Stefan Grommen Stefan Grommen est rédacteur de Data News.

Weinig it-ondernemers kunnen in ons land zo’n mooie lijst ‘exits’ voorleggen als Kristof De Spiegeleer (38). Hoog tijd dus om hem zijn verhaal te laten doen.

Echt happig op het interview was Kristof De Spiegeleer niet. “Behalve dat het leuk is voor je ego, kan je je afvragen wat je erbij te winnen hebt,” opent hij als hij voor ons dictafoontje zit. De Spiegeleer doelt vooral op mogelijke uitspraken die zijn werkgever op dit moment, Sun Microsystems, in de problemen zouden kunnen brengen. Bij Sun is hij nog een jaar ‘director cloud computing’, na de overname van zijn bedrijf Q-Layer. De overname van Sun door Oracle zorgt er echter voor dat hij het met zijn Sun-petje op erg rustig heeft. Maar De Spiegeleer weet zich wel bezig te houden, vooralsnog als investeerder in start-ups.

Q-Layer was de recentste van een hele reeks ‘exits’ van De Spiegeleer over een periode van nog geen 10 jaar. Dat de burgerlijk ingenieur na zijn afstuderen niet aan de bak kon bij grote namen als IBM of Alcatel, zal hij nu wel als een meevaller ervaren. Hij besefte dat hij wellicht beter zou gedijen bij een klein bedrijf en keerde terug naar de plaats waar hij vakantiewerk gedaan had, BIP Computers. In Gent moest hij er een slecht draaiende winkel weer gezond maken. “Drie maanden later was dat gebeurd en was de fun eraf”, zegt hij. Waarop hij Netcom Solutions lanceerde, dat zich bezighield met netwerken “in een tijd toen ip en internet nog in hun kinderschoenen stonden”. Het zou later worden verkocht aan IPGlobalnet, maar toen had De Spiegeleer eigenlijk al de overstap gemaakt naar PSInet. Dat was een Amerikaanse internetprovider die zijn activiteiten in Europa wilde uitbouwen. “We surften mee op de aanzwellende internetgolf. Een fantastische leerschool: in een paar jaar tijd hebben we zowat alles opgestart qua hosting in Europa. In die tijd was er nog heel veel geld, legde je heel wat contacten en deed je heel grote projecten, onder meer bij de Nasa of de UEFA.”

Moeilijke jaren

In 2000 begon de ondernemerscarrière van De Spiegeleer pas echt, met de opstart van Dedigate en Hostbasket in de gebouwen van een voormalige meubelzaak van 4500 m2 langs de Antwerpsesteenweg in Lochristi. “We wilden enerzijds een bedrijf dat ‘complex hosting’ deed, Dedigate, daarbij steunend op mijn ervaring bij PSInet. Hostbasket was dan veeleer bedoeld voor de kleinere sites, voor de kmo en bood mensen meer een totaaloplossing, meer automatisatie, …” Dedigate floreerde aanvankelijk, tot de internetcrash alles onderuit haalde. “Toen hebben we echt zwarte sneeuw gezien. De centen waren op. Probeer op zo’n moment maar es aan kapitaal te geraken.” Dat lukte dus niet, waardoor De Spiegeleer iets anders moest bedenken. “We besloten om automatisatietechnologie die ontwikkeld werd voor Dedigate uit het bedrijf te halen. Dat is toen Datacenter Technologies (DCT) geworden. Voor die technologie hebben we wel funding kunnen vinden – veel zelfs, zo’n 14 miljoen euro – en hebben we een deal gesloten: een stuk daarvan konden we voor Dedigate gebruiken. Zowat 9 maanden lang waren wij een van de enige bedrijven in Europa die geld hadden opgehaald.”

Eerst kwam er een nieuwe ceo voor Dedigate, zodat De Spiegeleer zich op DCT kon focussen. Een jaar later werd Dedigate verkocht aan het Amerikaanse Terremark. “Een goede exit”, noemt De Spiegeleer dat. Twee jaar nadien zou hij ook DCT verkopen. De periode die daaraan vooraf ging bestempelt hij als “moeilijke jaren”. “We hebben veel geld verbrand. We hebben verscheidene kapitaalrondes gedaan, maar op een zeker moment heb ik het bedrijf meer dan de helft moeten afslanken. Toen hebben we een interne herstart gedaan en opnieuw slechts een stukje van de technologie, een back-upproduct, overgehouden. “We hebben het bedrijf opnieuw gelanceerd in de VS, waardoor het ironisch genoeg in België beter begon te draaien.” Waarop Veritas Software – dat 6 maanden later in handen kwam van Symantec – het bedrijf overnam. “Dat was een heel goede deal voor alle betrokkenen. Om je een idee te geven: volgens de planning voor dit jaar zouden ze met dat product meer dan 100 miljoen dollar verdienen.”

IT Valley

In 2006 werd Q-Layer boven de doopvont gehouden, een start-upproject samen met de voormalige chief technology officer van Hostbasket, Niko Nelissen, en de ex-technical director van DCT, Jan De Landtsheer. Ze haalden geld op, maar besloten hun tijd te nemen om het product uit te werken. “Dat was achteraf gezien een iets verstandigere strategie.” De Spiegeleer zocht vervolgens grotere vc’s, in Amerika en in Europa. “Die hadden als doel een bedrijf van 400 à 500 miljoen dollar te bouwen.” En toen werd cloud computing plots hot en bleek dat wat Q-Layer maakte daar perfect in paste. “Je zou achteraf kunnen zeggen: ‘We hadden het allemaal gezien op voorhand’, maar zo ging dat uiteraard niet.” De cloud-hype bracht De Spiegeleer ertoe de ambitieuze plannen te wijzigen. “Ik heb toen voorgesteld aan de raad van bestuur dat ik de baan op wilde gaan om te zien of ik het bedrijf nu zou kunnen verkopen. En dat is gelukt… We hadden een aantal grote partijen rond de tafel. De gesprekken hebben ongeveer een jaar geduurd. Sun kwam toen als winnaar uit de bus.”

Omdat een jaar eerder ook Hostbasket was overgenomen door Telenet, had De Spiegeleer op nauwelijks 9 jaar ‘ondernemen’ 4 grote exits op zijn conto. Wat hij de belangrijkste verwezenlijking uit dat rijtje vindt, kan hij niet zeggen. “Ik ben vooral trots op de omgeving hier.” Met een hoofdknik wijst hij erop dat zowel Symantec, Telenet als Sun hun dochters nog steeds in de voormalige meubelzaak, ooit in een vrolijke bui ‘IT Valley’ gedoopt, onderdak gunnen. “Dat kan alleen als ze ervan overtuigd zijn dat we nooit iets gaan doen dat niet correct is. Ik probeer alles zoveel mogelijk volgens de regels te doen. En dat is niet noodzakelijk het pad naar het meeste geld of de snelste groei. Een ‘leugentje om bestwil’ doe ik niet. Nooit. Intussen hebben we een netwerk gebouwd van bedrijven die op dezelfde manier hun ding doen. Ze werken samen binnen ons ‘incubatiecentrum’ (zie nieuwsartikel p.5, nvdr). Dat proberen we altijd op een zo correct mogelijke manier te doen, zodat het ene bedrijf er niet beter van wordt dan het andere.”

Ondernemerstips

De Spiegeleer heeft een haast Amerikaanse ondernemersgeest, maar volledig weggaan uit België is geen optie. “Nergens vind je zulke competente mensen als in België. Bizar duur ook, maar competent. Er zijn maar een paar landen die vergelijkbaar zijn, Duitsland, voor de ‘Gründlichkeit’, en Israël. Ik durf zeggen dat ik door de band genomen 2 Amerikanen nodig heb voor 1 Belg.” Toch worden volgens hem in België steeds dezelfde fouten gemaakt. Grappig genoeg door bijvoorbeeld net te lang in België blijven: “In België krijg je niks verkocht. Belgen zullen nooit voor Belgische producten kiezen. Alsof wij geen vertrouwen hebben in hun onze toptechnologie. Dat is complete waanzin. Dus ik zeg: neem het Belgische talent, ga ermee naar Amerika en doe er iets mee.” Ook op het vlak van vc’s en investeerders, gaat hij verder. “Hier zeggen ze: ‘Ik geef u 100.000 euro en nu wil ik de helft van uw bedrijf’. Zo werkt dat niet. Tegen een Amerikaan kan je zeggen: ‘Geef mij 5 miljoen euro en ik ga u bewijzen dat ik 50 miljoen euro ga opbrengen. Dan moet jij tevreden zijn met 20 procent’.” Maar dat een vc geld wil verdienen, moet je altijd in het achterhoofd houden. De Spiegeleer gebruikt dat vandaag zelfs in zijn voordeel. “Eigenlijk leg je met een vc de waarde van je bedrijf vast. Als die investeert, wil die rendement. Dat is een krachtig signaal naar potentiële overnemers: je moet zelfs niet proberen om het bedrijf onder de 50 miljoen euro te kopen, anders verkoopt de vc het gewoon niet.”

Nog een belangrijke ondernemerstip van De Spiegeleer: “Gun iemand het licht in de ogen. Ik bedoel daarmee dat Belgen heel moeilijk geld weten uit te geven. Een Amerikaan niet. Die betaalt zonder problemen iets meer, want dan is hij zeker van een goede, ervaren partner. Die heeft dan ook meer verdiend, zal dus loyaler zijn. Bij de Belg mag het allemaal niet teveel kosten, wat hem naderhand vaak zuur opbreekt. Idem dito voor je eigen mensen: als ik een start-up begin, zorg ik altijd dat er aandelen voor de medewerkers zijn, zodat ze het gevoel hebben dat het ook hun start-up is. En als zij het goed doen, zorg ik ervoor dat ze kunnen doorgroeien binnen het bedrijf.”

De Spiegeleer geeft toe dat hij nu veel ruimer bij kas zit om bedrijven te lanceren. “Veel geld betekent niet noodzakelijkerwijze dat het langer gaat duren. Hoe minder geld, hoe meer ik gedwongen word om het bedrijf klein maar fijn op te zetten. Je gaat voorzichtiger om met geld en je doet het met minder mensen, …” De Spiegeleer blijft intussen ideeën voor start-ups bedenken. Er staan dan ook een hele rist aankondigingen op stapel. Wordt dus zeker vervolgd…

Stefan Grommen

‘Ik probeer alles zoveel mogelijk volgens de regels te doen. En dat is niet noodzakelijk het pad naar het meeste geld of de snelste groei.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content