Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

Wie innovatie zegt, denkt automatisch aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) in Boston. De Vlaamse hoogleraar Pattie Maes werkt al meer dan tien jaar in het ‘technologische walhalla’. Ze maakte naam met algoritmes die consumenten op een intelligente manier modelleren, een concept dat je vandaag zowat overal ziet opduiken.

Pattie Maes runt aan het MIT de ‘Ambient Intelligence Group’, waar ze zoekt naar bruggen tussen de fysieke en de digitale wereld. “Sinds de komst van Google is het kinderspel geworden om aan informatie te geraken. Maar in de meeste gevallen heb je nog een toetsenbord en een muis nodig om van de fysieke naar de digitale wereld over te stappen. Met mijn onderzoek wil ik beide integreren.”

“Als je geïnteresseerd bent in een boek dat je ziet liggen bij de tandarts, dan wil je daar meteen relevante informatie over hebben”, geeft Maes een voorbeeld. “Wel, bij één van onze projecten hebben we een RFID-lezer ingebouwd in een polsbandje. Hiermee kan je de barcode van het boek scannen, en meteen informatie over deze en verwante titels ontvangen op je mobieltje. In eenzelfde beweging kan je het boek bestellen, of een exemplaar laten afdrukken.”

Een bezoek aan de website van Maes en haar collega’s aan het MediaLab, lijkt wel een wandeling door de toekomst. Ringen met een sensor die je waarschuwt als je in het warenhuis een product passeert dat je nodig hebt, een toepassing die je meteen informatie geeft over de lichaamstaal (en de emoties) van de persoon die tegenover je zit: Star Trek is nooit ver af.

“Eigenlijk moet ik vooral inschatten welk idee potentieel heeft en welk niet”, gaat de hoogleraar verder. Een project waar Maes momenteel veel belang aan hecht, is de ontwikkeling van siftables-schermpjes, die het omgaan met informatie flink moeten vergemakkelijken. Het idee is dat je in de plaats van één computer met één scherm, veel kleine computertjes met kleine schermpjes gebruikt.

Siftables

“Het is alsof het scherm van je pc opgesplitst is en verspreid over verschillende kleinere displays”, legt Maes uit. “Al die schermpjes kan je met je handen bedienen, en op een intuïtieve manier organiseren. Om je foto’s te ordenen bijvoorbeeld.”

“We denken dat er heel wat toepassingen komen voor de siftables. Neem nu video-editing. Je plaatst één stukje video in elk van de siftables, en je zet ze op een rijtje om ze te ordenen. Zelfs meerdere mensen kunnen er dan tegelijkertijd aan werken.”

Ons doet het wat denken aan de film ‘Minority Report’ van Steven Spielberg, waarin Tom Cruise via multitouch displays zowat ín zijn computer kon stappen om met beide handen dingen vast te pakken.

“De persoon die meewerkte aan ‘Minority Report’, is een doctoraatstudent aan het MediaLab. Intussen bestaat die toepassing trouwens echt. We gaan in onze gebouwen binnenkort een exemplaar inwijden. Maar het systeem uit de film is niet erg intuïtief. Je werkt met handen en gebaren om informatie op te diepen, maar je moet de gebarentaal wel meester zijn voor je aan de slag kan gaan. Met de siftables kan je wel intuïtief werken.”

Op dit ogenblik zijn er al een achttien grote bedrijven in de weer met applicaties. “Onder meer France Telecom, Samsung en BT schrijven programma’s voor de siftables. En binnen een tweetal jaar zullen ook de schermpjes te koop worden aangeboden.”

Maes heeft er niet de minste moeite mee dat het grootste deel van haar werk gesponsord wordt door de grootindustrie. Zelfs de supermarktketen Wal-Mart heeft een voet tussen de deur in Boston. “Het Medialab alleen al wordt gesponsord door ongeveer 70 bedrijven. Beïnvloeden die ons onderzoek? Misschien wel.”

“In de VS wordt er in vele onderzoekinstellingen nauw samengewerkt met de industrie. Het idee erachter is dat de sponsors bepaalde technologie later kunnen commercialiseren. De écht grote sponsors mogen zelfs een vaste medewerker afvaardigen. Zo hebben we iemand van LG, Samsung en Motorola in huis.”

“Die manier van werken heeft ook zijn voordelen. Want de sponsors verschaffen ons toegang tot modellen die ze zelf ontworpen hebben en die nog niet op de markt zijn. Er is dus wel degelijk sprake van een gezonde wisselwerking tussen beide partijen.”

“Ik heb de indruk dat er tegenwoordig meer fondsen voor fundamenteel onderzoek beschikbaar zijn in België dan vroeger. Maar de Europese en Belgische bedrijven ontberen de mindset om universiteiten te steunen. Omdat in Europa de onderzoeksinstellingen hoofdzakelijk betaald worden door de overheid. Een firma zoals Barco vraagt zich af waarom ze 200.000 euro per jaar op tafel zou leggen om samen te werken met de UGent of de KULeuven. In dat opzicht hebben de Amerikanen een stapje voor, zoveel is zeker.”z

http://ambient.media.mit.edu/projects.php

Frederik Tibau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content