Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

Anderhalf jaar nadat Steve Jobs de nieuwe technologie een flinke duw in de rug gaf tijdens één van zijn legendarische keynotes, lijkt html5 helemaal door te breken op het web. Om na te gaan of het ook in ons land zo’n vaart loopt, heeft Data News vijf stellingen voorgelegd aan een select groepje van Belgische webspecialisten.

Dankzij html5 kunnen webbrowsers bliksemsnel reageren op acties van gebruikers, waardoor een vorm van interactiviteit mogelijk wordt die we kennen van de betere computergames, maar dan zonder dat er extra software geïnstalleerd hoeft te worden. Ontwikkelaars kunnen html5 gebruiken om hun creaties beschikbaar te maken op de verschillende platformen voor tablets, pc’s en smartphones, zonder dat ze langs de app-stores hoeven te passeren.

Specialisten opperen dat html5 kunstenaars, adverteerders en mediabedrijven in staat stelt hun aanbod te differentiëren en te verfijnen op manieren die tot voor kort zo goed als onmogelijk waren.

Al die mooie beloftes hebben er voor gezorgd dat alternatieve technologieën zelfs geen kans meer maken. Flash-ontwikkelaar Adobe zag de bui al hangen, en besliste zelfs om de verdere ontwikkeling van zijn ooit zo populaire animatiesoftware te staken voor mobiele browsers. Omdat 2012 hét jaar van html5 lijkt te worden, legden we enkele stellingen voor aan een exquise gezelschap van Belgische webontwikkelaars en online-specialisten. En blijkt dat de meningen over de nieuwe technologie toch wat verdeeld zijn. Leest u even mee…

We betreden een tijdperk waarin websites meer verbonden zijn dan ooit, onder meer dankzij de komst van nieuwe API’s.

KRISTOF DEGRAVE: “Dit is een evolutie vanuit de sociale media. Twitter, LinkedIn en Facebook integreren nu al naadloos met elkaar. Maar API’s zoals postMessage en CORS maken het mogelijk om op een eenduidige, gestandaardiseerde manier met deze en andere platformen te communiceren. Straks hoef je dus niet langer een specifieke API te gebruiken.”

THOMAS DECEUNINCK: “Het web met statische documenten wordt langzaam ingeruild door het web van applicaties. Tegelijk wordt ook het adagium van web 2.0 bewaarheid: ‘small pieces loosely joined’. Bedrijven beginnen in te zien dat open data een goede manier is om een groter publiek te bereiken als om hun online R&D te out- en crowdsourcen. Maar er is nog een lange weg te gaan. De eenvoud van statische html-pagina’s staat haaks op de complexiteit van API’s. Webmasters moeten programmeurs worden.”

MARK CREETEN: “Wanneer websites gemakkelijk data kunnen uitwisselen dankzij tools als CORS of postMessage, wordt het ook eenvoudiger om mashups en andere integraties te bouwen. Probleem is dat deze technologieën niet door alle browsers ondersteund worden. Als ontwikkelaar ben je dus toch weer beperkt, of word je gedwongen om fall-backs en alternatieve technieken te gebruiken.”

Downloadbare apps worden meer en meer ingeruild voor html5-sites met gelijkaardige functionaliteiten.

JAN PERSOONS: “Zeker. In de eerste plaats omdat het ontwikkelen van html5-sites een pak eenvoudiger én goedkoper is. Het wordt onhoudbaar om voor alle mogelijke besturingssystemen een native app te ontwikkelen, en een html5-site is beschikbaar over verschillende platformen heen. Binnenkort zal het niveau van html5-sites trouwens naast dat van de apps kunnen staan.”

BRICE LE BLEVENEC: “Niet akkoord, want native apps bieden heel wat voordelen. Updates worden gemeld, apps zijn zichtbaar op het homescreen van smartphones, en zijn betrouwbaar omdat winkels zoals de App Store van Apple ze screent. Bovendien is het veel gemakkelijker om te betalen binnen apps, en krijgen toepassingen vlotter toegang tot de ‘voelsprieten’ van de smartphones, zoals de gyroscoop of het kompas. En tenslotte staat de gebruikersinterface van websites nog lang niet op het niveau van de apps.”

KENNY DESMET: “Mobiele browsers zullen meer en meer functionaliteiten van het toestel kunnen aanspreken, waardoor er weer een reden minder is om downloadbare apps te bouwen voor specifieke platformen. Sommige bedrijven die zwaar geïnvesteerd hebben in mobiele applicaties, beseffen nu dat hun communicatiekanalen zo versplinterd zijn geraakt, dat ze door de bomen het bos niet meer zien. Op termijn zal er dus teruggegrepen worden naar een meer geïntegreerde aanpak. De evolutie rond Responsive Design zal hier zeker toe bijdragen. Als je gebruik maakt van html5 en css3 kan je websites zo bouwen dat ze zich automatisch aanpassen aan het scherm of toestel waarop ze worden getoond.”

KATRIEN DE GRAEVE: “Dit is momenteel nog niet duidelijk. Html5 zal ook morgen nog niet kunnen integreren met mobiele platformen zoals native apps dat kunnen. Maar meer en meer apps zullen html5 wel gaan gebruiken als platform. Denk aan Sencha, PhoneGap en Metro Style apps in Windows 8.”

Heel wat applicaties zullen ook offline kunnen draaien, daarbij gebruik makend van offline cache.

TOM CLAUS: “Inderdaad, en dat kan enkel voordelen opleveren voor eindgebruiker, ontwikkelaar en hoster. Developers gaan offline cache gebruiken om de prestaties van hun apps te verbeteren. Wat lokaal kan worden opgeslagen, zal dan ook lokaal en offline worden gestockeerd. Maar wat veiligheid betreft, duikt er wel een probleem op. Want willen bedrijven wel dat eindgebruikers data op hun pc hebben staan?”

KENNY DESMET: “Het lokaal kunnen opslaan van gegevens is tot op vandaag één van de belangrijkste redenen om voor native apps te kiezen. Eens die barrière overwonnen is, zou je bijvoorbeeld perfect een mail client kunnen bouwen als een webapplicatie. De software as a service enthousiastelingen dromen al jaren van dit soort mogelijkheden.”

KRISTOF DEGRAVE: “Vermits we intussen nog steeds niet overal een goede dekking hebben (mobiel internet), vormen offline mogelijkheden een erg interessante troef voor internetapps, zeker als ze willen concurreren met native apps. Maar we evolueren wel naar een wereld waarin de meeste mensen verkiezen om altijd en overal verbonden te zijn. En waarin gebruikers connected apps zullen verkiezen boven disconnected apps. Denk maar aan alle problemen waarvan je gespaard wordt: synchronisatie, verouderde data,….”

In navolging van Apple en Google gaan ook kleinere browserproducten van start met een eigen app-store. Html5-ontwikkelaars krijgen meer kanalen langs dewelke ze hun diensten kunnen aanbieden.

NIELS MATTHIJS: “Mozilla heeft toch al plannen voor een eigen app store? Op korte termijn zal de ‘geslotenheid’ van grote applicatiewinkels er voor zorgen dat de ‘hybrid html5-apps’ aan populariteit winnen, maar als native app development blijft bestaan naast de ontwikkeling van webapps, kunnen de app stores ook een bedreiging vormen.”

JAN PERSOONS: “Zoiets zal je altijd zien. Brengt een browserproducent iets nieuws op de markt, dan volgt de rest. Anders zouden de gebruikers wel eens kunnen afhaken. App-stores worden met andere woorden een soort van uithangbord voor browserboeren.”

THOMAS DECEUNINCK: “Niet helemaal akkoord, want het idee van de app store is niet schaalbaar en zal in de komende jaren tot stilstand komen. Vergelijk het met het internet ten tijde van Yahoo: toen het nog klein was kon men het in een ‘directory’ vatten, toen het een zekere grootte had gekregen nam Google over met zijn indexering. We hebben dringend nood aan een goede zoekmachine voor apps.”

MARK CREETEN: “Ontwikkelaars krijgen misschien meer mogelijkheden, maar teveel plaatsen met apps brengen gebruikers in verwarring. Samsung en Sony hebben ook eigen app stores, maar worden die wel gebruikt? En staat in die winkels niet net hetzelfde als in de App Store en op Android Market?”

JavaScript wordt sneller, met een beter geheugenmanagement. De scripttaal wordt rijper, en evolueert in de richting van Java.

KENNY DESMET: “Willen we de markt zien evolueren naar webgebaseerde toepassingen op html5, dan moet dat wel. JavaScript is van strategisch belang bij het ontwikkelen van applicaties. Performantie is een reden om te kiezen voor native apps. Ontwikkelaars van games voor mobiele toestellen hebben weinig andere keuze. De prestaties van de JavaScript engines moeten dus drastisch naar omhoog.”

KATRIEN DE GRAEVE:“Als JavaScript sneller wordt, dan is dat vooral dankzij snellere browsers. De taal op zich evolueert erg traag. Dankzij verbeteringen op de JavaScript Runtime en de libraries, en het gebruik van o.a. background compilatie slagen browserboeren er in om de scripten vele malen sneller te laten uitvoeren.”

NIELS MATTHIJS: “JavaScript is één van de belangrijkste elementen in het nastreven van een betere gebruikservaring en een rijkere functionaliteit. Css3 mag dan enkele taken van JavaScript hebben overgenomen, dat wil enkel zeggen dat JavaScript gebruikt zal worden voor belangrijkere dingen. Nieuwe functionaliteiten (zoals webworkers/multithreading) betekenen een belangrijke stap voorwaarts.”

Frederik Tibau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content