Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

Kleine apps zijn een grote hype, maar onze Belgische ontwikkelaars blijven met de voeten op de grond. “Voor ons geen gimmick-apps”, zegt Jeroen Lemaire van In The Pocket. “Laat die goldrush maar aan anderen. Wij willen vooral een gezond bedrijf uitbouwen.”

Tien miljard. Zo veel apps zijn er intussen gedownload uit de App Store van Apple. En de consument kan kiezen uit maar liefst 400.000 verschillende programmaatjes. In de Android Market is de keuze nog ietsje beperkter, maar dat zal niet lang meer duren nu Android het populairste mobiele platform in de wereld is, en het sinds kort Symbian achter zich laat.

Ruim vijf miljard dollar. Dat is dan weer het bedrag dat we met zijn allen al hebben uitgegeven aan apps. Volgens Gartner gaan we in 2011 naar 15 miljard dollar. En de omzetgroei zal niet stoppen. Het onderzoeksbureau spreekt van een stijging van 1000 procent tegen 2014. In dat jaar zullen er naar schatting bijna 200.000 miljard apps gedownload zijn, op smartphones, tablets, maar even goed op klassieke desktops.

Ook in ons land bieden bedrijven steeds vaker een toepassing aan voor de tablet of voor de smartphone. Het zijn dan ook ‘interessante’ tijden voor ontwikkelaars. Anja Cappelle van The Reference oppert zelfs dat software voor mobieltjes haar grootste groeimarkt is. En ook heel wat nieuwe bedrijfjes proberen een deel van de koek op te eisen.

Dat die jonge honden ook vanuit België kunnen scoren, bewezen de Antwerpenaars van Appstrakt, wiens interactieve iPad-boek The Heart and the Bottle tot wereldwijde iPad app of the week verkozen werd door Apple. “Maar voor elk succesverhaal zijn er duizenden die falen”, beseft Tom Vroemans van Appstrakt. “Iedereen kan een mobiele app maken, maar het is erg moeilijk om nog origineel uit de hoek te komen.”

De meeste Belgische ‘mobiele’ ontwikkelaars programmeren voor alle platformen. Van iOS over Android tot Phone 7 en Symbian. “Al maken we in de praktijk toch vooral toepassingen voor iOS en voor Android”, zegt Jeroen Lemaire van In The Pocket (dat al apps bouwde voor de VRT, Samsonite en Kinepolis). “Hoewel Nokia nog steeds de grootste smartphoneverkoper is in België, vragen klanten vooral naar iPhone apps. Omdat die programmaatjes gretig gedownload én gebruikt worden. Dat zie je nog niet echt bij de Finnen. Zij moeten hun klanten nog wat meer richting Ovi Store pushen.”

Hoewel ambitieus, blijken de ‘nieuwe Belgen’ aan het softwarefirmament trouwens opvallend pragmatisch. “De apps-markt groeit, maar rijk word je er (nog) niet van”, weet Kevin De Wilder van Fedict, die met BeTrains de populairste Belgische Android-app schreef. “De meeste klanten willen gewoon hun dienstenportfolio uitbreiden naar mobiel, en bestellen aanvullingen voor hun bestaande websites. Kinepolis is een mooi voorbeeld. Dat bedrijf biedt zijn filmprogramma aan via zijn apps, en zal binnenkort stoelen laten reserveren via de programmaatjes.”

Ook Luc Peeters van DigitMedia (het bedrijf dat onder meer de iPad-apps bouwt voor De Persgroep) waarschuwt voor te veel hetze. “Mobiel zal niet plots het internet vervangen. Je hoort nu vaak zeggen dat een gewone site er straks niet meer toe doet, en dat alles mobiel wordt. Dat is zever natuurlijk, zeker in België. Internationaal is de app business misschien wel een booming business, maar in België blijft het vooralsnog een kleine business. Al gaat dat wel veranderen tegen 2012 of tegen 2013, wanneer iedereen een smartphone heeft.”

“Als er al geld verdiend wordt met applicaties van eigen bodem, dan is dat bijna uitsluitend na de aflevering aan een klant”, zegt ook Tom Klaasen van het softwarebedrijfje 10to1. “Buiten de obligate games, is het nog erg moeilijk om op zichzelf staande apps te bouwen die winstgevend zijn. Een ingenieus businessmodel bedenken is geen sinecure, zeker omdat je eigenlijk met een idee moet komen dat wereldwijd potten breekt.”

Apps of mobiele sites?

Rest er nog de vraag welk model het uiteindelijk zal halen, de app of de mobiele site? “Op langere termijn zullen widgets allicht doorwegen”, denkt Jeroen Lemaire. “Zeker wanneer 4G gemeengoed wordt, en mensen altijd en overal online kunnen gaan. Nu wordt er nog te veel gesukkeld met 3G, waardoor mobiele sites sowieso het onderspit moeten delven.””Ik ga er van uit dat er altijd een markt zal blijven bestaan voor apps, want de gebruikservaring is ongezien en je krijgt er ook een bepaalde look and feel bij”, gaat De Wilder verder. “Bij browserapps moet je met één look werken voor alle platformen, wat bedrijven als Apple niet graag zien gebeuren.”

“Met de komst van 4G zal je wel een migratie zien van apps met enorm veel functionaliteit naar een dienstenmodel waarbij de services op centrale servers draaien, en light weight clients op de toestellen.”

Luc Peeters: “Je mag niet vergeten dat applicatiewinkels schitterende marketinginstrumenten zijn. Tenzij je zoals BNP Paribas gigantische budgetten hebt om op alle bushokjes te staan, kan je je software nooit op dezelfde manier gepromoot krijgen met een mobiele site. En met html5 kan je nog lang niet zo ver gaan als wanneer je native werkt.”” Native apps zijn zo performant omdat de ontwikkelaar precies weet wat de mogelijkheden van het toestel zijn, zowel wat processorkracht als schermresolutie betreft”, besluit Lemaire. “Een webapp moet daarentegen generisch zijn, en ook op andere platformen kunnen draaien. Dan moet je altijd een beetje uitvlakken en voor de grootste gemene deler gaan.”

Frederik Tibau

“EEN INGENIEUS BUSINESSMODEL BEDENKEN IS GEEN SINECURE, OMDAT JE MET EEN IDEE MOET KOMEN DAT WERELDWIJD POTTEN BREEKT”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content