliteit inderdaad pas écht slim wanneer meerdere of alle toestellen in huis met elkaar kunnen ‘praten’. Precies daarom ziet Stoeckle een gigantische opportuniteit weggelegd voor keukeninstallateurs en -leveranciers. Bij een nieuwe keuken worden meestal wél meteen alle toestellen gekocht. “Als de consumenten door hun keukenleverancier overtuigd kunnen worden van de voordelen, dan kan de penetratie van de ‘slimme keuken’ snel de hoogte in gaan”, aldus Stoeckle.

Denk dan aan bijvoorbeeld één centrale bedieningsunit voor alle toestellen in de keuken die zich ook vanop afstand laat bedienen. Grundig heeft bijvoorbeeld het VUX-concept (Virtual User eXperience); een keuken zonder één enkele bedieningsknop waarbij de toestellen zich laten bedienen door ‘virtuele’ knoppen en sliders die geprojecteerd worden op het keukenaanrecht. De projector zit dan ‘verstopt’ in de afzuigkap.

“Maar door meerdere toestellen te combineren, worden ook veelgebruikte voorbeelden realiteit. Zoals een frigo die een foto van de koelkastinhoud naar een smartphone stuurt, zodat je vanop kantoor kan checken of je nog melk moet kopen. Of een oven die jou een recept bezorgt en meteen het juiste kookprogramma selectert”, aldus Stoeckle die er wel aan toevoegt dat niet alleen het hele pakket maar ook het totale prijskaartje doorslaggevend is voor de consument.

NOOD AAN STANDAARDEN

Wel is duidelijk dat er nood is aan standaarden. Of beter: naar een overkoepelende standaard voor de ‘connected home’. Reinhard Zinkann, voorzitter ZVEI en managing director van Miele: “Zo’n overkoepelende standaard is er nog niet en vertraagt de uitrol. Maar ‘convenience’ in al zijn vormen wordt de komende 3 à 5 jaar zeker de grote disruptor. Maar hoe meer gebruiksgemak we willen, hoe groter de vrees wordt dat anderen gaan meekijken”, waarmee Zinkann waarschuwt voor het privacy- en security-vraagstuk.

“Het gaat dan niet zozeer om de data an sich, maar wat er uit afgeleid kan worden. Stel dat de gebruiksgegevens van je huishoudtoestellen gelekt worden. Iemand kan dan afleiden uit die data dat je koelkast en drie weken niet open is geweest, dat je droogkast al drie weken niet gedraaid heeft en dat de kans bijgevolg groot is dat je niet thuis bent. Ideaal voor een inbreker om even langs te komen dus. Dat is een vrees die ik veel hoor, en waarover we als industrie goed moeten waken”, besluit Zinkann.

Kristof Van der Stadt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content