Mobiele communicatie is het enige deelterrein waar Belgacom – in casu Proximus – wat terrein moet prijsgeven. Terrein dat stante pede ingepikt wordt door Mobistar.

Of de bevraagde ict-verantwoordelijke soms van plan is om binnen de 12 maanden te veranderen van mobiele operator? Het antwoord van de honkvaste Belg laat zich raden: een indrukwekkende 84 procent antwoordt met een volmondig nee. Amper 13 procent is dat wél van plan. Voor een betere prijs hoef je het volgens onze gesprekspartners niet meteen te doen. “De prijsdifferentiatie is inderdaad niet zo groot meer”, bevestigt Koen Van Loo van ADMB. “In specifieke gevallen zullen er nog wel verschillen zijn, maar als je die voorlegt kun je dikwijls toch nog dezelfde prijs krijgen. Vroeger deed ik nog vaak prijsvergelijkingen tussen de spelers. Nu begin ik daar gewoon niet meer aan; je komt toch op hetzelfde uit.”

“Dit is nu eenmaal eigen aan een markt waar je maar twee grote mobiele spelers hebt”, bevestigt Danielle Jacobs die nog een andere uitwas opmerkt. “Van beide spelers hoor ik dat ze grote klanten soms gewoon ‘kopen’. Ze kunnen elkaars prijsniveau’s zeer goed inschatten en dan zijn er bepaalde referenties die ze gewoon willen hebben en waar ze dan volop voor gaan. En dat terwijl we spreken over een markt waar elk bedrijf gebruik van wil maken, en waar nauwelijks keuze bestaat. Het is dan bijna logisch dat er tussen beide spelers zo weinig prijsverschillen zijn”, aldus Danielle Jacobs.

Naar één provider?

Sommige bedrijven geven aan dat ze naar één mobiele provider neigen. Dat is makkelijker en voelt voor heel wat bedrijven comfortabeler. Georges Kiss (De Post) ziet dat anders. “Volgens mij is er integendeel een tendens om naar meerdere providers te gaan. Van twee walletjes eten is misschien iets ingewikkelder, maar soms ook gewoon een noodzaak. Wanneer een nieuwe werknemer bijvoorbeeld een gsm-abonnement heeft bij Mobistar, kun je hem dan echt verplichten om over te stappen naar de concurrerende provider van het bedrijf? Misschien heeft die man net zijn hele familie overtuigd om naar Mobistar te gaan omdat dat goedkoper uit kwam? Toegegeven, het vergemakkelijkt de zaken niet meteen voor de telecomverantwoordelijke, maar ik denk toch dat we daar naartoe gaan.”

Koen Van Loo: “Maar ik denk toch dat zoiets alleen in grote bedrijven kan. Bij ons is dat bijvoorbeeld niet mogelijk, omdat we dan de volumekorting mislopen. Wat wel mogelijk is, is dat je voor voice bij de ene en voor data bij de andere klant wordt. Wij hebben dat bestudeerd maar uiteindelijk toch niet gedaan. Het blijft een risico.” Voor Koen Van Loo is het duidelijk dat de keuze voor één of meerdere mobiele operators, een mes is dat aan twee kanten snijdt. “Als je de twee neemt, kun je de twee tegen elkaar uitspelen. Maar als je met één partij werkt, is het voor die partij ook meteen een groter pakket dat ze kan verliezen. En voor voice is het nu eenmaal zeer gemakkelijk geworden om over te schakelen, dus dat speelt ook mee.”

Wanneer we het over mobiele communicatie hebben, mag het trouwens duidelijk zijn dat het dan nog steeds in hoofdzaak rond voice draait. Al zegt 54 procent wel al gebruik te maken van mobiele datadiensten: vorig jaar was dat nog 47 procent. De meest populaire mobiele applicaties zijn – met voorsprong en niet geheel onverwacht – e-mail en internet. 77 procent van de bedrijven die geen mobiele data verbruiken, zegt ook geen plannen te hebben. 14 procent wil het volgend jaar wel overwegen.

Kristof Van der Stadt