Pieterjan Van Leemputten

De kans is groot dat uw zes-, twaalf-, of zestienjarige niet met een laptop of tablet naar school trekt. Toch duiken er meer initiatieven op die het klaslokaal digitaliseren.

Maar tegelijk is het onderwijs op zoek naar de plaats die de toestellen en tools moeten krijgen in het klaslokaal. We beginnen ons back-to-school-dossier op een hete zomerdag op de British School of Brussels. De school experimenteerde het afgelopen schooljaar met iPads in de klas en breidt dat nu uit. Tegelijk wordt het netwerk aangepast om de toeloop van iPads, maar ook andere toestellen, te kunnen dragen. De keuze voor de iPad kwam er niet zomaar. “We hebben eerder al een trial met een vijftiental netbooks gedaan. Maar daar hadden we veel problemen mee”, licht Edward Marshall, verantwoordelijk voor netwerkadministratie, toe. “Ze zijn te traag, te zwaar en werken vaak niet zo goed. Op dat vlak werkt de iPad veel beter. Het duurt minder lang om op te starten. Voor tekstverwerking kunnen ze terecht op een gewone computer. Maar voor alles wat internet-gerelateerd is, waaronder educatieve apps, gebruiken ze de iPad.”

Het afgelopen jaar werkte de school met 225 iPads en vanaf het huidige schooljaar komen daar nog eens 222 iPad Mini’s bij. Voor het netwerk gebruikt de school access points van Aerohive. “De afgelopen jaren hebben we er zo’n honderd over de hele campus geplaatst,” zegt Marshall. “Die worden vanuit de cloud beheerd, dus je kan nieuwe configuraties vanaf eender waar uitsturen en wifi kan worden uitgeschakeld waar je dat wil op bepaalde tijdstippen. Daarnaast is er een gastentoegang met gebruikersnaam en wachtwoord via een apart netwerk.”

Door de iPads, maar ook door de toename van virtuele servers en laptops op de school, moet het wifi-netwerk optimaal zijn. Zo worden de access points als haaientanden doorheen de gangen verspreid, met een omgekeerd patroon op de verdieping erboven. “Daarbij kunnen we ook aan ‘bandwidth sharing’ doen. Zodra één access point te veel toestellen heeft, kan het kiezen om de verbindingen door te sturen naar een punt in de buurt.”

Naar het beheer toe is er onder meer Teacherview, een deel van Aerohive, waarmee de leerkracht de controle krijgt over een groep van toestellen. Daarbij kan de internettoegang worden afgesloten wanneer dat nodig is voor bepaalde opdrachten.”

In het iPadverhaal passen geen andere toestellen. Wel is er een byod-platform voor oudere studenten die wel eens hun eigen toestel meebrengen. “Maar we beheren zelf geen andere toestellen.”

EDUCATIEVE APPS

Wat een belangrijke rol speelde in de keuze voor iPads was de ruime keuze in educatieve toepassingen. Tegelijk is de App Store van Apple zeer strikt. “Je bent bij Apple zeker dat er geen apps staan die niet geschikt zijn voor kinderen. Gratis apps kunnen ze zelf installeren waarbij we wel regels opleggen rond de leeftijdsbeperking.”

Toch is er niet alleen maar lof voor het toestel. Zo nam de school aanvankelijk Apple Care, een extra garantiepakket, op de toestellen. Maar bij schade stond Apple niet te springen om de tablets kosteloos te herstellen of vervangen. “Dat hebben we nu geschrapt en in plaats daarvan een aantal reservetoestellen en cases gekocht.”

COMPLEMENTAIR, NIET VERVANGEND

Ondanks de mogelijkheden van een tablet, zijn de toestellen toch geen vervangers voor boeken en andere middelen. “Het is eerder complementair. Er zijn zo’n driehonderd apps die onze leerkrachten hebben getest en die de leerlingen kunnen downloaden”, zegt Marshall. Al heeft het toestel zeker zijn praktisch nut. “Als je op uitstap bent, kan je ter plaatse foto’s nemen. Op die manier kan je zoveel doen met één toestel. En de educatieve apps vullen dat aan.”

Bij de PXL, de kersverse fusie tussen de Limburgse hogescholen PHL en Xios zweert men bij laptops. Studenten zijn verplicht om een laptop te gebruiken op school. Al staat het hen vrij om een toestel via de school aan te kopen of hun eigen computer te gebruiken. De hogeschool zorgt er voor dat elk toestel op het draadloos netwerk kan. “Laptops en tablets kunnen goede compagnons zijn bij het leren, maar de tablet kan de laptop niet vervangen”, zegt Bart Vos, diensthoofd it van de PHL. “We verwachten van onze studenten dat ze veel ‘produceren’ op hun toestel en ook specifieke software draaien. Tablets zijn vandaag nog onvoldoende performant en wendbaar om de laptop te vervangen. Al kan dat in de toekomst nog veranderen en als een student met een tablet wil werken, dan verbieden we dit uiteraard niet. Al zijn de eventuele nadelen dan wel voor eigen rekening.”

Naast de tablets voor studenten en lectoren gebruikt de school nog een reeks van digitale tools zoals de elektronische leeromgeving Blackboard, EPOS, Office 365, MS Lync en een reeks follow-me printers.

Mieke Van Hecke, directeur-generaal van het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs (VSKO) is geen tegenstander van tablets of laptops in de klas, mits omkadering en steeds in functie van de pedagogische meerwaarde.

“We moeten het digitaal aanbod maximaal een plaats geven, maar binnen de essentie van het onderwijs, waar de prioriteit zit bij learning to learn en learning to do. Ik denk dat er nog onvoldoende werk is gemaakt naar de zoektocht van de pedagogische meerwaarde van die digitale instrumenten. Dat kan bijvoorbeeld door gedifferentieerd te werken: de ene moeilijkere vragen geven en de andere wat meer begeleiding.”

“De digitale wereld zal sowieso zijn plaats moeten vinden in het onderwijs en de opvoeding. Jongeren moeten er zelf ook leren mee om te gaan. Ze moeten kritisch omgaan met de digitale informatie die beschikbaar is. Bijvoorbeeld door te leren hoe je de geloofwaardigheid van iets op internet controleert.” Aldus Van Hecke.

MEER TOESTELLEN, MEER NETWERK

Wanneer je als onderwijsinstelling je studenten laptops of tablets laat gebruiken, dan moet het netwerk daar uiteraard klaar voor zijn. Op de vijf campussen van de PHL gebruiken studenten al twaalf jaar laptops, maar vanaf dit academiejaar is dat ook op de twee campussen van de Xios het geval. Hoog tijd om ook daar het netwerk een upgrade te geven en te leren uit de lessen die de PHL heeft getrokken.

“De uitbreiding was op zich geen probleem”, vertelt Bart Vos, diensthoofd it van de PHL. “De PHL werkte reeds met een enterprise-omgeving van Alcatel-Lucent die schaalbaar is. De grootste uitdaging was de passieve apparatuur.” Zo werd het bestaande draadloze netwerk van de Xios volledig vervangen. “Op alle locaties hebben we nieuwe of bijkomende utp-bekabeling voorzien. Daarnaast hebben we de backbone van het netwerk uitgebreid met poe-switches”, zegt Vos. Tegelijk werd het netwerk van beide scholen aan elkaar gekoppeld via het glasvezelnetwerk van de Vlaamse Gemeenschap, zodat de PXL maar één internettoegang heeft.

Dat laatste is niet onbelangrijk. Na twaalf jaar ervaring stelt men op de PHL dat vooral centralisatie belangrijk is. Eén internettoegang die de hogeschool kan beveiligen op verschillende niveau’s. Tegelijk doet men er aan content filtering, bandbreedtebeheer en continue monitoring van het netwerkverkeer, met de nodige bijsturingen.

Voor de vervanging van het netwerk werden twee aanbestedingen uitgeschreven. De actieve apparatuur (switches, wlan…) werd zo toegewezen aan Quantum ICT, dat ook al de wifi van de PHL voorzag en ze samen met de it-afdeling van de PXL implementeerde. De passieve apparatuur werd geleverd door EL-Systems. Daarbij werd de bestaande Alcatel-Lucent OmniAccess 6000 wlan-switch uitgebreid met een tweede toestel en kwamen er voor het lan-netwerk twintig extra switches bij (Alcatel-Lucent Omniswitch 6400 en 6800). Het aantal access points ging van 200 naar 450.

De vervanging van het wifi-netwerk gebeurde doorheen het afgelopen academiejaar. Tegelijk werden ook de telefoons op de Xios-campussen vervangen door voip-toestellen, zoals dat bij de PHL al gebeurde. Tot slot werd ook de internettoegang zelf stevig opgevoerd van 100 Mbps (PHL) en 100 Mbps (Xios) naar 1000 Mbps voor de PXL.

DE (VIRTUELE?) LEERKRACHT VAN DE TOEKOMST

Met alle digitalisering blijft de rol van de leerkracht wel onveranderd. “De leerkracht als persoonlijkheid zal nooit vervangen worden door een learning coach die kijkt of je wel goed zoekt op internet”, zegt Mieke Van Hecke. “Digitaal materiaal is daarin een hulp, maar geen vervanging van wat we nu hebben.” Ook een virtuele schoolomgeving is niet aan de orde. “Je hebt nood aan gemeenschapsvorming van jongeren in een schoolcontext. Een plaats waar men face to face met conflicten leert omgaan. Dat is ook een belangrijke opdracht voor het onderwijs.”

Wat wel gebeurt, is de overstap naar digitale schoolborden, waar de meerwaarde al snel duidelijk werd. “Niet enkel voor leerkrachten, maar ook leerlingen kunnen zo meteen iets opzoeken als ze een afbeelding of de betekenis van iets willen kennen,” legt lerares Katrien Massarte uit. Zij geeft, met een smartboard, les aan het vijfde leerjaar in de Huveneers basisschool in Hingene. Belangrijk is dat de instap niet te complex is. Jonge leerkrachten krijgen vandaag een hoop digitale tools mee in hun opleiding, maar ook wie al twintig jaar les geeft moet mee kunnen. Tegelijk blijft digitaal geen wonderoplossing. “Je kan niet zonder een gewoon schoolbord. Sommige dingen moeten even blijven staan om door te dringen bij de leerlingen”, zegt Massarte. “Ik gebruik het digitaal schoolbord veel, maar als de stroom zou uitvallen dan moet je terugvallen op het klassieke schoolbord.”

Pieterjan Van Leemputten

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content