“Mijnheer Huydevetters, ik ben de beste verkoper ter wereld.”

“Als dat zo is, euh Kevin, dat zal het een fluitje van een cent zijn om jouw cv aan mij te verkopen.”

“Inderdaad. Ik ben vol zelfvertrouwen. Ik ben er zeker van dat U mij zal aanbevelen bij HP als key account manager.”

“Ik ben er van overtuigd dat jij overtuigd ben van je kunnen, euh Kevin, maar daarom ben ik nog niet overtuigd van je kunnen.”

“Zoals ik al zei, mijnheer Huydevetters, ik ben de beste verkoper ter wereld.”

“Oké. Bewijs dat nu maar eens.”

“Ik ben charmant, ik ben een vlotte prater, en iedereen houdt van mij. Iedereen koopt van Kevin De Beule!”

“Er zijn veel mensen die dat van zichzelf vinden, maar dat maakt hen nog geen goede verkoper.”

“Voor mij is dat evident.”

“Zeg eens, euh Kevin, wat doet een goede verkoper eigenlijk?”

“Hij kent zijn product, hij kan daar met enthousiasme over praten, en hij verleidt de klant met zijn charme.”

“Interessante visie.”

“Zie je wel.”

“In de vorige eeuw lukte dat nog, dat fraaie praten met de tandpastaglimlach.”

“Euh?”

“Vertel mij over je grootste verkoopsucces.”

“Ik werk momenteel als meubelverkoper in de showroom bij Heylen, en ik heb vorige week een Stressless-zetel verkocht.”

“En hoe heb je dat gedaan?”

“Dat was een oudere meneer die een gemakkelijke zetel nodig had, ik heb hem in een Stressless laten plaats nemen, en de zaak was verkocht.”

“Mooi.”

“Ja, ik ben er heel trots op.”

“Heeft die mijnheer die zetel gekocht of heb jij hem verkocht?”

“Wat is het verschil?”

“Neem nu Apple. Dat ken je?”

“Ja, ik heb een iPhone.”

“Is het Apple dat zichzelf verkoopt, omdat het zo’n sterk merk is, of is het de Apple-verkoper die het product aan de man brengt?”

“Euh.”

“Apple heeft de beste producten ter wereld en het heeft de slechtste verkopers ter wereld. Ondanks die slechte verkopers is het een fenomenaal succes.”

“Wat wil U eigenlijk zeggen?”

“Ik wil zeggen dat een goede verkoper meer doet dan fraaie praatjes vertellen. Een goede verkoper moet in de eerste plaats goed kunnen luisteren, de behoefte van zijn klant proberen te begrijpen.”

“Dat is onzin, ik weet wat een klant nodig heeft. Ik zal hem dat wel wijsmaken.”

“En jij weet dat omdat je de beste verkoper ter wereld bent.”

“Yep. En daarom wil ik key account manager bij HP worden.”

“Wat doet een key account manager bij HP?”

“Da’s simpel. Die verkoopt de pc’s, de laptops, de printers. En liefst zoveel mogelijk.”

“En aan wie verkoopt hij die?”

“Aan iedereen die geld heeft.”

“Wat is een key account?”

“Een dikke klant.”

“Zo kan je het stellen.”

“De dikke klant is kwestie is KBC.”

“De bank? Da’s geen probleem. Die hebben zeker veel printers en pc’s en laptops nodig.”

“Hoe ga je producten aan KBC verkopen?”

“Da’s simpel. Ik bel naar de aankoopdienst en ik zeg hen dat ik de scherpste prijs van de markt heb.”

“Je wil ze ook nog de inktcartridges van de printers gratis weggeven.”

“Wel dat is een schitterend idee. Dan gaan ze zeker bijten.”

“En denk je dat HP blij gaat zijn als je zonder marge en met verlies gaat verkopen?”

“Bof, dat is mijn probleem niet. Het gaat om het volume en de omzet.”

“Oké, ik weet genoeg, Kevin.”

“En?”

“Ik ga je bij Belgacom aanbevelen.”

DOOR JAN FLAMEND

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content