Luc Blyaert was hoofdredacteur bij Data News

In de transportsector lijkt de maturiteitsdrempel voor een gerichte ict-strategie altijd wel wat hoger te liggen dan elders. Twee op de drie ondernemingen geeft aan dat ze niet verder zal investeren in it .Het gebruik van standaarden staat bovendien nog in zijn kinderschoenen.

Niet eens de helft van de transportondernemingen houdt op een structurele manier informatie bij over opdrachtgevers, eindklanten en potentiële klanten. Eén op de tien heeft nog een papieren klassement. Dat blijkt uit een onderzoek eind vorig jaar van het Vlaams Instituut voor Logistiek bij zowat 120 transporteurs. Het onderzoek was eveneens het uitgangspunt voor de think-thank sessie van Verizon Business.

‘Kleinere transporteurs zijn veel minder it-gedreven. Maar moet dat als je maar vijftien vrachtwagens hebt? Pas boven de 25 is men zeker genoodzaakt om te investeren in it.’ Het toont de geringe it-maturiteit van de transportsector. “Vaak gaat het om familiebedrijven met een tiental werknemers. Ze hebben meestal een vijftal klanten, waarvan één goed is voor 40 procent van de omzet. Wanneer denken transportondernemingen aan it? Als de dispatcher ziek is,” meent Jan Proost die jarenlang actief was als cio van Conti (Continental Lines). Volgens het VIL-onderzoek heeft vier op de vijf ondernemingen geen track & tracingsysteem

‘Kleine en middelgrote transporteurs vermelden dat de bestaande softwaresystemen overgedimensioneerd zijn. Het systeem is te uitgebreid, terwijl ze maar een beperkt aantal functies gebruiken,’ stelt het VIL-rapport. Slechts één op de drie ondervraagden vindt dat ict een concurrentieel voordeel biedt. Ruim 65 procent van hen is niet van plan om verder te investeren in de informatisering van de onderneming. “It wordt nog altijd gezien als iets dat heel veel geld kost en te weinig opbrengt,” vindt Frank Van Doren, senior vice-president sales & marketing bij het maritieme bedrijf Eculine.

“Ik ben vorig jaar aan de slag gegaan bij Fiege als logistiek manager. Het was niet evident om de baas te overtuigen om te investeren in it, maar als je duidelijk de return-on-investement kan aantonen, dan krijg je toch groen licht. Zo wordt volgend jaar sterk geïnvesteerd in interfaces met de klanten. Maar waarom moet alles in it altijd zolang duren?,” vraagt Marianne Rodts zich af. Fiege, dat in zijn Belgische vestiging in Puurs onder andere Bobcat wisselstukken herbergt, is een wereldwijd bedrijf met 21.000 werknemers in 18 landen. In 2007 haalde het een omzet van liefst 1,8 miljard euro. De meeste ondernemingen laten alvast niet toe dat de it-afdeling zelf met nieuwe ideeën en systemen komt aandragen. “De business legt op wat de it-afdeling moet doen,” aldus Franky Van Doren.

Weinig invloed op marges

Kostenbesparing is in de transportsector nog altijd een van de belangrijkse drijfveren om het it-platform te ontwikkelen. “It heeft weinig invloed op de marges. Die zijn doorgaans laag in de transportsector, maar het beperkt alvast het tijdverlies,” argumenteert Jan Dobbelaere, bij Horeca Logistics Services verantwoordelijk voor customer service en marketing. HLS telt 2.500 klanten en is één van de grote transporteurs van Inbev en Alken-Maes bier en Taittinger champagne.

“Probleem is dat er wel standaarden zijn, maar dat iedereen ‘cavalier seul’ speelt en vasthoudt aan zijn eigen systeem,” meent Jan Proost die bij Conti aan de basis lag van het ‘Seagha’ platform. Dat werd opgericht door de Antwerpse haven om de overgang van papier- naar elektronische datacommunicatie te begeleiden. “Het is grandioos mislukt. Geen enkele rederij is erop ingegaan. Zij voelen zich te machtig.” Seagha is vorig jaar overgenomen door Porthus. “Wij hebben wel een belangrijke standaard. Dat is flexibiliteit,” meent Franky Van Doren. “Onze commerciële aanpak is voor de helft it-gesteund. De concurrentie neemt immers toe. Het moet sneller en dus is elektronische informatie een must. De kosten ken je. Een container groeit nu eenmaal niet en per schip kan je zoveel ton per week tussen Antwerpen en Mumbai verschepen.” De marge is erg beperkt: 4 tot 5 dollar per vrachtton. Naar Frankrijk wordt er wekelijks 35.000 vrachtton verscheept. “Als er gestaakt wordt in de havens van Marseille en Le Havre kan je maar beter weten waar je vracht zich bevindt. Van 80 procent hebben we live gegevens. De overige 20 procent bevindt zich bij onze partners en toeleveranciers.” Dat ligt anders in het wegtransport. Volgens het VIL-onderzoek heeft vier op de vijf ondernemingen voor wegtransport geen track & tracingsysteem.

Weinig managed services

Van outsourcing willen de meeste transporteurs alvast niet weten. “We hebben er drie jaar geleden aan gedacht, maar die plannen zijn uiteindelijk opnieuw opgeborgen,” aldus Van Doren. En toch is precies managed services één van de speerpunten van Verizon Business. De Amerikaanse operator is in het bedrijfsegment zowat de belangrijkste concurrent van Belgacom. Het biedt tevens vpn-gebaseerde spraak en datadiensten op basis van een wereldwijd glasvezelnetwerk. Verizon is ook één van de voorlopers op het vlak van Ethernetdiensten.

Nog uit het VIL-onderzoek blijkt dat de grootste barrière voor verdere investeringen in it, de simpele reden is ‘dat het niet nodig is’. Maar het verandert snel: “De druk komt van jonge mensen van 25 tot 30 jaar oud. Zij zijn met computers en gadgets opgegroeid en willen in een degelijke structuur werken,” aldus nog Franky Van Doren.

Luc Blyaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content