We testten tafelmodel NAS’en voor kmo’s met minstens vier schijfsleuven van Buffalo Technology, EMC Iomega, LaCie, Netgear, Synology, QNAP en WD.

Opslag van het NAS-type (Network Attached Storage) is bij kmo’s veel populairder dan het duurdere en ingewikkeldere SAN-type (Storage Area Network). Uit het recentste Computer Profile onderzoek bij meer dan 2.500 Belgische bedrijven met 50 of meer werknemers blijkt dat 26 procent van de ondervraagde bedrijven een NAS gebruikt, tegenover 20 procent die met een SAN werken. Bijna alle moderne NAS’en ondersteunen trouwens iscsi en zijn daardoor een goedkoop alternatief voor SAN’s als men ze wil gebruiken voor gevirtualiseerde en geclusterde serveromgevingen zoals VMware of Microsoft Windows Failover Cluster. Onderzoeksbureau Gartner bevestigt in zijn jaarlijkse storagerapport trouwens de groeiende populariteit van NAS’en. De NAS-markt groeide afgelopen jaar wereldwijd met 21,5 % en was 4,5 miljard dollar waard.

Testprocedure

We testten met de Intel NAS Performance Test (NASPT), die twaalf applicatiegerichte benchmarks uitvoert aan de hand van meer dan 30 GB testdata. Die zijn niet allemaal even belangrijk voor bedrijven, dus hebben we in de benchmarkresultaten de kantoor- en fileservercijfers overwogen tegenover de multimediaresultaten. We schakelden indien nodig de schrijfcache van de NAS in. De lege ( barebone) NAS’en testten we met sata-3 ssd’s. We testten met raid-5, behalve in de gevallen waar de fabrikant een eigen raid-systeem voorziet. We voerden NASPT vijfmaal in ‘batch run’ uit. De opgegeven resultaten zijn het gemiddelde van de vijf benchmarkuitvoeringen. We rekenen de NASPT-resultaten om in een snelheidsscore op 100. Daarnaast berekenen we een functionaliteitsscore op 100 aan de hand van meer dan zeventig verschillende criteria. In de uiteindelijke prestatiescore tellen de snelheid- en functionaliteitscores elk voor 50 % mee. We berekenen ook een prijsprestatiescore op 100 waarin de prestatiescore voor 60 % en de prijs voor 40 % meetellen.

Buffalo Technology is een dochterbedrijf van de Japanse holding Melco, gespecialiseerd in computerrandapparatuur voor eindgebruikers en kmo’s en marktleider in zijn thuismarkt. Buffalo is volgens Gartner vierde in de wereldwijde NAS-markt, met 12,9 % marktaandeel voor verscheepte eenheden. Qua omzet in de sub-5.000 dollar NAS-markt is het ook vierde, met een wereldwijd markaandeel van tien procent. Het bedrijf kende voor de periode 2010-2011 wel een negatieve groei van 12,5 %.

De nieuwe medium range Buffalo TeraStation NAS’en met zes of acht sleuven komen pas eind juni op de markt en waren nog niet beschikbaar voor deze test. In de plaats daarvan testten we een goedkopere kmo-instapper, de erg compacte LinkStation Pro Quad met vier sleuven waarin vier Seagate-schijven van elk een terabyte in raid5 geïnstalleerd zijn. Met een straatprijs van rond de 450 euro excl. btw is dit de goedkoopste NAS in deze test. Er bestaan ook 8 en 12 TB-versies van.

Instapper betekent dat u het moet stellen zonder hotswapping van schijven, dubbele netwerkaansluiting, iscsi-, ipv6-, vlan-ondersteuning of usb 3.0. Die mogelijkheden zijn voorbehouden voor het duurdere TeraStation-gamma. Als centrale netwerkopslag- en back-upoplossing in een Windows- of Mac-omgeving is deze LinkStation zeker geschikt, mede omwille van de geïntegreerde TimeStation back-up en de voorziening om de NAS zelf automatisch te back-uppen.

Beheer

Het Linux-gebaseerde besturingssysteem van deze NAS is eenvoudig en dat geldt ook voor het bijbehorende webbeheer. Links is er een kolom waar permanent allerlei systeeminformatie wordt getoond. In het midden verschijnt de informatie die hoort bij de vijf menutabs bovenaan: shared folders, users/groups, network, system en extensions. Het webbeheer is meertalig; zelfs het Nederlands is van de partij. De meeste tabs spreken voor zichzelf en zijn omwille van de beperkte mogelijkheden van deze NAS ook niet moeilijk om te configureren. Onder de extensions-tab bevinden zich de ingebouwde applicatieserver, van web-toegang tot het bestandsysteem tot bittorrent- en Apple TimeMachine-clients. Deze NAS ondersteunt geen bijkomende apps.

Functionaliteitscore: 44/100

Snelheidsscore: 32/100

Prestatiescore: 39/100

EMC Iomega StorCenter px6-300d

EMC is wereldleider in unified storage, maar in de NAS-markt staat het bedrijf volgens Gartner slechts op de vijfde plaats. Sinds de overname in 2008 van Iomega stijgt het NAS-marktaandeel van EMC wel, vorig jaar zelfs met 20,6 %. EMC Iomega introduceert sindsdien ook modellen voor de kmo-markt met betere specificaties. De StorCenter px6-300d biedt, zoals de naam het al aangeeft, plaats aan zes schijven en is daarmee het op- één-na-topmodel in de Iomega-lijn. Iomega koos bij dit tafelmodel voor een verticale oriëntatie, waardoor het chassis 27,5 cm hoog is. De StorCenter kunt u leeg of met verschillende schijfconfiguraties van 2 tot 18 TB verkrijgen. Wij ontvingen een versie met zes schijven, waarvan vier Hitachi DeskStar serverklasse-harde schijven van 1,82 TB elk en – in deze test uniek – twee ssd’s van elk 120 GB. Die kunnen worden gebruikt om de prestaties van i/o-intensieve toepassingen zoals databases te verbeteren. Let op als u de barebone-uitvoering koopt: Iomega ondersteunt officieel maar een handvol types schijven. Iomega ondersteunt alle raid-versies, maar biedt geen eigen raid-versie aan met een eenvoudige manier om volumes uit te breiden of in te krimpen. Wat Iomega wel heeft is een flexibel beheer van opslag-pools waarin u verschillende raid-versies kunt mengen. Nieuw is ook de vrij beschikbare sdk voor het Linux-gebaseerde EMC LifeLine OS v3.2, al zijn er momenteel nog geen apps van derde partijen beschikbaar.

Beheer

Het webbeheer ziet er heel wat flitsender uit dan bij oudere versies van LifeLine OS. Links is er een balk met pictogrammen voor de belangrijkste functies. Na een klik verschijnen in het midden nieuwe pictogrammen voor de beschikbare functies. Die openen op hun beurt tekstgebaseerde configuratieschermen. Er is ingebouwde ondersteuning voor specifieke EMC-diensten zoals Avamar back-up en Atmos cloudback-up. Ook kunt u deze NAS inrichten als een persoonlijke cloudserver. Het apparaat ondersteunt tevens cloudopslagdiensten van Amazon en Mozy. Toch zijn er ook opvallende hiaten in de functionaliteit, bijvoorbeeld ipv6-ondersteuning. Wel heeft LifeLine enkele unieke functies, zoals actieve folders die zelfstandig handelingen: bestanden automatisch e-mailen, foto’s automatisch vergroten of verkleinen of toevoegen aan sociale netwerken.

Functionaliteitscore: 91/100

Snelheidsscore: 61/100

Prestatiescore: 79/100

LaCie 5big Network 2

Het Franse LaCie is vooral bekend voor het mooie design van zijn opslagapparatuur. Het bedrijf begon zijn leven dan ook als fabrikant van Apple-randapparatuur. Sinds lange tijd richt LaCie zich ook op Windows-gebruikers. Het verkoopt zelfs NAS’en die draaien onder Windows Storage Server 2008 R2 Essentials (zie ook WD verderop), zoals de LaCie 5big Office+, waarvan u het testverslag vindt op onze website. We hebben die in april geteste NAS ook meegenomen in de tabel en de conclusie van deze massatest. LaCie heeft tevens NAS’en met een eigen Linux-gebaseerd besturingssysteem en daarvan hebben wij de nieuwe LaCie 5big Network 2 getest. Het bedrijf wordt door Gartner overigens ingedeeld bij de ‘andere’ NAS-leveranciers en heeft wereldwijd een marktaandeel van enkele procenten. Niettemin heeft Seagate, nummer twee op de harddiskmarkt na WD, er zijn begerig oog op laten vallen. De Amerikanen namen recent een meerderheidsbelang in LaCie. Deze NAS is leeg verkrijgbaar, of in capaciteiten van 5TB (door ons getest) tot 15 TB. De 5big Network 2 is qua marktpositionering vergelijkbaar met de Buffalo LinkStation, maar biedt wel heel wat meer functionaliteit. Zo is er beperkte ondersteuning voor iscsi en heeft deze NAS twee netwerkaansluiting met lastenverdeling of fouttolerantie. Ipv6-ondersteuning ontbreekt echter.

Beheer

De fouttolerantie testen door een schijf te verwijderen zoals wij bij alle NAS’en doen, werd in dit geval voor ons gedaan, want schijf nummer vier gaf de geest tijdens het kopiëren van benchmarkdata naar de NAS. We hadden geen reserveschijf bij de hand; een bestaande raid-array verkleinen kan bij LaCie helaas niet. We hebben dus een nieuwe raid5-array met vier schijven gebouwd en daarop de testen uitgevoerd. Het duurde overigens tien uur voor alle schijven in de array gesynchroniseerd waren! Het proces is wel heel eenvoudig. De grafisch erg mooie en eenvoudige beheerinterface laat bijvoorbeeld duidelijk zien waar de kapotte schijf zich bevindt. Voor zijn eenvoudige, widgetgebaseerde beheerinterface verdient LaCie een pluim.

Functionaliteitscore: 56/100

Snelheidsscore: 32/100

Prestatiescore: 47/100

Netgear ReadyNAS Pro 4 RNDP4400 & RNDP4410

Netgear is een Amerikaans bedrijf van netwerkapparatuur voor zowel de thuis- als de professionele markt. Het werd opgericht in 1996 als dochter van het verdwenen Bay Networks en na een korte periode bij het ondertussen failliete Nortel in 2002 verzelfstandigd. Volgens Gartner is het met 16,4 % marktaandeel de belangrijkste wereldwijde leverancier van NAS’en (rekening houdend met verkochte eenheden). Naar omzet is het ook de belangrijkste NAS-leverancier in de kmo-markt, met 18,3 % marktaandeel.

De ReadyNAS Pro 4 is een erg compacte midrange NAS met plaats voor vier schijven. De RNDP4400 wordt zonder schijven geleverd ( barebone), terwijl de door ons geteste RNDP4410 standaard met 4 x 1 TB WD serverklasse-harde schijven komt (er zijn ook versies met nog meer opslagruimte). Een tweeregelig display op de voorkant toont statusinformatie, waaronder het ip-nummer waarop de beheerinterface te bereiken is. U kunt de NAS ook in het netwerk terugvinden met behulp van meegeleverde Raidar-software. Het Linux-gebaseerde besturingssysteem heet trouwens ook Raidar. Deze NAS ondersteunt all denkbare raid-configuraties, maar ook de eigen X-raid2 met dezelfde bescherming als bij raid5, maar een flexibeler schijf- en raid-beheer.

Beheer

Raidar is heel wat minder flitsend dan de besturingssystemen van Qnap en vooral Synology. De interface is erg klassiek, met links een uitklapbaar menu en rechts daarvan de instellingen. Basistaken kunt u uitvoeren met behulp van een eenvoudige wizard die u door de nodige stappen leidt. Ook functioneel blijft Raidar achter bij wat Qnap en Synology in hun apparaten bieden. Zo worden packages (apps) wel ondersteund, maar slechts met mondjesmaat. Tijdens onze test was het aanbod beperkt tot twee extra apps, waaronder een functie die bij de anderen standaard aanwezig is, namelijk een app die toelaat om de NAS in te richten als cloudopslagserver. Hiervoor wordt Egnyte Hybrid Cloud software gebruikt en dat is een bij te betalen optie, waarbij dit de concurrenten veelal een standaardvoorziening is. De belangrijkste protocollen en services zitten er overigens in, met inbegrip van iscsi, zij het dat ook daar de mogelijkheden minder uitgebreid zijn dan bij bijvoorbeeld Qnap. Opties die de anderen wel hebben zoals vpn of encryptie ontbreken bij Netgear. Voor andere functies, zoals geavanceerde back-up, synchronisatie en replicatie (al dan niet naar de cloud), moet dan weer worden bijbetaald. Lastig is ook dat het webbeheer dezelfde taal gebruikt als de browser en er geen manier is om dit te wijzigen, tenzij u een anderstalige browser installeert.

Functionaliteitscore: 62/100

Snelheidsscore: 56/100

Prestatiescore: 60/100

QNAP TurboNAS TS-669 Pro

Het Taiwanese Qnap Systems werd opgericht in 2004 en is gespecialiseerd in netwerkopslag en netwerkvideorecorders. Volgens Gartner heeft Qnap een marktaandeel van 17,1 % in de sub-5.000 dollar NAS-markt en is daarmee tweede na Netgear. Ook gerekend volgens verkochte eenheden is het tweede na Netgear, met een marktaandeel van 13,8 %.

De TurboNAS TS-669 Pro is een midrange tafelmodel met zes schijfsleuven dat leeg wordt geleverd. Ingebruikname is erg eenvoudig en kan zonder enig software-ingreep, tenzij u de standaardinstellingen wil wijzigen. Op de voorkant zit een tweeregelig blauwwit lcd-display met een kleine Enter-knop ernaast. De NAS detecteert zelf de schijven en stelt een geschikt raid-niveau voor. Gegevens kunnen op hardwareniveau geëncrypteerd worden met aes-256 sleutels, maar deze optie slaan we over. Vervolgens start de initialisatie van het raid-volume. Na vier minuten kunnen we vervolgens aan onze NAS. Na nauwelijks een uur zijn alle ssd’s volledig gesynchroniseerd en kunnen we de NAS op volle snelheid gebruiken. Bij Qnap is het net zoals bij Netgear en Synology mogelijk om het raid-niveau achteraf te wijzigen of uit te breiden met behoud van alle gegevens.

Beheer

Het webbeheer heeft een klassieke vormgeving met menu’s boven en links en functiepictogrammen in het midden. Op de startpagina zijn er pictogrammen voor zeven wizards die helpen bij het creëren van gebruikers, rechten en veelgebruikte functies zoals cloudback-up en het inrichten van de NAS als een cloudopslagserver (via MyCloudNAS). Voor meer geavanceerde functies gebruikt u het linkermenu. De functionaliteit is erg uitgebreid: alles zit erin wat een modern bedrijf kan verwachten, met inbegrip van ondersteuning voor iscsi, clustering en virtualisatie. Verschillende applicatieservers zijn al geïnstalleerd, maar nog niet geactiveerd. Dat varieert van verschillende multimediaservers tot radius- en videobewakingsservers. Dit kan nog worden uitgebreid met behulp van packages, variërend van de Asterisk-internettelefonieserver tot Xeams mailserver. Geen enkele andere fabrikant in deze test heeft een zo uitgebreide feature-set.

Functionaliteitscore: 97/100

Snelheidsscore: 66/100

Prestatiescore: 85/100

Synology DS1512+

Het Taiwanese Synology is gespecialiseerd in NAS-oplossingen. Volgens Gartner heeft het een marktaandeel van 13,4 % en is daarmee wereldwijde derde, na Netgear en Qnap. Qua omzet heeft het bedrijf wereldwijd 12,4 % van de NAS-markt in handen. Maar het is met een stijging van 47,3 % wel de grootste groeier in die markt.

De DS1512+ is een van de krachtigere kmo tafel-NAS’en van Synology en biedt plaats aan vijf schijven. In het gamma zijn er nog tafelmodellen met ruimte voor 18 en 24 schijven. De capaciteit van de DS1512+ kan met behulp van twee optionele DX510-kasten trouwens worden uitgebreid tot maximaal 15 schijven en 60 TB opslagruimte. Vorig jaar testten we de DS1511+, die een tragere processor heeft en nog geen usb 3.0 ondersteunt. Net zoals Netgear en Qnap heeft Synology een eigen flexibel raid-systeem waarmee eenvoudig nieuwe schijven kunnen worden toegevoegd, oude vervangen of volumes gewijzigd zonder dat de array verloren gaat (Synology Hybrid raid). Overigens worden ook alle gebruikelijke gewone raid-versies ondersteund. Inzake besturingssysteem staat Synology technologisch het verst van allemaal. DSM, ondertussen toe aan versie 4, is een heus multitasking besturingssysteem dat toelaat om allerlei bestandstaken zonder tussenkomst van een client rechtstreeks op de NAS uit te voeren. Waar Synology wat ons betreft nog tekortschiet, is de ingebruikname van de NAS. Die procedure zit vol angels en als er iets mis gaat dan maak je de NAS tijdelijk onbruikbaar. De (Taiwanese) supportafdeling van Synology reageert wel snel op e-mailvragen en kan problemen ook op afstand verhelpen. Maar Synology zou zichzelf heel wat supportvragen besparen door de firmwareprocedure eenvoudiger en vooral bedrijfszekerder te maken.

Beheer

DSM 4.0 toont in de browser een heuse desktop, compleet met door de gebruiker plaatsbare applicatiepictogrammen. Er is linksboven zelfs een van Windows 7 afgekeken pictogram waarmee alle open vensters tijdelijk worden gesloten zodat het DSM Bureaublad zichtbaar wordt. Rechts op het Bureaublad is er een permanent geopend venster met informatie over de systeemintegriteit. Het is mogelijk dit scherm te verkleinen. Via een afrolmenu kunt u ook snel andere informatie, zoals verschillende logs of alle actieve verbindingen, controleren. Rechtsboven is er een knop ‘Pilot View’ waarmee u een overzicht oproept van alle actieve vensters om er snel een te activeren. Men kan meerdere vensters tegelijk openen en die kunnen ook tegelijk en onafhankelijk van elkaar taken uitvoeren. De functionaliteit kan net zoals bij QNAP en enkele anderen uitgebreid worden met Linux-gebaseerde apps. In het Package Center kunnen die apps worden gezocht, geïnstalleerd, verwijderd en beheerd. Updates worden automatisch klaargezet en de gebruiker wordt gewaarschuwd wanneer er een nieuwe versie klaarstaat voor installatie.

Functionaliteitscore: 94/100

Snelheidsscore: 65/100

Prestatiescore: 82/100

WD Sentinel DX4000

Western Digital of WD zoals het bedrijf zich tegenwoordig noemt, is natuurlijk een bekende fabrikant van harde schijven. Maar ze maken ook NAS’en, zowel voor thuis- als de kmo-markt. De Sentinel DX4000 is hun krachtigste NAS. Het redelijk compacte chassis kan vier schijven bevatten, maar WD levert hem standaard maar met twee 2 TB serverklasse-harde schijven van eigen makelij. Die zijn in raid1 (spiegeling) geconfigureerd. WD heeft van de DX400 ook versies met 4 en 12 TB. Wij hebben de DX4000 getest zoals hij aan ons werd geleverd. WD ontwikkelde geen eigen besturingssysteem, maar levert het apparaat met Microsoft Windows Storage Server 2008 R2 Essentials. Het OS heeft standaard maar 25 clientlicenties. De NAS gebruikt een externe voeding. Desgewenst kunt u een optionele tweede voeding met redundante fail-over aansluiten voor een beperkte mate van fouttolerantie.

Beheer

Windows Storage Server 2008 R2 Essentials heeft een flink nadeel: het webbeheer is standaard niet bereikbaar. U moet eerst Windows Server Connector (WSC) voor Windows of Mac OS. X downloaden en installeren, het Server Dashboard starten en dan Remote Web Access inschakelen. Als u het op het display van de Sentinel getoonde ip-adres opent in uw browser, ziet u een Engelstalig scherm met deze uitleg. Maar daar staat geen downloadlink, wel een link naar een helppagina die – typisch Microsoft – over iets totaal anders gaat. Gelukkig zit er in de doos een papier met de correcte link, namelijk ip-adres/connect. U moet het maar weten! Het Windows Dashboard is niet alleen minder gebruiksvriendelijk, maar werkt ook trager dan het webbeheer van de Linux-NAS’en. Het beheer via het Server Dashboard is beperkt tot routinetaken zoals het creëren van shares en gebruikers. Wilt u dieper ingrijpen op de NAS, bijvoorbeeld om schijven bij te installeren of het raid-niveau aan te passen, dan moet u een verbinding maken met Windows Remote Desktop Services en de traditionele Windows Server beheerprogramma’s gebruiken. Dat is iets wat alleen ervaren Windows Server-beheerders zullen kunnen. Ook op dat vlak zijn de Linux-gebaseerde NAS’en veel gebruiksvriendelijker.

Het is overigens perfect mogelijk om verschillende soorten opslagvolumes te combineren op deze NAS. U kunt op dezelfde netwerkschijf een ‘simpel’ volume creëren zonder enige bescherming, samen met een gespiegeld volume met veel opslag (maar ook zonder bescherming) en/of een raid5 volume met redundantie. En die kunt u allemaal aparte toegangsrechten geven. Dat is wel erg flexibel.

Functionaliteitscore: 66/100

Snelheidsscore: 49/100

Prestatiescore: 59/100

Conclusie

Qnap is de duidelijke winnaar van deze test, op de voet gevolgd door Synology en op iets grotere afstand door EMC Iomega. Deze drie NAS’en bieden trouwens ook het meeste waar voor hun geld. De NAS’en van Buffalo, WD en vooral Netgear zijn te duur in verhouding tot hun functionaliteit en prestaties. Wie niet te veel geld wil spenderen, is bij LaCie aan het goede adres, maar eerder dan de hier geteste 5big Network 2 zouden we dan gaan voor de in april door ons geteste Windows-gebaseerde 5big Office+ die een uitstekende prijsprestatiescore haalt van 65/100.

Jozef Schildermans

Qnap, Synology en EMC Iomega bieden duidelijk het meeste waar voor hun geld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content