Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

Enkele weken geleden lanceerden een aantal voormalige Google-medewerkers een nieuwe zoekmachine. Zal Cuil er in slagen om zijn grote broer van de troon te stoten?

In de vakantiemaanden gebeurt het wel eens dat een belangrijk bericht te weinig weerklank krijgt. De lancering van Cuil (spreek uit: ‘cool’) is een mooi voorbeeld. Google heeft een geloofwaardige en kwaliteitsvolle concurrent nodig. Yahoo! en Microsoft hebben de titel ‘belangrijke underdog’ nooit kunnen claimen.

Uiteraard is het niet eenvoudig om nog een nieuwe zoekrobot in de markt te zetten. Je moet niet alleen alles doen wat Google doet, je moet dat nog eens beter doen ook. En kijk: volgens kenners is Cuil de beste poging sinds Google op zijn eentje de andere spelers uit de markt knikkerde.

Medeoprichter Anna Patterson claimt dat haar geesteskind de grootste zoekmachine op aarde is. Cuil zou niet minder dan 120 miljard internetpagina’s indexeren, een pak meer dan Google. Bovendien is de resultatenlijst die Cuil op je scherm tovert, redelijk uniek. Zo worden de resultaten niet in de vorm van een lijstje weergegeven, maar krijgen surfers van elk resultaat een korte en vaak behoorlijke samenvatting te zien, in drie kolommen, op ‘magazineformaat’. Google en Cuil gebruiken ook andere algoritmes. Google rangschikt zoekresultaten vooral op basis van het aantal links naar een bepaalde pagina. Zijn er duizenden pagina’s die verwijzen naar een site over Madonna, dan zal dat wel een belangrijke site zijn. Cuil beweert zijn zoekresultaten te rangschikken naar inhoud, en niet naar populariteit.

Nog interessanter is het privacyaspect. Nu internetgebruikers zich steeds meer vragen stellen over de enorme hoeveelheden persoonlijke informatie die Google verzamelt, mag je er toch van uit gaan dat er wel interesse zal zijn voor een zoekmachine die geen ip-informatie of andere data die gelinkt kan worden aan de individuele gebruiker, bijhoudt. Tel daarbij het feit dat de mensen achter Cuil gepokt en gemazeld zijn in de search – Tom Costello heeft ervaring opgedaan met het WebFountain project van IBM, Anna Paterson en Russell Power tekenden in een vorig leven voor het TeraGoogle project, Louis Monier stond aan de wieg van AltaVista- en je zou al snel gewagen van een kantelmoment.

Promopraatjes

Het Cuil-team is ook ambitieus. Patterson beseft wel dat het moeilijk wordt om Google te evenaren, “maar Microsoft of Yahoo voorbijsteken, zou toch moeten kunnen. We gaan er van uit dat we anderhalf tot twee jaar nodig hebben.” Grote vraag is of dat wel realistisch is. Om maar iets te noemen: Microsoft en Yahoo bieden naast een ‘volwassen’ zoekproduct, ook features zoals ‘image search’ en ‘video search’ aan. Cuil doet dat niet, en focust in feite op ‘old school’-zoekfunctionaliteiten. En vooraleer Cuil de naambekendheid van zijn concurrenten nog maar zal kunnen benaderen, is de mens allicht al verschillende keren op Mars geweest.

Wie iets dieper graaft, kan ook heel wat vraagtekens plaatsen bij de promopraatjes van het Cuil-team. Zo is een zoekrobot die geen ip-informatie opslaat wel interessant, maar gebruikers zullen ook nooit gepersonaliseerde zoekresultaten op hun scherm krijgen, iets waar Google wel veel aandacht aan besteedt.

Dat Cuil de zoekresultaten zou rangschikken naar inhoud en niet naar populariteit, klopt ook niet helemaal. Als je Harry Potter intikt, krijg je de filmsite van ‘Harry Potter & The order Of The Phoenix’ als eerste resultaat. Maar hoe zou Cuil, door enkel naar de inhoud te gaan kijken, ooit kunnen weten dat die site zo hoog moet scoren?

Laten we eerlijk zijn: ook Cuil telt links. Het verschil met de ‘grote drie’, is dat bij Cuil enkel links op pagina’s die relevant kunnen zijn voor wat de gebruiker zoekt, weerhouden worden. Terug naar Harry Potter. Tik beide woorden in, en de zoekrobot vindt een resem pagina’s waarvan hij denkt dat ze gerelateerd zijn aan ‘Harry’ en ‘Potter’. Tot daar is er eigenlijk geen verschil met anderen. Maar vervolgens telt Cuil enkel de links op pagina’s die belangrijk kunnen zijn voor de gebruiker. Om die ‘belangrijkheid’ te bepalen, gaat de machine op zoek naar woordjes of topics (‘clusters’) die vaak terugkomen op de gevonden webpagina’s. ‘Zweinstein’ is een voorbeeld, ‘Books’ evenzeer.

Het resultaat van deze analyses kan relevanter zijn dan wat andere zoekmachines vinden, maar nieuw is de techniek allerminst. Ask.com maakt al een tijdje gebruik van ‘subjectspecifieke’ tellingen. En Google is toch nog steeds de grootste. Ook de bewering dat Cuil het meeste webpagina’s indexeert, roept in deze context heel wat vragen op. Want het is niet omdat je een enorme hoeveelheid pagina’s doorzoekt, dat je daarom relevante resultaten vindt. Toen Google populair werd rond de eeuwwende, was het zelfs één van de kleinste zoekmachines.

Of Cuil brokken gaat maken, moet dus nog blijken. Vast staat dat de nieuwkomer zijn start een beetje gemist heeft. De eerste gebruikers waren maar matig onder de indruk, en de servers waren al snel overbelast. Benieuwd of het tij nog kan worden gekeerd.

Frederik Tibau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content