Voor de directeur van Agoria in Wallonië bestaat een van de grootste uitdagingen op het vlak van innovatie in het Waals Gewest erin jonge talenten warm te maken voor het vak. Zijn boodschap voor bedrijfsleiders: benadruk het nut en de capaciteiten van ict om grote planetaire uitdagingen zoals de opwarming van de aarde, voedsel-schaarste of watertekort aan te gaan.

DN: Recente markante feiten op het vlak van ict-innovaties in het Waals Gewest?

“Wat mij het meest is bijgebleven, zijn de investeringen van de twee it-zwaargewichten, Google en Microsoft. Dat is een echte opsteker. Los van de nieuwe jobs die daarmee worden gecreëerd, geven die innovaties ons een zuurstofinjectie – het is als het ware onze toverdrank. Het feit dat dergelijke reuzen kiezen voor Wallonië, is een duwtje in de rug voor alle anderen die innoveren.”

DN: De afwezigheid van een ict-pool in het Marshallplan?

“Professor Caperon heeft gewerkt aan een reeks indicatoren en selectie-indexen ingevoerd. De vijf eerste sectoren die naar voren kwamen via deze methode werden weerhouden. Ict stond niet in de lijst. Maar ik denk dat zelfs als er een bredere selectie van zes of zeven sectoren werd gemaakt, ict er niet bij zou zijn. Dat komt door haar transversaliteit – ict is ingebed in alle werkingsprocessen van een onderneming. Tegelijk kan ze specifiek worden aangewend voor een bepaald vakgebied, ik denk bijvoorbeeld aan ruimtevaart of documentenbeheer. Volgens mij zou het een goed idee zijn om in de huidige concurrentiepolen van het Marshallplan voorrang te geven aan projecten met een sterk ontwikkeld ICT-luik, zoals Sky Win. Tegelijk zal het niemand ontgaan zijn dat een pool voor ICT nodig blijkt. Dat werd half september nog aangehaald bij de inhuldiging van de nieuwe gebouwen van Iris.”

DN: Het nut en de relevantie van een ict-cluster in deze context?

“Het echte probleem van een cluster is de kritieke omvang. Er zijn projecten waarvoor zelfs Wallonië te klein is. Neem nu het voorbeeld van het Telematics-cluster dat aan de ontwikkeling van een intelligent transportsysteem werkt. Verkeersbeheer, planning van autosnelwegen, informatie over mobiliteit: daarvoor is een Europese dimensie nodig, met een koppeling tussen het Belgische cluster en andere Europese clusters.”

DN: De actie van Agoria ter bevordering van innovatie?

“Agoria Wallonië heeft ervoor geijverd dat deze clusters de kans zouden krijgen zich te ontwikkelen en heeft ervoor gezorgd dat Waalse ondernemingen worden vertegenwoordigd in het personeel en de programma’s van de clusters zelf.”

DN: De verhoudingen tussen de publieke en privé ict?

“Het is geen dogmatisch gegeven. Het is niet zo dat de publieke sector bepaalde zaken slecht doet en de privé goed. Er is enkel een industrieel beleid als de staat meespeelt. Als ik even een vreemde vergelijking mag gebruiken: het bedrijf is de vis, en de staat moet de kwaliteit van het water in het aquarium bewaken, letten op de kwaliteit van het ecosysteem. We hebben het over fiscale aantrekkelijkheid, beschikbaarheid van industriële ruimten. Het is de verantwoordelijkheid van ondernemingen om rijkdom te creëren. Het is de verantwoordelijkheid van de politiek om voorwaarden te creëren waardoor Wallonië zijn economisch herstel kan bevestigen.”

DN: Concrete vorderingen inzake innovaties?

“Er is het voorbeeld van Sowalfin en zijn oproep voor innoverende projecten, hoewel we daarmee misschien eerder in het industriële dan het ict-domein zitten. Tweemaal werden er voor een relatief bescheiden bedrag wedstrijden georganiseerd om de kwaliteit van Onderzoek en Ontwikkeling en projecten te vergroten. Niet met een document van 500 pagina’s dat een paar dagen vergt om te doorploeteren, maar met een vrij eenvoudige aanpak. Daarnaast zijn er ook nog de innovatiecheques.”

DN: De moeilijkheden?

“De terbeschikkingstelling van terreinen voor de industrie, terwijl er net in Wallonië meer plaats is dan elders. En dan nog altijd de traagheid van de procedures. Op structureel niveau, de kritieke omvang. Naast enkele vlaggenschepen zoals Iris of EVS, is Wallonië een land van kmo’s. Ik zou hen willen zeggen dat ze moeten durven groeien. Pas wanneer de kaap van de 50 of 100 medewerkers wordt bereikt, is er een opsplitsing van het werk, kan er een exportverantwoordelijke of een verantwoordelijke voor innovaties worden aangeduid, en durft men consequent te investeren in O&O. We moeten innovatie aandurven om levensvatbaar te blijven in een context van permanente veranderingen. En nogmaals, het nodige talent vinden. Dat is vandaag de grootste moeilijkheid.”z

Jean-Luc Manise

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content