NetApp zoekt nieuw elan

Pieterjan Van Leemputten

Naarmate meer bedrijven naar de cloud trekken, heeft NetApp het moeilijk om zijn opslag-technolgie te slijten. Maar achter de donkere wolken ziet het bedrijf betere tijden : door flash aan te bieden en door zelf deels in de cloud te stappen.

We bezoeken NetApp Insight enkele dagen nadat het bedrijf een nieuwe herstructurering heeft aangekondigd. Wat de impact op de 30 Belgische medewerkers zal zijn, is op het moment van schrijven nog niet duidelijk. Maar het is snijden om weer te groeien. De overname van Solidfire is nu een klein jaar achter de rug en intussen zijn de productportfolio’s op elkaar afgestemd en grondig vernieuwd.

Dat moet NetApp wapenen tegen zijn grootste uitdaging : klanten die een groot deel van hun infrastructuur (en dus ook de budgetten) naar de publieke cloud verplaatsen. Netapp zet dan ook volop in op de hybride cloud : “We werken al vier jaar aan onze strategie om met Amazon, Azure en andere cloudspelers samen te werken”, legt Sven Schoenaerts van NetApp Benelux uit.” Mensen gaan de publieke cloud gebruiken of we dat nu leuk vinden of niet, dus proberen we er onze plaats in te vinden. Wij maken het net zo makkelijk mogelijk om van NetApp weg te kunnen. Zo geef je klanten de keuze en gaan ze ook bij jou willen zijn.” De sleutel ligt er dus in om klanten niet te gijzelen. Al is er meer nodig. “Ontap, ons core softwareplatform, is geïntegreerd met Amazon. Dat maakt dat je als klant dezelfde functionaliteit hebt binnen de cloud van Amazon als on premise. Of je data nu in je eigen cloud of in de publieke cloud zit, je gebruikt dezelfde tools, dezelfde regels. Dat is waar ‘data fabric’ (zoals NetApp het beheren van data tussen publieke en private clouds omschrijft, nvdr) om draait.

Zoals met de samenwerking in de cloud, moet de overname van Solidfire er voor zorgen dat Netapp in die on premise omgeving prestatiegericht kan werken. De kost van flashopslag is de afgelopen jaren blijven dalen terwijl de capaciteit uitbreidde. Dat zorgt dat bedrijven, zeker voor prestatiegerichte toepassingen, steeds vaker flash overwegen. “In België stelt men de vraag al niet meer. Flash is er de facto de standaard op primary storage. Enkel bij heel hoge volumes of data die slechts om de zoveel maanden wordt geraadpleegd overweegt men nog andere opties. Als je kijkt naar de compressie en de prestaties van flash, dan is de business case heel snel gemaakt”, aldus Schoenaerts.

DURE NETWERKEN

Waar ons land dan weer wel achterop hinkt is netwerkconnectiviteit. “Als je vergelijkt met Nederland dan ontbreekt de echte hyper scale business. Latency is nog steeds een uitdaging als je vanuit België naar een datacenter in Amsterdam of Frankfurt wil. Het betert, maar voor sommige workloads is het nog niet mogelijk.” Schoenaerts nuanceert daarbij dat toepassingen zoals Office 365 minder problemen hebben met een wat lagere reactietijd, maar voor core businessapplicaties ligt dat anders. Ook de kost van het netwerk is voor veel klanten nog een probleem volgens hem. “Als je kijkt naar productieomgevingen dan is de kost van een netwerk in België redelijk hoog en dat maakt de adoptie van publieke of hybride cloud lastig. Op termijn is dat een factor die de concurrentiekracht van bedrijven kan beïnvloeden, want lagere netwerkcapaciteiten die bovendien duurder zijn, zetten een rem op innovatie.”

Pieterjan Van Leemputten

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content