Heeft covid-19 de digitalisering versneld?

Volkswijsheid zegt dat door lockdowns en verplicht thuiswerken een hele reeks bedrijven zich gedwongen zagen om hun digitalisering te versnellen. Da’s echter lang niet voor iedereen zo.

Voor zowel kleine als grotere bedrijven was er een initiële ‘rush’ om iedereen die dat kan thuis te laten werken, maar die is ondertussen een beetje stilgevallen. Dat moet blijken uit rapporten van onder meer Sortlist en Cronos. De pandemie heeft de prioriteiten verlegd, zo leren we, en dat is niet altijd goed voor een strategische digitalisering.

Kleintjes lopen achter

Voor kleine en middelgrote bedrijven is het vooral een kwestie van budget, zo blijkt. Sortlist vroeg eind 2020 aan 500 eigenaren en CEO’s van Europese kmo’s hoe de pandemie hun digitalisering heeft beïnvloed. Voor de meerderheid van de ondervraagden was van een versnelling niet echt sprake. In de Europese landen die onderzocht werden – België, Frankrijk, Spanje en Duitsland – zei 44% van de kmo’s dat de pandemie de digitalisering wel degelijk heeft versneld. Voor een derde zorgde ze dan weer net voor een vertraging. Daarnaast zegt 23% dat er helemaal geen verandering was.

Er zijn hier wel stevige verschillen tussen landen. In Spanje zegt bijvoorbeeld 67% van de ondervraagden dat de maatregelen tegen de pandemie hun digitaliseringsinspanningen hebben versneld. In Duitsland (47%) en België (43%) blijft die groep echter onder het gemiddelde. In Frankrijk en Nederland is het aantal dat zijn digitalisering ziet vertragen zelfs groter dan degenen die het zien versnellen. Voor Frankrijk is dat 39% tegenover 33%, voor Nederland 38% tegenover 29%.

Een en ander lijkt te maken te hebben met hoe ver een land stond voor de pandemie. Spanje lag qua digitalisering onder het EU-gemiddelde, waardoor het voor veel kmo’s al een stevige stap vooruit is om thuiswerk mogelijk te maken, online verkoop te installeren en extra communicatiekanalen te voorzien.

Belgische kmo’s

Kijken we dan naar België, dat voor het uitbreken van de pandemie al ver stond met integratie van digitale technologieën. Hier geeft 47% van de bedrijven die een versnelling van hun digitalisering constateerden, aan dat ze aanvullende maatregelen hebben genomen om het ‘thuiskantoor’ mogelijk te maken. Daarnaast digitaliseerde 24% hun omzet, 14% voegde nieuwe kanalen toe voor hun externe communicatie en nog eens 14% nam andere maatregelen.

Een belangrijke factor lijkt hier de overheidssteun. De Belgische ondernemers zijn relatief tevreden over de beschikbaarheid van publieke hulp bij hun digitalisering. Slechts 16% zei dat er onvoldoende steun was. 57% zegt dat er steun is met ruimte voor verbetering en nog eens 20% zegt dat er voldoende hulp is.

Voor Frankrijk en Nederland, waar digitalisering voor een groot deel van de kmo’s net vertraagd is, ligt gebrek aan budget vaak aan de basis. In Frankrijk geeft 46% van degenen die zeiden dat hun digitalisering was vertraagd of niet was beïnvloedt bijvoorbeeld aan dat ze niet genoeg geld hadden om belangrijke veranderingen door te voeren. Anderzijds is er ook 39% die vond dat ze bij het begin van de pandemie al digitaal genoeg waren en dus geen extra maatregelen nodig hadden.

Bij de grote jongens

Ook bij grotere bedrijven is het niet zo simpel als u eerst zou denken. De pandemie heeft vooral de focus verlegt, schrijft Cronos op basis van onderzoek bij 160 middelgrote en grote bedrijven in België. Iedereen kreeg wel snel de mogelijkheden om van thuis uit te werken, maar daar bleef het ook bij. Van een echte strategische transformatie is (nog) geen sprake. “Ze is zelfs een beetje achteruitgeduwd”, zegt Luk Denayer van de Cronos Groep.

“We zijn door de coronacrisis allemaal gaan thuiswerken. En dan hoor je dat dit zorgt voor een digitale versnelling. Een techbedrijf als Microsoft geeft aan dat er een digitale transformatie in twee maanden is gebeurd die anders twee jaar duurt”, zegt hij. “En dan zie je dat het logisch is dat de werkplek werd gedigitaliseerd, maar wat met de rest?”

Het thuiskantoor voorbij

Cronos vroeg bedrijven bijvoorbeeld over de verdere uitrol van de cloud, strategieën rond digitale innovatie, de evolutie van opex naar capex enzovoort. Wat hier meteen opvalt is dat zo goed als iedereen gebruik maakt van de cloud. Zo’n negentig procent heeft bijvoorbeeld een Software-as-a-Service pakket zoals Microsoft 365.

Redenen om die cloud te gebruiken hebben ook vaak met de pandemie te maken. Voor 69% was dat eenvoudige toegang. Daarnaast speelden ook bedrijfscontinuïteit (61%) en efficiëntie en productiviteit (59%) mee in de uitrol van de cloud. Maar voor meer dan de helft van de bedrijven blijft het daar ook bij. Vier op tien ondervraagde IT-verantwoordelijken zegt dat investeringen in de cloud nog verder zullen stijgen, bij de rest is dat dus niet het geval.

“We hebben geleerd dat hoewel iedereen op een of andere manier bezig is met de cloud, een gefundeerde strategie in veel gevallen ontbreekt”, zegt Denayer. “Als je lift and shift doet, wat we het voorbije jaar best vaak zagen, of je brengt klassieke denkpatronen van IT in de cloud, dan ben je oude wijn in nieuwe zakken aan het gieten. Dan mis je de flexibiliteit en schaalbaarheid van de cloud. De echte capabilities van de cloud liggen eerder in het PaaS-en SaaS-verhaal. Dan ga je je applicaties echt moderniseren.”

Heel wat organisaties zijn hun IT teams hiervoor wel aan het klaarstomen, zegt Denayer. “In een traditionele wereld zit je in watervalsystemen, hier zit je meer in een agile wereld. Om cloud echt te omarmen heb je die nieuwe organisatiemodellen nodig. Bedrijven flirten ermee, en bereiden zich daarrond voor, maar staan nog aan het begin van die cyclus.”

Digital first

En wat als je dan nog een stap verder wil denken? “Cloud faciliteert nieuwe, digitale mogelijkheden, maar dat lukt enkel als je een digitaliseringsstrategie uittekent. En die ontbreekt dus: slechts drie procent vindt dat ze een uitgesproken digitale strategie volgen, dat ze ‘digital first’ zijn.” Het idee achter digital first is dat een bedrijf op een of andere manier digitaal moet worden, of het dreigt irrelevant te worden. In het Cronos-onderzoek ziet dus drie procent zichzelf als ‘digital first’, nog eens 55% vindt zichzelf digitaal matuur. Voor een opvallende 43% is de digitale maturiteit van het bedrijf echter niet goed genoeg.

Er is dus nog een weg af te leggen, zegt Denayer. “Als je kijkt of bedrijven wel klaar zijn voor zo’n digital first strategie, dan zie je dat er nog veel werk aan de winkel is.” De pandemie lijkt bedrijven richting cloud te hebben gedwongen om de bedrijfscontinuïteit en toegankelijkheid op peil te houden, maar: “Innovatie kwam iets lager in de ranking”, zegt Denayer. “We zijn ervan overtuigd dat die ranking de volgende maanden wat zal veranderen en minder puur een reactie zal zijn op covid-19. Je zal dan een goede cloudstrategie zien als een versneller voor een ‘digital first’-strategie.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content