Kristof Van der Stadt
Kristof Van der Stadt Hoofdredacteur bij Data News

Ook in de transportsector speelt stilaan de nood aan geïntegreerde systemen. “Een transporteur wil geen elektronicagizmo’s op wielen, maar een compleet fleet management systeem”, zegt Nic Vandendriessche van het Ieperse telematicabedrijf Transics.

Een trend die customer care manager Dirk Stae-lens van Transics alleen maar kan bevestigen: “Alle studies wijzen in de richting van meer integratie. Zeker in een markt waar grote omzetten gedraaid worden met zeer kleine winstmarges is integratie een noodzaak.” Met integratie bedoelt Staelens het linken van verschillende toepassingen op het boordcomputerplatform van een truck. Een voorbeeld hiervan is de verplichte digitale tachograaf in de truck die gekoppeld is aan de Quattro Plus OBS (on-board computer). Het is overigens de door de Europese Commissie verplichte invoering van de digitale tachograaf die ervoor gezorgd heeft dat transportbedrijven zijn gaan investeren in dergelijke systemen. Staelens: “De Europese Commissie heeft de digitale tachograaf voornamelijk ingevoerd om de controle voor een groot stuk te automatiseren. Maar de digitale tachograaf is wel meteen een voorbeeld van hoe wetgeving zorgt voor een extra ‘pain’ bij de transporteur, die je met it en telematica kan oplossen. Een analoge tachograaf registreert rijtijden namelijk per seconde, een digitale doet dat per minuut. Dat maakt dat heel korte ritjes van enkele seconden meteen als een minuut geregistreerd worden. Zo hebben wij geconstateerd dat een vrachtwagen met een digitale tachograaf tot 45 minuten meer reistijd registreert. Een vrachtwagenchauffeur moet bijgevolg sneller stoppen met rijden, en is dus minder productief.” Een boordcomputer die de gegevens van de digitale tachograaf uitleest, moet dat probleem ondervangen. Staelens: “De gegevens worden doorgestuurd naar de dispatcher, zodat hij hiermee rekening kan houden in het opstellen van de rittenplanning. Dat moet bijvoorbeeld vermijden dat een chauffeur op vijf kilometer van zijn laadplaats komt vast te zitten omdat hij aan zijn verplichte acht uur rusttijd moet beginnen.” Voor de koppeling met de digitale tachograaf kon Transics overigens een beroep doen op de ingekochte know-how van DIS (Delta Industrial Service, de Franse sectorgenoot die overgenomen werd door Transics).

Vervelende verplichting

De introductie van de digitale tachograaf, bracht nog een ‘vervelende’ verplichting met zich mee: de wet verplicht transportbedrijven namelijk dat de chauffeurskaart die in het toestel geschoven wordt uiterlijk om de 21 dagen moet worden uitgelezen. “Wij hebben daarom een eigen applicatie ontwikkeld die toelaat om de gegevens in de truckcabine uit te lezen en via de boordcomputer door te sturen naar de thuisbasis”, aldus Nic Vandendriessche, verantwoordelijk voor Strategic Alliances. De datatransmissie tussen de boordcomputer en de back-office toepassingen verloopt overigens via gprs. “Korte berichten zoals de huidige positie, statusveranderingen of tekstberichten van de dispatching naar de chauffeur worden in realtime doorgestuurd”, zegt Staelens. “Ook de vele alarmen die de software van de boordcomputer genereert, worden meteen doorgestuurd. Denk aan een alarm omdat de rijtijd overschreden werd, of omdat de chauffeur te lang stilstaat op een plaats of de temperatuur in de koelwagen bijvoorbeeld te hoog oploopt.” Daarnaast genereert de boordcomputer ook heel wat informatie, die gebruikt wordt voor analyse en rapportage. Die informatie – genre brandstofverbruik, gemiddelde snelheid e.d. – wordt tot drie maal per dag verstuurd. “In een mobiele omgeving – zeker in een internationale context – moet je toch nog altijd rekening houden met datavolumes en roamingtarieven”, zegt Vandendriessche. Momenteel rijden er al meer dan 40.000 voertuigen rond met een Transics-boordcomputer. Een groot deel hiervan heeft een simkaart in beheer van Transics. Sommige klanten geven de voorkeur aan hun bestaande telecomoperator omdat zij daarmee prijsafspraken of volumecontracten hebben. Alle gegevens komen via gprs toe op servers van Transics. “En dan zijn er twee mogelijkheden”, legt Staelens uit. “De klant host zijn database en de softwareapplicaties op de Transics-servers waartoe hij toegang heeft via een klassieke internetverbinding. Dat is de formule die om zijn lage instapkost nu het meest aanslaat. Maar we laten ook toe dat de klant zelf zijn database en applicatiesoftware lokaal bewaart.” Bij Transics zijn er in totaal zo’n 41 man actief in de eigen softwareontwikkeling – op een totaal van 223 personeelsleden.

Kristof Van der Stadt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content