Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

De Europese richtlijn over dataretentie is nog niet omgezet in Belgische wetgeving, maar er ligt wel een wetsvoorstel op tafel bij minister Van Quickenborne. Als het voorstel in zijn huidige vorm wordt goedgekeurd, zou ons recht op privacy flink worden ingeperkt, en bestaat de kans dat de abonnementsprijzen voor internet en telefonie fors de hoogte in gaan.

Ruim twee jaar geleden keurde de Europese Commissie de dataretentie-richtlijn goed. Die verplicht aanbieders van internet en telefoondiensten om de ‘verkeersgegevens’ van hun klanten (alle info over de lengte, de locatie en het tijdstip van een telefoongesprek, maar ook de precieze datum en de grootte van sms’jes en e-mails) tussen de zes maanden en de twee jaar bij te houden.

Europa gaat er van uit dat deze data altijd beschikbaar moet zijn voor onderzoek naar de georganiseerde misdaad. Ondanks massaal protest werd de maatregel in ijltempo aangenomen als reactie op de terroristische aanslagen in Londen in juli 2005. In ons land werd de richtlijn tot op heden nog niet vertaald naar een nationale wet. Terwijl de deadline voor het eerste stukje van de richtlijn, dat over de bewaring van telefoonverkeer, eigenlijk al afliep op 15 december 2007. De hetze rond de verkiezingen en het uitblijven van een federale regering is daar natuurlijk niet vreemd aan.

Voor de omzetting van het richtlijnhoofdstuk over de bewaring van het internetverkeer, krijgt de overheid iets meer respijt, tot 15 maart 2009 om precies te zijn. Maar omdat België al veroordeeld werd voor het treuzelen bij de implementatie van het eerste deel van de richtlijn, kan ons land zich geen tweede veroordeling veroorloven. Dit keer moet het dus snel gaan. Te snel? Vaststaat dat het tot vandaag muisstil bleef rond de maatregel, wat er op kan wijzen dat de impact van de richtlijn ernstig onderschat wordt. Terwijl in onze buurlanden toch al heel wat petities en klachtenprocedures werden opgezet.

Intussen zou er in Brussel wel een wetsvoorstel op tafel liggen. Over de inhoud van dat voorstel is nog maar weinig geweten, alleen dat het BIPT, de ‘Federal Computer Crime Unit’ (FCCU) en de overheid ‘het maximum’ zouden willen halen uit de richtlijn, en op sommige vlakken zelfs verder zouden willen gaan dan Europa. Zo zou zelfs de registratie van het surfgedrag van onze landgenoten in overweging genomen worden.

Inbreuk

De Liga voor Mensenrechten, de Belgische vereniging voor internet service providers ISPA en de Orde van Vlaamse Balies wijzen erop dat de maatregel een inbreuk is op onze privacy, en dat de noodzakelijkheid en vooral de proportionaliteit ervan ernstig in twijfel moet worden getrokken.

“Eigenlijk komt het er op neer dat ieder van ons als potentiële verdachte aan het preventieve toezicht van de overheid wordt onderworpen”, oppert advocaat Geert Somers, voorzitter van de juridische werkgroep bij ISPA. “Nochtans is het in de praktijk efficiënter om de strijd tegen zware criminelen te voeren via gerichte opsporingen, waarbij gegevens pas bijgehouden worden van zodra iemand verdacht wordt.”

Experts stippen ook aan dat de maatregel technisch gezien erg gemakkelijk te omzeilen valt, bijvoorbeeld door het huren van eigen servers, of proxyservers buiten Europa. “En wat met de bergen gegevens die het mogelijk maken profielen op te stellen over individu’s of groepen van mensen die regelmatig met elkaar communiceren?”, vraagt Somers. “Die databanken zouden natuurlijk adequaat beveiligd moeten worden, maar de uitnodiging tot misbruik ligt voor de hand.”

Een ander, even acuut probleem, is de prijs voor al dat moois. De operationele kosten verbonden aan de bewaarplicht zijn enorm hoog. Uit studies in andere landen blijkt dat ze voor grote operatoren gemakkelijk 100 miljoen euro per jaar kunnen bedragen. Veel hangt ook af van de lengte van de bewaartermijn. Hoe langer gegevens worden bijgehouden, hoe meer opslagcapaciteit nodig is, hoe duurder het prijskaartje, en hoe moeilijker om gegevens nog terug te vinden. “De richtlijn bepaalt niet dat de nationale overheden die kosten moeten dragen”, gaat Somers verder. “En indien de kosten bij de operatoren worden gelegd, zullen zij die uiteraard verhalen op hun klanten, waardoor de abonnementen fors duurder kunnen worden. Een stijging van 25 procent is niet uitgesloten.”

Campagne

Een discussie voeren over het nut van de richtlijn heeft op dit ogenblik geen zin meer. “We kunnen enkel nog proberen om de schade in België te beperken”, zegt Maaike De Schutter van de Liga voor Mensenrechten.

Op initiatief van de Liga, ISPA en de Orde van Vlaamse Balies, vertrekt er in de komende dagen een brief naar de kabinetten van Van Quickenborne en Justitie, waarin gevraagd wordt om het ‘bijhouden van surfgedrag’ te schrappen uit het wetsvoorstel, en om te streven naar een ‘privacyvriendelijke’ adaptatie van de richtlijn (waarin bijvoorbeeld duidelijk aangegeven wordt welke data er mag worden opgeslagen, en waarin bepaald wordt wie onder welke voorwaarden toegang heeft tot de data).

Daarnaast worden ook organisaties zoals Agoria, Beltug en Test Aankoop gevraagd om de gemeenschappelijke position paper te onderschrijven, en gaat de Liga zelfs de straat op met een petitie. Pol Deltour van de Beroepsfederatie van Journalisten heeft alvast zijn zegen gegeven. Maar wat als de campagne niets uithaalt? “Dan trekken we naar het grondwettelijk hof”, aldus nog De Schutter. “De implementatie van de richtlijn moet in overeenstemming zijn met de grondwet, en dat lijkt nu niet het geval te zijn.”

Frederik Tibau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content