Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

De 2.0 hype is over haar hoogtepunt heen, hoog tijd voor the next step. “Met web 3.0 wordt het internet tastbaar en alomtegenwoordig”, zegt webwatcher Clo Willaerts. “De huidige sociale toepassingen zullen onder druk komen te staan.”

Hoewel de marketingterm steeds vaker in de mond genomen wordt, is web 3.0 nog in volle ontwikkeling. Er doen ook verschillende definities de ronde, maar met één constante: 3.0 zal ons leven vergemakkelijken. Computers zullen op een betekenisvolle manier met elkaar communiceren, met als handige bijkomstigheid dat een webervaring niet langer een stresservaring hoeft te zijn.

“Zware internetgebruikers hebben een dagtaak aan het updaten van hun status, het posten van blogstukjes en het volgen van hun RSS feeds”, zucht webwatcher Clo Willaerts, zelf een fervent Twitteraar en blogster. “Na verloop van tijd kan dat vervelend worden, en vaak bekruipt je zelfs een schuldgevoel omdat je niet alles hebt kunnen lezen. Sinds web 2.0 worden we bedolven onder de informatie, maar er zit veel ruis op het kanaal. Het is niet altijd even gemakkelijk om de juiste filters te vinden.”

Het sociale internet zoals we dat vandaag kennen, spoort gebruikers aan om data te produceren en te delen. Het is al sharing en user generated content wat de klok slaat. Maar in tegenstelling tot wat voorspeld werd, zijn de internauten niet massaal beginnen taggen. “Daar is gewoon geen tijd voor, en de meeste gebruikers zien er ook het nut niet van in.”

Platformen zoals Facebook trachten al een beetje orde te brengen in de chaos die daardoor ontstaat. Gebruikers willen hun data immers op een overzichtelijke manier kunnen beheren, in een veilige omgeving waarin het gemakkelijk navigeren is.

“Als het even kan moet die data ook altijd up to date zijn”, vult Willaerts aan, “want daar gaat web 3.0 eigenlijk over: het is het instant web. Instant in de zin van: gemakkelijk in gebruik en volledig inter-operabel, maar ook snel en liefst in realtime. Herinner je het voorbeeld met de Twitter-verslaggeving over de vliegtuigcrash in de Hudson-rivier.” De huidige 2.0 initiatieven zullen volgens Willaerts steeds meer onder druk komen te staan. Is het niet om van de overkill, dan wel ten gevolge van identiteits- en privacyproblemen. Neem nu Facebook: op het voorbije World Economic Forum in Davos kondigde oprichter Mark Zuckerberg een toepassing aan die bedrijven toelaat om zijn platform te gebruiken voor marktonderzoek. Uiteindelijk moet er een keuze worden gemaakt: inkomsten of privacy?

“Het verkopen van persoongegevens klinkt erg griezelig, maar voorlopig is het Zuckerberg niet te doen om de individuele data van zijn gebruikers. Het businessmodel van dat bedrijf draait om het in kaart brengen van gedragspatronen. Bij Google is dat net zo.”

“Voor een adverteerder maakt het weinig uit dat ik een 38-jarige vrouw ben met twee kinderen. Veel interessanter is het om mij aan te spreken op het juiste moment. Wie anders dan Google en Facebook kunnen voorspellen wanneer ik aan een nieuwe wagen toe ben? En ga ik het nog als ‘spam’ ervaren wanneer ik een aanbod voor een proefrit krijg? Overheden en privacyinstanties gaan hier nog een zware kluif aan hebben.”

The internet of things

Wie goed kijkt, ziet web 3.0 al volop doorbreken bij het grote publiek. “Het succes van de iPhone en andere smartphones heeft mensen doen beseffen dat je ook onderweg kan ‘internetten’. Snel even de status van je facebook-vrienden checken op de trein, de mobiele versie van je krant lezen terwijl je in de file staat, twitteren tijdens een saaie vergadering: het is allemaal mogelijk.”

“Intussen zijn ook heel wat andere voorwerpen verbonden met het web. En dan heb ik het niet over de spreekwoordelijke slimme koelkast die online een lijstje bijhoudt van je voorraad. Ik doel op schattige dingen zoals het Nabaztag-konijn van het Franse bedrijf Violet, of de Poken usb-sticks van het Zwitserse bedrijf doyoupoken.com. Ook het Belgische Tikitag werkt met technologie die het internet letterlijk ‘tastbaar’ maakt.”

“Al deze initiatieven vormen de voorhoede van ‘the internet of things’. Internet is niet meer iets dat je van achter een pc gebruikt. Overal zie je kleine schermpjes en nieuwe gebruiksvoorwerpen opduiken. Het is nu al mogelijk om mijn tienerzoon met zijn sleutelhanger tegen een klein spiegeltje te laten tikken, waarna er een e-mail naar mij gestuurd wordt op mijn Blackberry: Arne is thuis!” Niet dat het internet nu plots intelligent gaat worden. “Het is wat naïef om dat te denken. Het www blijft uiteindelijk maar een serie tubes die met elkaar verbonden zijn. Wel handig is dat heel wat van de toepassingen nu automatisch metadata toevoegen en organiseren. De foto die je nam rond nieuwjaar, bevat informatie over waar op aarde en op welk uur die precies gemaakt werd.”

“Je GPS-toestel bevat een lijst met routes die je onlangs aflegde. En tegenwoordig worden al deze data ‘in the cloud’ opgeslagen: in databases die we via het web raadplegen en beheren. Dat is handig en indrukwekkend, maar het is nog geen teken van intelligentie.”

Frederik Tibau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content