Licht in de duisternis voor het opslagprobleem

Els Bellens
Els Bellens Technologiejournaliste bij Data News

Data News trok op perstoer langs een tiental storagebedrijven en start-ups in Silicon Valley en leerde daar alvast één ding: de opslag van de meeste bedrijven is een puinhoop en veel start-ups zien daar wel brood in.

We maken met zijn allen steeds meer data aan, en bedrijven moeten die data, om securityredenen, om marketingredenen of zelfs om wettelijke GDPR-redenen, ook alsmaar langer weten bij te houden. Liefst op een werkbare manier, met een handige zoekfunctie die data vindt waar ze ook staan. De storagewereld groeit dan ook als kool. Nieuwe technologieën zoals NVMe vereisen nieuwe serverarchitectuur, en dan hebben we het nog niet gehad over de alomtegenwoordige cloud. “Vroeger boden we klanten een toestel aan”, zegt George Kurian, ceo van NetApp, “Nu bieden we hyperscale clouds aan.” NetApp zet dus in op de hybride cloud om een oplossing te vinden voor dat storagekluwen, maar ook de kleinere start-ups komen elk met hun specifieke oplossing voor het probleem van steeds uitdijende, en complexere, gegevensopslag.

Eén systeem om allen te regeren

“Onze business is het dagelijks beheer van gegevens”, zegt Arvind ‘Nitro’ Nithrakashyap, cto bij Rubrik. “Je kan verschillende soorten van data hebben op verschillende platformen. Wij zorgen ervoor dat je ze snel kan verhuizen of opzoeken.” Rubrik is een van de vele bedrijven die een baken proberen te maken voor het moeras van gegevensopslag. Het bedrijfje doet dat met een ‘brick’, een doos die een softwareplatform lanceert en alle verschillende datastromen beheert. Eén toestel verwerkt, afhankelijk van het model, honderd tot achthonderd virtuele machines.

“Iedereen gebruikt de cloud op een lichtjes andere manier, ” zegt Chris Wahl, chief technologist bij Rubrik, “De meeste bedrijven houden hun data enkele maanden on premise, voor het geval ze hen snel moeten terugzetten. Daarna sturen ze hun gegevens vaak uit naar de cloud. Je kan veel data in de cloud zetten, tegen een vrij lage kost. En wij maken het ook redelijk goedkoop om die daar weer uit te halen. Je moet niet meer een hele virtuele machine terughalen voor een enkel bestand. In een tweede fase gaan bedrijven dan nadenken over data recovery naar de cloud, migratie van applicaties enzovoort.”

Rubrik wilt dan ook niet de AWS’en en Azures van deze wereld overtreffen, zegt cto Arvind Nithrakashyap: “Die bedrijven draaien applicaties en dat doen ze goed. We gaan dat niet proberen te verbeteren. Wat we wel doen is de data beheren die gegenereerd wordt door al die applicaties. Al die apps produceren namelijk gegevens en misschien wil je die wel elders aanspreken, of wil je er een zoekopdracht op loslaten. Daar zorgen wij voor.” Het is alvast een markt waar geld in zit. Rubrik geeft aan dat klanten gemiddeld een kwart miljoen dollar uitgeven voor het product. Volgens IDC is de markt voor copy data management, waar databescherming en recovery, archivering en meer in zit, zo’n 48 miljard dollar waard. Geen wonder, dan, dat ze lang niet alleen zijn.

In de wereld van ‘beheer van complexe opslagkluwens’ is er bijvoorbeeld ook nog Datrium. “We hebben dit idee dat infrastructuur, storage en zo veel simpeler zou zijn als het één systeem was”, vertelt ceo Greg Nunes: “Dat kunnen we niet doen. Wel kunnen we zorgen dat de infrastructuur aanvoelt één simpel systeem.” Net als Rubrik probeert Datrium een deel van het zwaardere werk van infrastructuurarchitecten op zich te nemen. “Wij maken een systeem dat de data op de plek zet waar je ze nodig hebt. Het is makkelijk om een virtuele machine te verhuizen, maar probeer maar eens enkele terabytes aan data te verhuizen”, aldus Nunes.

Zijn bedrijfje kreeg het vertrouwen van investeerders, met in december nog een serie C financieringsronde van 55 miljoen dollar. Naar Europa is het bedrijfje nog niet geraakt, maar het heeft nu zo’n 160 klanten in de VS en Canada. Extraatje dat Datrium in zijn laatste uitgave toevoegt: ‘blanket encryption’, het automatisch, end to end, versleutelen van data. “Die data wordt gecompresseerd en gededupliceerd voor de encryptie, ” legt cto Hugo Patterson uit.

Orde in de chaos

“Bedrijven hebben over de hele wereld data staan. Het is heel moeilijk om verschillende datacenters en locaties te beheren als je geen gecentraliseerd overzicht hebt en dat is wat wij doen, ” vertelt dan weer Graeme Kellin, vp engineering en services bij Aptare. “We bieden klanten een enkele console met een unified view. Wij vertellen exact waar alle data staat en wie eraan kan.” Bedoeling is om zo sneller fouten, zwakheden en ‘white space’, ongebruikte ruimte, te vinden. “Het laat hen toe geld te besparen, risico’s tegen te gaan en hun systeem te stroomlijnen voor compliance, ” vertelt ceo Rick Clark. Het bedrijf doet dat zonder zelf in het ‘pad’ van de data te gaan staan om alles wat voorbij komt te registreren. “Wij verzamelen metadata, zonder agents, ” aldus Clark. “Dat vermijdt vertragingen. We zijn ook onafhankelijk als it analytics platform. We zijn een softwarebedrijf. We hebben geen hardware om te verkopen. Dat maakt ons makkelijker te vertrouwen dan pakweg een EMC, die ook storage verkoopt. Wij kunnen naar een klant gaan en zorgen dat ze drie jaar geen storage meer moeten kopen. Dat gaat een storage provider niet meteen doen.”

Het boeiende aan Aptare is dat het bedrijf de controle in handen legt van de it’ers in het bedrijf zelf. De software brengt alles in kaart, maar medewerkers kunnen zelf nog op zoek naar gaatjes. Anderen leggen meer vertrouwen in automatisering. “We hebben Komprise opgestart omdat klanten ons vertelden dat ze verdronken in data”, zegt Krishna Subramanian, coo van Komprise. Ze startte drie jaar geleden samen met haar twee kompanen het bedrijfje op. Ondertussen is het venture funded, met 45 werknemers verdeeld over een hoofdkwartier in Silicon Valley en kantoren in Bangalore.

Komprise richt zich op klanten met grote hoeveelheden data, zoals financiële bedrijven, overheden en mediabedrijven, en maakt zich vooral tot doel om ongestructureerde gegevens te ordenen. “We werken samen met opslagbedrijven maar we zijn zelf geen storage. Wij zijn in de eerste plaats een softwareoplossing en we werken samen met partners zoals HP en Amazon.” Het probleem, zegt Subramanian, is dat bedrijven amper zicht hebben op hoe snel hun data groeit. “Ze moeten heel concreet weten hoe ze data overheen hun opslag moesten beheren.” Net als Aptare is Komprise een oplossing die zich buiten het datapad bevindt. “We kunnen ook analytics doen, onafhankelijk van het platform. Als je wilt weten ‘wat als ik mijn data die al een jaar niet meer gebruikt werd in de cloud wil zetten’, dan vertellen wij hoeveel je eventueel kunt besparen door dat te doen.” Kosten worden onder meer bespaard door ‘koude data’, die al een tijdje niet meer wordt gebruikt, naar tragere, en dus goedkopere, vormen van archivering te verhuizen.

De buitenbeentjes

Dat idee om data efficiënter te beheren is geen nieuw concept. Aptare en Komprise doen het, ook grotere start-ups als Primary Data zijn ermee bezig. Maar er is maar eentje die actief met toekomstvoorspelling bezig is. “Als een kok op voorhand zou weten wie er ‘s avonds komt en wat ze gaan bestellen, dan kan dat veel geld sparen. Daarom willen we voorspellen welke storage je nodig gaat hebben.” Aan het woord is Eric Chen, ceo en co-founder van ProphetStor. Het bedrijfje wil de Google Maps worden van het datacenter. “Door naar de applicaties te kijken en hoe ze de resources gebruiken, weten we hoe die zich gaan gedragen in de toekomst. Je kan geen consumentengedrag voorspellen, maar wel het gedrag van de applicatie. Als je bijvoorbeeld elke ochtend een ‘spike’ in verbruik hebt, en je weet dat, dan kan je die op andere manieren opvangen, in plaats van botweg de capaciteit op te voeren.” Software en opslagbeheerders genoeg, dus, maar hoe zit het met de netwerken? “Er is al veel innovatie geweest in de opslag voor datacenters. We hebben al veel veranderd, maar hetzelfde is niet waar voor de networking silo van het datacenter, ” zegt Gregg Holzrichter, cmo bij Big Switch Networks. Het is daar dat hij, u raadt het al, met Big Switch Networks het verschil probeert te maken. Traditioneel worden de verschillende switches in een datacenter een voor een beheerd, liefst met een command line interface die al sinds de jaren negentig dezelfde is. “Voor dat soort interface en dat werk heb je erg gespecialiseerde mensen nodig. Het betekent ook dat een upgrade of een nieuwe roll-out erg veel tijd in beslag nam.” Big Switch Networks wilt daar een en ander automatiseren. Het bedrijf is ontstaan aan de universiteit van Stanford en biedt alleen een softwareproduct aan. Voor de hardware werkt het samen met onder meer Dell-EMC. Het concept achter hun product klinkt trouwens bijzonder herkenbaar. “We zijn al 25 jaar gewend aan die aanpak van feature by feature, box by box”, zegt Prashant Ghandi, chief product officer bij Big Switch Networks. “Hoe krijg je ‘zero touch’ in zo’n netwerk? Dat is bijzonder makkelijk als je één switch hebt, maar niet als je 130 switches hebt, hoe dan? Wij zorgen ervoor dat die 130 switches lijken op één grote switch. Qua logica, niet perse op fysiek vlak. Je moet maar met één switch praten. Dat zorgt dat de trouble shooting makkelijker is, dat analytics makkelijker wordt.” De belangrijkste innovatie, zegt Holzrichter nog, zit hem in de centrale software. “Je hoeft niet meer in de individuele switch in te loggen, je moet gewoon in de controller inloggen.” Eén switch om allen te regeren. Hoe komen ze erop.

Els Bellens

“Vroeger boden we klanten een toestel aan, nu zijn het hyperscale clouds”

“Klanten verdrinken in data”

“Het is makkelijk om een virtuele machine te verhuizen, maar probeer dat maar eens met enkele terabytes data”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content