Wim Roelandts is half met pensioen, nu hij ceo af is van technologiebedrijf Xilinx. Hij blijft wel voorzitter van de raad van bestuur en leidt de Amerikaanse sectorfederatie. Hij woont al 25 jaar in de States, is ondertussen genaturaliseerd, maar probeert een gewone Vlaming te blijven.

Hoewel hij in zijn laatste jaar als ceo van de Amerikaanse halfgeleiderproducent Xilinx 4,4 miljoen dollar bruto verdiende, komt Wim Roelandts aanlopen in een uitgeregend bruin colbertje boven een beige sportieve broek. Neen, hij mist de seizoenen niet in Californië, waar hij nu al 25 jaar woont.

Roelandts is dit jaar voorzitter van de Amerikaanse federatie van de halfgeleiderindustrie. De eerste voorzitter uit een bedrijf dat zelf geen halfgeleiderfabrieken heeft. Xilinx, waar Roelandts twaalf jaar ceo was en nu chairman, heeft meer dan de helft van de wereldmarkt voor programmeerbare logische halfgeleiders. Cisco, Alcatel-Lucent, Ericsson, Motorola en Samsung zijn grote gebruikers en Roelandts kent zijn klanten. John Chambers, de ceo van Cisco, is een persoonlijke kennis, net als voorzitter Scott Kriens van Juniper Networks en chairman Jim Morgan van Applied Materials. Sommigen hebben nog voor hem gewerkt, zoals Dan Warmenhoven, ceo van Network Appliance. Gordon Moore van Intel, Bill Hewlett en Dave Packard van HP, stichter Bernie Vonderschmitt van Xilinx zijn mensen waarvan hij in zijn carrière heeft geleerd. Door de studies van zijn dochter is hij ook bevriend met Paul Locatelli, de rector van de Santa Clara University, die onlangs benoemd is tot hoofd van alle onderwijsinstellingen van de jezuïeten.

Sinds vorig jaar is Roelandts zelf ook Amerikaan. Xilinx werkt namelijk meer en meer voor defensie. “Ofwel moest ik Amerikaan worden, ofwel moesten we een onafhankelijke firma oprichten om aan hen te leveren. Het werd toch tijd dat ik me normaliseerde”, zegt Roelandts. Als voorzitter van de Semiconductor Industry Association was hij dit jaar al drie keer in Washington om te pleiten voor meer basisonderzoek en belastingkredieten en voor de stopzetting van de politiek om buitenlandse studenten na hun studies onmiddellijk terug te sturen. “Dat is onzin. Je leidt die mensen op, zij willen blijven, maar jij stuurt ze weg om tegen ons te concurreren.”

Maar zelfs als Amerikaan is hij Vlaming. Legendarisch omdat hij in de crisis van 2001 bij Xilinx wèl een inlevering onderhandelde, maar geen ontslagen. Hij schudt het hoofd over het kwartaaldenken dat de VS domineert. “Hitachi in Japan kijkt 125 jaar vooruit. Ons langetermijnplan bij Xilinx is vijf jaar.”

In uw Letter from the CEO op de website van Xilinx stond dat u in die twaalf jaar bijna alle dagen met plezier naar het werk ging. Wanneer deed u dat niet?

Wim Roelandts: Personeelsproblemen vond ik altijd heel moeilijk. Iemand – na het zoeken van veel andere uitwegen – moeten zeggen dat hij of zij toch moet vertrekken, was iets waar ik allesbehalve naar uitkeek. Andere moeilijke dagen waren de aankondiging van de kwartaalresultaten. Je kunt analisten soms niet de volledige waarheid zeggen – als een leverancier slecht werk levert, houd je dat bijvoorbeeld beter voor jezelf – en liegen is ook geen optie. Het komt er dus op aan om uitsluitend te antwoorden op wat je wordt gevraagd in de hoop dat je aandeel niet te veel zal dalen.

De laatste keer dat u als ceo resultaten moest aankondigen, was dan een moeilijke dag voor u. De omzet steeg niet in 2007.

Wim Roelandts: Het laatste jaar was een moeilijk jaar en ik zie geen verandering. Bedrijven in Silicon Valley zien hun omzet ofwel stijgen ofwel dalen. Dat Xilinx’ omzet vlak bleef, is zeer abnormaal. Het fenomeen is waarschijnlijk te wijten aan de groeiende concurrentie en de kleinere groei. Kijk, high tech is een business die wordt gedreven door de wet van Moore. Iedereen denkt dat die fantastisch is, omdat je elke twee jaar de prestaties van je chips verdubbelt, maar er is ook een deflator. De gemiddelde verkoopprijs per chip daalt tegelijk ongeveer met veertig procent per jaar, waardoor je ongeveer vijftig procent meer chips moet verkopen om nog met tien procent te groeien. Je kunt je resultaat dus achteruit zien gaan, terwijl de consumptie toch stijgt. Vorig jaar was de prijsdaling dus ongeveer in evenwicht met de stijgende vraag.

Hoe ziet u de toekomst van Xilinx en van de sector?

Wim Roelandts: Hoe rooskleurig de toekomst van Xilinx is, kan ik maar moeilijk zeggen aangezien ik geen ceo meer ben. De groei van de sector van de halfgeleiders zal de volgende twee jaar tussen de vijf en tien procent blijven en niet teruggaan naar de zeventien of achttien procent van voor de eeuwwisseling. We gaan terug naar normale cijfers (tussen 1995 en nu was de groei gemiddeld zes tot zeven procent per jaar, nvdr .). De pc-markt is momenteel matuur, de groei komt van de meerverkoop door lagere prijzen. Omdat de afnemers nu vooral consumenten zijn, ligt de druk op de kosten veel hoger. Zolang er geen nieuwe applicaties komen die veel chips nodig hebben, komt er dus geen enorme groei, want tv’s, gsm’s of fototoestellen bevatten maar weinig chips. Ik verwacht wel dat laptops over twee jaar geen hard drive meer zullen hebben, maar gebruik zullen maken van ‘solid state disc drives’ (halfgeleidergeheugens, nvdr.). Die verbruiken wel veel chips, dus dat zal een boom geven.

Verwacht u nog een comeback voor Europa in de elektronica, nu de productie naar Azië is verschoven?

Wim Roelandts: Rijkdom komt van het aantal mensen dat kan innoveren en nieuwe producten kan vermarkten. Europa genereert meer ingenieurs dan de Verenigde Staten, dus ik ben redelijk optimistisch. De beste onderzoeksinstellingen in halfgeleiders zijn Imec in België (technisch directeur Ivo Bolsens van Xilinx komt van Imec , nvdr.) en Albany in New York. Maar of je aan de top kunt blijven als je zelf geen fabricage hebt in de VS, vragen we ons bij de Semiconductor Industry Association dikwijls af. Xilinx zelf heeft geen eigen fabrieken, maar wij hebben wel vijftig procesingenieurs die nauw samenwerken met de halfgeleiderproducenten. Zo raken we niet geïsoleerd, maar zolang je zelf ontwikkelt en knowhow hebt, heeft het weinig belang waar iets gefabriceerd wordt. Meer dan de helft van de foundrytechnologie komt van fabrikanten van uitrusting zoals Applied Materials of het Nederlandse ASML. Niet zozeer van UMC of TSMC. Die Taiwanese foundries konden alleen ontstaan doordat de bouwers van uitrusting, die hun machines ontwikkelden voor Intel en IBM, ze ook aan hen verkochten. Daardoor konden UMC en TSMC de nieuwste technologieën gebruiken, zonder dat ze het geld op tafel moesten leggen voor de ontwikkeling van de machines.

U bent veel minder operationeel actief bij Xilinx. Heeft u het daar moeilijk mee?

Wim Roelandts: Soms wel. Voornamelijk als de nieuwe ceo Moshe Gavrielov beslissingen neemt die ik niet zou hebben genomen. Ik kan hem alleen maar vertellen welke consequenties ik bij welke keuze verwacht en hem mijn persoonlijke opinie geven. Wil hij naar mijn raad luisteren, fine. Doet hij dat niet, fine too. Dan heb ik tenminste mijn taak als voorzitter volbracht.

“Ik heb altijd een zeer sterke nadruk gelegd op de uitwerking van een strategie die ook op de lange termijn rendeert. In de Verenigde Staten worden veel bedrijven vandaag veel meer op korte termijn gemanaged. Daarbij heb ik soms het gevoel alsof ik naar een Griekse tragedie kijk: je weet dat op het einde iedereen sterft, maar je kunt er niets aan doen. Er zijn momenten dat ik denk dat het niet goed kan gaan, maar daar moet ik me bij neerleggen. De wetenschap dat er meer dan één pad naar succes leidt, helpt daarbij.

Wat vonden uw medewerkers minder prettig aan u?

Wim Roelandts: Mijn staf klaagde dikwijls dat ik nooit mijn eigen gedachten uitsprak. Als iedereen A zei en ik uiteindelijk voor B koos, kregen medewerkers het gevoel dat ze gezichtsverlies hadden geleden. Maar ik deed het omdat ik echt wilde horen wat ze te zeggen hadden. Misschien konden ze me wel overtuigen dat hun antwoord het juiste was.

Zelf noem ik me een pothole manager. Een pothole is in Amerika een gat in het wegdek. De rest van de straat mag er perfect bijliggen, ik focus op dat gat. Als iemand het voor 95 procent fantastisch had gedaan en voor vijf procent slecht, discussieerde ik over die vijf procent. Dat moesten mijn mensen leren. Gaat het goed? Fijn. Dan moet er niet over worden gesproken.

Welke tips heeft u voor jongeren die net van de schoolbanken komen?

Wim Roelandts: “Je moet zoveel mogelijk verschillende jobs doen als je jong bent. Ik heb gewerkt in service, support, marketing en in R&D. Toen ik bij HP in service begon, waarschuwde een vriend dat niemand carrière maakt in service. Het omgekeerde is waar. In de serviceafdeling leer je de technologie kennen én leer je met klanten omgaan. Je kunt je niet inbeelden hoeveel ceo’s bang zijn om met klanten te spreken. Ze weten gewoon niet wat te doen met een ontevreden klant terwijl ik dankzij mijn ervaring nooit problemen had om mensen terug te winnen.

Bruno Leijnse en Sjoukje Smedts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content