Vorige maand keerde een delegatie van 15 Belgische webbedrijfjes en start-ups terug uit Silicon Valley. Met beduidend meer naamsbekendheid op zak dan bij het vertrek. Google hielp hen daarbij. Een paar praktische tips.

Silicon Valley: voor iedereen die van ver of nabij iets te maken heeft met it, is en blijft het een mythe. Hewlett Packard, Xerox, Apple, … Tal van legendarische bedrijven uit het it-universum hebben hun eerste stappen gezet in deze streek van amper een paar tientallen kilometer lengte. Het verhaal wil dat een paar van de grootste genieën van deze tijd elkaar op de CalTrain tussen San Francisco en Sunnyvale hebben ontmoet. De universiteit van Berkeley (publiek) en die van Stanford (privé) zorgden voor een constante aanvoer van ideeën en ondernemers voor de vallei en droegen zo bij tot een van de meest dynamische economische ecosystemen van onze planeet.

Vanuit België lijkt Silicon Valley een onbereikbare droom voor jonge ondernemers. Maar niet helemaal. Bij ons lijken een aantal recente initiatieven erop te wijzen dat er zich een klein ecosysteem met spelers uit de internetwereld aan het vormen is. Gent werpt zich in eigen land op als een van de nieuwe internetpolen. Het enorme succes van het sociale netwerk Netlog, met meer dan 35 miljoen leden in Europa en de rest van de wereld, heeft voor een nieuwe dynamiek gezorgd. Het werkt ook inspirerend: internetbedrijven in Gent komen regelmatig samen om de laatste ontwikkelingen in de sector, hun ervaringen, hun ideeën te bespreken. Desgevallend betrekken ze andere bedrijven bij nieuwe projecten.

In Brussel verenigt de BetaGroup een groeiend aantal Belgische webspelers. Elke maand stellen start-ups zich voor aan een gemengd publiek van ontwikkelaars, andere start-ups, en steeds vaker ook vertegenwoordigers van business angels of risicokapitaalfondsen. De vergaderingen van de BetaGroup worden ondertussen maand in maand uit door zo’n 300 personen bijgewoond.

Het is onder de vlag van onder meer de BetaGroup dat een handvol Belgische start-ups vorige maand naar San Francisco trok om te proberen wat meer naamsbekendheid te vergaren. Er was alleen een opzetje nodig.

Op uitnodiging van Google

De helpende hand kwam van Google. Het bedrijf uit Mountain View nodigde Laurent Eschenauer, een jonge ontwikkelaar uit Luik, uit om zijn project te komen voorstellen. Eschenauer (32) is informatica-ingenieur en werkt in Maastricht bij het R&D-departement van de Britse gsm-operator Vodafone. Met een Nederlandse collega knutselde hij in zijn vrije tijd een webapplicatie in elkaar, StoryTLR, voor het beheer van persoonlijke informatie. “We centraliseren allerlei soorten inhoud geproduceerd door de gebruikers”, aldus Eschenauer. “We wilden er YouTube-video’s in verwerken, maar we misten een paar technische elementen. We hebben dan rechtstreeks contact gezocht met iemand van de supportdienst van YouTube, en die heeft ons geholpen.”

Het contactteam van YouTube was onder de indruk van StoryTLR en nodige Laurent Eschenauer uit in San Francisco. “Google organiseerde in mei 2009 zijn Google I/O, een groot event voor it-ontwikkelaars. Ze gaven daarbij aan een veertigtal start-ups uit de hele wereld de kans om zich voor te stellen. Ze hebben ons een stand aangeboden.” De uitnodiging, een kans uit de duizend, gold voor twee personen. Eschenauer stelde daarom Xavier Damman, die hij via het internet had leren kennen, voor om mee te gaan. Xavier Damman, 25, is net als Eschenauer een webfreak. Een paar maanden geleden lanceerde de jonge ingenieur Tweetag, een soort browser waarmee je makkelijker je weg vindt in de ‘Twittosfeer’. Twitter zou op termijn Facebook van de troon kunnen stoten als ‘s werelds populairste sociaal netwerk. Stilaan ontstaat het idee voor een Belgische ‘webmission’. Eind maart, tijdens een vergadering van de BetaGroup, stellen Laurent Eschenauer en Xavier Damman andere start-ups voor om zich bij het groepje aan te sluiten. In totaal vertrekt een delegatie van vijftien mensen op 23 mei naar San Francisco.

Twitter

Maar hoe moest het nu verder in San Francisco? De contactpersonen lopen niet zomaar over straat. Gelukkig slaapt het hart van het wereldwijde internet nooit. Elke week is er wel een it-groep, een consultancybureau, een sociaal netwerk dat iets organiseert voor de community. Google, MySpace, Adobe en vele anderen zetten regelmatig grote evenementen op touw. Sommige daarvan zijn gratis, voor de andere moet je gemiddeld 300 dollar neertellen. In het geval van de Belgische start-ups volstond het om zich in te schrijven om contacten te leggen. Tweetag en Microplaza, een andere onlinedienst op basis van het Twitter-netwerk die werd ontworpen door Whatever, een jong bedrijf uit Louvain-la-Neuve, namen bijvoorbeeld deel aan Twitter 140, de eerste Twitter-conferentie voor ontwikkelaars.

“Ik kende een paar van hun technische mensen via gesprekken online. We hebben elkaar daar ter plekke ontmoet. Dat persoonlijke contact is een essentiële stap”, zegt Antoine Perdaens, medeoprichter van Whatever, die ook deelnam aan de webmission. Het loonde duidelijk de moeite, aldus Damman en Perdaens. Nu bestaan ze ook in levende lijve voor de Twitter-bazen, en dat wekt vertrouwen. Tweetag en Microplaza kunnen er prat op gaan te behoren tot het bevoorrechte vriendenclubje van een van de populairste internetdiensten ter wereld … Als Twitter morgen de nieuwe Facebook wordt, hebben ze alvast een serieuze voorsprong. Beide ondernemingen hebben ook contact opgenomen met de verantwoordelijken van PlugandPlay TechCenter, een van de grootste starterscentra in Silicon Valley, met niet minder dan 240 start-ups.

“Voor 250 dollar konden we deelnemen aan een van de evenementen”, vertelt Xavier Damman. Het principe is het volgende: een dertigtal start-ups uit de Verenigde Staten en Europa (Italië, Nederland, Spanje, Frankrijk, …) beschikken elk over 3 minuten om hun project uit te leggen voor een publiek bestaande uit business angels, startkapitaalfondsen, consultants uit de Valley. Via een wedstrijd worden de drie beste start-ups uitgekozen. Het opzet is vergelijkbaar met de Plugg-conferentie voor jonge internetbedrijven in onze contreien. Die middag won een jong bedrijf uit Rotterdam dat geluidssoftware voor de iPhone had ontworpen.

Een Belgisch avondje

De kers op de taart was de Belgische avond in het centrum van San Francisco. Het initiatief ontstond haast per toeval. “Ik vond op het internet een instelling die presentatieavonden voor start-ups organiseert: SF NewTech”, vertelt Laurent Eschenauer. “Voor 300 dollar per start-up, hebben we met ons vijven onze projecten voorgesteld: StoryTLR, Tweetag, LovelyCharts, Yourtour et MicroPlaza. Elk vijf minuten.”

In ruil voor sponsoring biedt SF NewTech gratis drankjes en versnaperingen aan het publiek. Het Startups Essentials-programma van Sun Microsystems en het Awex (Waals Exportagentschap) leverden probleemloos een bijdrage. Dat gaf de avond meteen officiële geloofwaardigheid, en de zaal zat met bijna 200 personen goed vol. “De vijf ondernemers hebben blijk gegeven van gedrevenheid, en hun project met de nodige trots voorgesteld”, bevestigt Anne Doncker, een Nederlandse die al tien jaar in Silicon Valley verblijft. “Het moge duidelijk zijn, dit is theplace to be. Hier vind je het juiste ondernemersklimaat en netwerken die de slaagkansen van projecten maximaliseren.”

En blijft natuurlijk de vraag: zal een van hen terugkomen met een vette cheque in zijn koffer? “Zo werkt het niet”, zegt een verantwoordelijke van het PlugandPlay TechCenter. “Maar je hebt nu mensen ontmoet, contacten gelegd, en je project in de kijker gezet. Onderhoud die contacten en bouw zo een vertrouwensband op. Als het moment daar is, pluk je de vruchten van wat je hier gezaaid hebt.”

Jean-Yves Huwart

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content