Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

“Vlaanderen kent geen ondernemerscultuur en kan de internationale markt niet bespelen”, legt Arnoud De Meyer de vinger meteen op de wonde. Toch schrijft de topman van de Judge Business School in Cambridge ons land niet helemaal af. “Mits de juiste strategie, kunnen de Vlamingen toch nog leidinggevend worden op een aantal domeinen.”

Vlaanderen moet zich profileren als kennisregio, wil het in de toekomst nog belangrijke ondernemingen aantrekken. Dat blijkt nog maar eens uit een onderzoek van technologiefederatie Agoria. Maar in een geglobaliseerde wereld, is dat alles behalve een eenvoudige opdracht.

“Een kwarteeuw geleden kon je de kennisregio’s waar men bezig was met technologische innovatie bijna op één hand tellen”, vertelt de topacademicus. “Intussen is de situatie helemaal omgeslagen. China, Singapore en India manifesteren zich op het wereldtoneel. Heel wat innovaties komen nu uit die landen. Omdat de koopkracht er gevoelig gestegen is, en omdat de mensen zelf vragende partij zijn voor nieuwe producten en diensten.”

Het gevolg is dat je wereldwijd ‘technologieclusters’ ziet opduiken. “Meestal zijn die clusters trouwens niet zo groot. Als Vlaanderen de juiste keuzes maakt, kan het als relatief kleine eenheid dus ook een rol spelen. Rond de Universiteit van Leuven troepen er bijvoorbeeld een aantal interessante technologiespelers samen. Hun grote probleem is dat ze geen link hebben naar de wereldmarkt.”

De Meyer legt uit dat er in onze contreien geen grote technologiereuzen actief zijn die de rol van ‘go between’ kunnen vervullen tussen de kleine ‘innovators’ en diezelfde wereldmarkt. “Als ik naar succesvolle clusters kijk dan vind ik daar steevast enkele ‘grote vissen’ terug, als een soort van intermediair tussen de kleintjes en de internationale scène.”

Die ‘grote vissen hebben niet alleen toegang tot de internationale markt, ze nemen ook risico’s en proberen wel eens iets uit met de kleintjes. Soms mislukt dat, maar even vaak worden beide partijen er beter van.”

“Of Google de rol van go between zou kunnen opnemen beneden de taalgrens? Ooit misschien wel. Als het bedrijf daar nog enkele interessante en innovatieve projecten kan opzetten met lokale spelers. Of als het een rist kleintjes overneemt. Maar voorlopig bouwt Google enkel een datacenter in Wallonië.”

“Ik krijg vaak de vraag of we dan niet moeten mikken op de verankering van grote Belgische spelers in ons land. Ik antwoord dan altijd dat je geen plaatselijke bedrijven nodig hebt, maar innovatieve ondernemingen, wat ook hun oorsprong is. Vlaanderen eindigt ook niet bij de grens met Nederland of Frankrijk. Onze cluster ligt rond de as Amsterdam, Brussel en Antwerpen, en alles wat daar tussen ligt.”

“Er zijn trouwens geen nationale bedrijven meer. Ofwel ben je een multinational, ofwel heb je een regionaal en klein bedrijf. Denk je dat het Verenigd Koninkrijk groot genoeg is voor de ondernemingen die er actief zijn? Natuurlijk niet. Ook zij moeten de blik naar buiten richten.”

Brain exchange

Het schoentje knelt nog op een andere plaats. “Het is een cliché, maar we schieten te kort op het vlak van ondernemerschap en creativiteit”, gaat De Meyer verder. “Vlamingen houden niet van individualisten. En als er al eens iemand uitsteekt boven de rest, zullen we daar met plezier iets aan doen. Die houding is faliekant.”

“Vlaanderen moet ook meer buitenlandse wetenschappers aantrekken. De sterkte van een cluster zoals Singapore is dat hij een magneet is voor toptalent. Het noorden van Israël is zo succesvol omdat het land na de val van het ijzeren gordijn zoveel Joods talent uit Oost Europa heeft kunnen aantrekken.”

“Als die mensen later huiswaarts keren, zijn het doorgaans de beste ambassadeurs voor de instellingen waar ze voor gewerkt hebben. Ik heb vijf jaar in Singapore doorgebracht, en ik ben teruggekeerd met een erg positieve houding ten opzichte van dat land. Omdat er iets mogelijk was, en omdat ik er interessante dingen heb kunnen doen.”

“Het werkt trouwens in twee richtingen. Vlaanderen kan heel wat winnen met een brain exchange. Ik doe veel ervaring op in het buitenland, en breng mijn netwerk terug mee naar huis. Het probleem is dat we de juiste marketingpolitiek missen om zo’n brain exchange georganiseerd te krijgen.”

“We hebben goede onderzoeksinstellingen, maar we moeten dat beter wereldkundig maken. En als we de juiste mensen aantrekken, moeten we ze ook langer hier kunnen houden. In Engeland krijgt iedereen die een Cambridge-diploma op zak heeft meteen een werkvergunning voor twee jaar. Dat is natuurlijk een sterke driver.”z

Frederik Tibau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content