“Ik ben op zoek naar een cto voor een bewakingsbedrijf, Luc.”

“Een chief technology officer voor een bewakingsbedrijf, PC. Dat moet je even toelichten. Dat zijn toch vervaarlijke mannen met snor en een hond. Komt weinig technologie bij kijken, me dunkt. Een kostuum, spieballen en een norse blik lijkt me voldoende.”

“Daar heb je gelijk in, Luc, maar je zit er even goed naast.”

“Leg uit.”

“Je hebt inderdaad fysieke bewaking, patrouilles die fabrieksterreinen of winkelcentra bewaken, al dan niet met hond. Tegelijk speelt technologie een steeds belangrijker rol. Denk maar aan cctv’s, thermische camera’s, alertsystemen, alarmcentrales, controlekamers met videomuren.”

Tiens, dat is interessant. Technologische beveiliging. Hardware en software.”

“Inderdaad. Die evolutie is niet te stoppen. Het aanbod is overweldigend, en keuzes moeten gemaakt worden.”

“Nu je het zegt, ja. Overal zie je videocamera’s. Leuven is ervan vergeven. Op elke hoek heeft Tobback er één gezet.”

“Big Brother.”

“In het geval van Tobback valt die Big wel tegen.”

“Het gaat niet om Louis Tobback. Het gaat om technologie en hoe die veiligheid kan creëren.”

“Nu begrijp ik waarom je mij hierover aanspreekt. Ik ben inderdaad een visionaire technoloog.”

“Visionair, ja, je ziet de dingen al van ver aankomen.”

“Is dat sarcasme, PC?”

“Helemaal niet, Luc.”

“Ik ben ook bij het leger geweest, zoals je weet, kandidaat reserveofficier.”

“Dat is wel een tijdje geleden. Toen werden er nog rooksignalen en postduiven gebruikt.”

“Ik was bij de Militaire Inlichtingendienst.”

“Dat wist ik niet.”

“Classified, PC. Top secret.”

“Wow. Het IJzeren Gordijn in het oog houden.”

“Lok me niet uit mijn tent, PC. Ik mag en zal niks zeggen.”

“Dus, die functie van cto in de beveiligingsector interesseert je?”

“Lijkt me boeiend. Toekomstgericht. Strategisch. Gesneden brood voor deze jongen.”

“Wel, euh.”

“Ja, PC?”

“Nu, ik vrees dat je te oud bent, Luc.”

“Wat? Te oud? Ik ben nog maar 56 jaar. Nog lang niet fin de carrière!”

“De klant is op zoek naar iemand van rond de 35, die een langetermijnvisie kan uittekenen, en implementeren.”

“Iemand van 35, die komt pas kijken, wat weet die van technologie? Spelen op een iPad, of een iPhone, en onzin verkopen op Facebook. Het gaat hier om ernstige systemen, maatwerk, high availability, integratie van wifi met fiber,… Vergeet de storage niet, de disaster recovery van de systemen. Het onderhoud, de upgrades. De kosten van die systemen. Je moet niet alleen een technologische visie hebben, maar ook business cases maken. Dat heb ik mijn ganse leven gedaan.”

“Dat een ouwe knar als jij dat zou willen doen, Luc. Ik dacht dat je aan het uitbollen was, dat je ging vissen. Heb je geen boot gekocht?”

“Ja, om te zeilen.”

“Tof.”

“Als je er zo van overtuigd ben dat ik te oud voor de job ben, waarom spreek je er mij dan over aan, PC?”

“Ik wilde je vragen of je mij geen namen van jonge, hongerige visionaire cto’s kan doorgeven, Luc. Jij kent iedereen in de sector.”

“Er is één naam, PC?”

“Ja, en die luidt?”

“Luc Lemmens.”

“Jij dus?”

“Yep.”

“Oké. Ik zal je voorstellen.”

“En mijn leeftijd?”

“Dat was om je te plagen en je motivatie te peilen. Je bent een krasse rakker, Luc.”

“Ga je mij voorstellen?”

“Tuurlijk, man! De boeven zullen het geweten hebben.”

DOOR JAN FLAMEND

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content