Ook de markt van de mobiele communicatie telt in België maar een beperkt aantal spelers, die dan nog niet altijd het spel willen meespelen. Maar vooral internationaal lijkt mobiel bellen moeilijk te liggen.

Als een mobiele operator je echt tot klant wil maken, zal hij wel moeite doen, zo blijkt uit de ervaring van Gert Jacobs van ADMB. “Er moest bij ons een mast geplaatst worden en Belgacom wilde het wel doen als we een contract van drie jaar tekenden, maar bij Mobistar zou die mast ons 30.000 euro kosten.” Volgens Jan Ponnet is zoiets vooral afhankelijk van de grootte van je bedrijf en het aantal potentiële klanten. “Ik heb altijd gehoord, zowel over Belgacom als Mobistar, dat als je een bedrijf hebt waar 500 mensen fysiek aanwezig zijn, ze wel bereid zijn een investering te doen in indoor dekking zonder dat door te rekenen. Als het bedrijf kleiner is, dan ligt dat al moeilijker want er moet altijd een terugverdieneffect zijn.”

Wat mobiele communicatie betreft hielden nogal wat bedrijven er vroeger een dual vendor politiek op na, kaartjes van twee operatoren dus. “Wij hebben dat nog steeds voor mensen die veel roaming doen, die veel in het buitenland zitten, die hebben daar eerder Proximus omdat Mobistar soms in bepaalde landen problemen geeft.” Bij de Belgian Icecream Group hebben ze een tijdlang ook zo’n dual vendor aangehouden voor hun vrachtwagens – de mobiele datacommunicatie was Mobistar en voor de gsm’s werd Proximus gebruikt, maar uiteindelijk krijg je een betere deal op een totaalpakket, zegt Peter Gielis.

Europese aanpak gevraagd

Die internationale mobiele markt blijft een groot probleem, stelt Jan Ponnet. “Je zit met allemaal individuele contracten en ik kan begrijpen dat men verschillende prijzen hanteert op basis van het aantal abonnees dat je in een bepaald land hebt, maar grote groepen als een Vodafone, Orange of KPN zouden toch in staat moeten zijn een soort vork te geven waar je binnenvalt en die je dan kan hanteren om een globale oplossing uit te werken. Nu moeten wij uitvissen hoe wij per land een policy kunnen ontwikkelen want een groepspolicy is onhaalbaar omdat prijzen en voorwaarden zo verschillend zijn. Ze kunnen je zelfs niet garanderen dat je hetzelfde serviceniveau gaat krijgen in een ander land, en land A kan best doenbaar zijn qua prijs maar in land B kan die prijs de pan uitswingen en onbetaalbaar worden. Ik vind dat men daar vanuit Europa de telecommarkt wat zou moeten structureren en de nationale wetgevingen wat meer op elkaar afstemmen.”

Er wordt aan gewerkt, zegt Danielle Jacobs van Beltug, “wij hebben eerstdaags een meeting daarover met een aantal multinationals en ook Vodafone en Orange om die problematiek aan te kaarten, en we werken ook aan een paper rond dat thema. Overigens: ook voor de vaste communicatie zijn er problemen, en unified communications internationaal is één groot probleem.” En er zijn nog wel een paar andere dingen die haar zwaar op de maag liggen, zoals het feit dat bij bepaalde grote deals sommige van de mobiele operatoren niet eens meer willen meespelen. “En wat ik ook sterk vind: we hebben nu de hele machine-to-machine beweging, een booming markt waar men met soft-sims wil werken om niet telkens een ander kaartje te moeten steken, maar als we dan aan de operatoren zeggen dat we dat ook wel voor de gewone gebruikers willen, dan krijgen we te horen dat het niet interessant is. Maar van operator veranderen kan wel een serieuze barrière zijn als je bij elke individuele werknemer zijn sim- kaartje moet gaan veranderen.”

Bring your own device

Bijna 40 % van de ondervraagden uit onze enquête zegt dat iedereen zijn eigen toestel mag meebrengen naar het werk – is dat niet veel? “Bij ons mag het normaal niet, al heb ik het gevoel dat het gaat veranderen”, zegt Peter Gielis. “We hebben momenteel een client op onze Nokia’s voor de integratie met onze telefooncentrale, maar van Nokia hebben we al te horen gekregen dat ze in de toekomst waarschijnlijk Symbian niet meer gaan ondersteunen. Wat er dan moet gebeuren, weten we nog niet. Voorlopig laten we “bring your own device” niet toe, maar als we een aantal minimum specificaties kunnen opstellen met een budget, dan moet dat uiteindelijk wel kunnen.”

ADMB hanteert een andere maatstaf. “Wij hebben gestandaardiseerd op een toestel van HTC dat door onze helpdesk geïnstalleerd, geconfigureerd, gesupporteerd, en gemeten wordt”, legt Gert Jacobs uit. “Breng je een eigen toestel mee, dan geven we de settings om via internet je mail te lezen maar zonder ondersteuning, en we koppelen je ook niet in ons netwerk.” Ook bij USG People worden eigen toestellen toegelaten – “maar we geven geen support op iPhone en iPad, en de gebruikers moeten ook een verklaring ondertekenen dat we in geval van verlies die toestellen vanop afstand kunnen wissen. Als ze dat tekenen, dan kunnen ze via ActiveSync hun mail synchroniseren.”

“Bij ons moet je een onderscheid maken”, zegt Jan Ponnet. “Gewone mobiele telefoons kopen wij al jaren niet meer, iedereen krijgt een maandelijkse hardwarevergoeding en hij koopt wat hij wil. Er loopt nu een project voor de connectiviteit naar de bank maar er zijn altijd twee problemen: security en regelgeving. Wat mag op dat device blijven staan, wat niet? En wanneer iemand zijn eigen device koopt, in hoeverre kan je er policies opzetten die dat toestel eventueel voor die persoon totaal onbruikbaar maken? Nu weet ik wel dat de betere mobile device managementsystemen je in staat stellen een toestel intern op te splitsen in velden die je dan selectief kan wissen, maar het grote probleem is dan dat je bindende afspraken met je gebruikers moet maken waar ze precies welke gegevens moeten zetten.”

En de tablets?

Peter Van Lierde is formeel: je kan niet meer zonder tablets. “We hebben intussen heel wat salesmensen ermee uitgerust en vooral voor hen is dat zeer handig, ze moeten niet wachten tot hun laptop opgestart is bij een klant, ze kunnen onmiddellijk hun presentatie geven. Onze ervaring wordt steeds positiever, we beginnen ze nu echt voor professionele toepassingen in te zetten, voor commerciële mensen. En we beginnen ook zelf mobiele apps te ontwikkelen.”

Jan Ponnet is wat terughoudender: “Bij ons is het nog heel beperkt, er zijn er een aantal ter beschikking gesteld van het topmanagement, maar of ze die veel gebruiken? Op termijn is het wel de bedoeling dat we er meer gaan mee doen zoals document sharing via SharePoint en connectiviteit via Citrix.”

VAN OPERATOR VERANDEREN KAN WEL EEN SERIEUZE BARRIERE ZIJN ALS JE BIJ ELKE INDIVIDUELE WERKNEMER ZIJN SIMKAARTJE MOET GAAN VERANDEREN.

“GEWONE MOBIELE TELEFOONS KOPEN WIJ AL JAREN NIET MEER, IEDEREEN KRIJGT EEN MAANDELIJKSE HARDWAREVERGOEDING EN HIJ KOOPT WAT HIJ WIL.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content