De vrij recente deal met Shell is een mooi voorbeeld van hoe multisourcing de traditionele outsourcing verdringt. Dat zegt Lloyd Salvage, vice-president global segment marketing bij AT&T dat de wereldwijde communicatie-infrastructuur van Shell de komende vijf jaar mag leveren, beheren, en onderhouden.

1 miljard euro (1,6 miljard dollar) bedraagt de waarde van dat contract voor wan- en lan-diensten, spraak (onder meer ip-tele-fonie), beveiliging en mobility. AT&T trekt Shell daarvoor op het eigen ip-netwerk: tekenend voor de strategie van AT&T. “Onze strategie is inderdaad helemaal gebaseerd op het netwerk”, legt Lloyd Salvage uit. “Wij zien onze rol in het brengen van snelheid in de business van de klanten, en dat doen we in de eerste plaats door hen van de broodnodige communicatieinfrastructuur te voorzien én hen van de complexiteit te ontlasten die dikwijls aan managed services vasthangt”, zegt Llloyd.

Als voorbeeld noemt hij het vereenvoudigen van de nodige inlogprocedures bij de clients om gebruik te kunnen maken van de diensten. “Heel wat klanten willen geen gecompliceerde software om verbinding met het netwerk te maken. Eén grote groene ‘Connect’-knop hebben ze nodig.”

Multisourcing als oplossing

AT&T gelooft niet langer in de klassieke one-stop outsourcing en ziet een soortgelijke tendens binnen de industrie. Heel wat bedrijven willen volgens Salvage niet langer alle diensten uitbesteden aan slechts één partner. Multisourcing heet het nieuwe toverwoord. Bedrijven verdelen daarbij de verschillende werkzaamheden over een aantal leveranciers. Om nog even terug te komen op het Shell-verhaal: naast AT&T deelden ook it-dienstenleverancier EDS en T-Systems (de it-dienstenpoot van Deutsche Telekom) in de prijzen. De bedrijven worden – net als de consumenten – steeds kritischer in het kiezen van een leverancier en zijn steeds vaker geneigd om met drie partners in zee te gaan. De risico’s worden beperkt en iedere partij kan zich concentreren op zijn gespecialiseerde taak. “Maar je moet wel durven zeggen dat multisourcing slechts kan werken als de schaal groot genoeg is”, vervolgt Lloyd Salvage die verwijst naar klanten als General Motors, Starbucks en IBM. Stuk voor stuk Amerikaanse bedrijven, waarbij een wereldwijd netwerk belangrijk is.

Lokale inslag

AT&T focust zich op grote, multinationale bedrijven, maar daar horen wel degelijk ook Europese spelers bij, benadrukt Tom Regent, hoofd van AT&T voor Europa, het Midden-Oosten en Afrika. “België is daarbij een belangrijke markt voor AT&T in Europa, aangezien het een centrum van internationale economische en politieke activiteit is”, zegt Regent. “Heel wat van onze globale klanten hebben hun hoofdkwartier in Brussel.” SWIFT, Kone, Barco, Tenneco en Autoliv zijn enkele van de klantenreferenties. “Stuk voor stuk organisaties die een gobale netwerkconnectiviteit vereisen”, zegt Regent daarover.

Het Brusselse verkoopkantoor van AT&T dubbelt daarnaast als een hub voor een aantal pan-Europese steunactiviteiten, maar is ook globaal van belang. “Het customer maintenance centre (CMR) is geëvolueerd van een eenvoudige helpdesk in 2000 voor Zuidelijk Europa, de Benelux en Frankrijk naar een organisatie die vandaag heel Emea bestrijkt. Een groei die gedeeltelijk toe te schrijven valt aan de uitstekende taalvaardigheden van de Belgische arbeidskrachten en de centrale ligging van Brussel”, steekt Regent de loftrompet over ons land.

Hoeveel het Belgische kantoor van AT&T bijdraagt aan de groepswinst, wil Regent niet kwijt. De resultaten van de groep ogen in ieder geval positief. Na een sterk eerste kwartaal nam in het tweede kwartaal de winst nog verder toe: van 2,9 miljard dollar tot 3,77 miljard dollar vergeleken met dezelfde periode een jaar geleden. Specifiek voor de enterprise-afdeling (voor het leveren van ip- en datadiensten aan bedrijven, zoals vpn’s, managed internet services en hosting) gingen de inkomsten er in het tweede kwartaal met 18,4 procent op vooruit.

Blijvend investeren

AT&T houdt vast aan het vooropgestelde globale investeringsprogramma van 1 miljard dollar voor 2008. Het merendeel van dat geld gaat naar het vergroten van het netwerkbereik en het verder globaliseren van de zakelijke diensten. Specifiek staan er onder meer nieuwe onderzeese glasvezelkabels naar Japan en Azië op de to-do lijst, net als nieuwe verbindingen om de MLPS-diensten te kunnen uitbreiden naar snelgroeiende markten in onder meer Oost-Europa, India en Australië. Daarnaast wil AT&T ook de 38 bestaande datacenters uitbreiden met 16.700 vierkante meter bijkomende capaciteit, en nieuwe datacenters oprichten in Singapore, Boston, Dallas en – dichter bij huis – in Amsterdam. En wij die dachten dat consolidatie – en dus het verkleinen en verminderen van het aantal datacenters net een trend was? “Ja, natuurlijk, en daar gaan wij zeker ook in mee”, repliceert David Belanger, vice-president information and software systems research bij AT&T Labs. “De tijd dat er voor alles en nog wat een aparte server nodig was, hoeft voor ons echt niet. Maar je moet er toch voor oppassen dat je als bedrijf niet té afhankelijk wordt van slechts enkele locaties. Dus consolidatie: ja, maar dan wel op een intelligente manier.”

Kristof Van der STadt