Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

Een ochtendmeeting in Moskou, een lunchafspraak in Londen, een late vergadering in LA: dankzij de nieuwe generatie telepresence-oplossingen hoef je er zelfs je deur niet meer voor uit. Visuele communicatie en videoconferentie staan weer op de kaart, zoveel is duidelijk. Maar is de hype ook gerechtvaardigd?

Een ovalen tafel. Aan de ene kant stoelen, aan de andere kant drie reusachtige flatscreens. Plots komt er een handvol directieleden de vergaderkamer binnengewandeld. Op één van de schermen worden twee levensgrote gespreksgenoten geprojecteerd, achter eenzelfde ovalen tafel. In werkelijkheid zitten de twee zevenduizend kilometer verderop, in het Indiase Bombay. De meeting kan beginnen.

De ‘vergaderkamer’ in bovengenoemd voorbeeld, is een ‘telepresence’-suite, een ruimte waarin medewerkers uit verschillende kantoren van over de hele wereld met elkaar kunnen communiceren. Virtueel, maar in een situatie die een ‘real life’-bijeenkomst zo goed mogelijk benadert.

Telepresence is op enkele maanden tijd een echte hype geworden. Dat de marketingmachines achter HP en Cisco de technologie flink aan het pushen zijn, is daar natuurlijk niet vreemd aan. Maar ook de Noorse videoconferencingspecialist Tandberg springt graag mee op de kar, om het Amerikaanse Polycom niet te vergeten. Cisco ceo John Chambers vergeleek telepresence niet zo lang geleden nog met het ‘beam me up, Scotty’-verhaaltje uit Star Trek. En Cisco zou Cisco niet zijn, mocht het geen miljoenenmarkt zien in de technologie.

Niet dat telepresence nieuw is. In ’99 al tekenden de Britse operator BT en de televisieomroep BBC een samenwerkingsakkoord waarbij er onder meer nagegaan werd hoe kijkers ‘virtueel’ in een televisiestudio kunnen plaatsnemen, terwijl ze eigenlijk thuis vanuit hun luie stoel het debat animeren.

Toch was het HP dat als eerste op de markt kwam met infrastructuur voor een immersive environment, een omgeving waarin je als het ware wordt ondergedompeld. “Het hele idee achter telepresence komt eigenlijk van Dreamworks ceo Jeffrey Katzenberg”, aldus technology consultant Roger Harvey van het HP Business Lab in Bristol. “Omdat de werknemers van Katzenberg voortdurend in het vliegtuig zaten terwijl ze in feite hun deadlines moesten halen, vroeg de topman aan zijn audiovisuele experts om een oplossing te ontwikkelen die het mogelijk maakt om samen te werken in real time, zonder daarom de verplaatsing te moeten maken tussen Californië en Europa. De mensen van Dreamworks kwamen bij ons terecht, en niet veel later werd Halo boven de doopvont gehouden.”

Het principe achter Halo (dat overigens op een codex van Tandberg werd geschreven) en de concurrerende oplossingen van Cisco, Tandberg en Polycom, is min of meer hetzelfde als bij de klassieke videoconferentie-oplossing. Alleen zijn de schermen groter en talrijker, is er veel meer bandbreedte nodig. De inrichting van de lokalen is min of meer dezelfde. Dit laatste om de illusie te creëren dat beide partijen zich niet op twee continenten bevinden, maar rond dezelfde tafel. De oplossing van Cisco verschilt in die zin nog van de anderen, dat ze alle verkeer over het bedrijfsnetwerk stuurt, terwijl HP, Polycom en Tandberg dedicated netwerken uitrollen. Om de belevenis nog realistischer te maken, wordt er gebruik gemaakt van een hele batterij camera’s, spiegels (bij één producent) en informaticasnufjes. Erg belangrijk is dat de vertraging tussen beeld en klank (die minder dan 250 milliseconden mag duren!) niet opvalt, zodat de mensen rond de tafel vlotjes met elkaar kunnen praten.

Confronterend

De hype mag dan een feit zijn, uit de laatste telecomenquête van Data News blijkt dat vier op de vijf Belgische it-managers nog nooit van telepresence heeft gehoord. Dat is op zijn zachtst gezegd een confronterende vaststelling. “Je moet de hoeraberichten van de grote spelers dan ook met een korreltje zout nemen”, geeft sales director Martijn Blokland van Talk & Vision toe. “De grootste verdienste van de dure telepresence-systemen is eigenlijk dat ze de gewone videoconferentie opnieuw in de spotlights geplaatst hebben, op een positieve manier dan. Visuele communicatie had in het verleden een beetje een negatief imago. En reputatie komt te voet en gaat te paard. Enkele jaren geleden lag het zwaartepunt van de sector nog bij de onstabiele en weinig flexibele isdn-lijnen. Bovendien duurde het vaak een eeuwigheid om een verbinding tot stand te kunnen brengen. De logge systemen van toen gingen ook van meetingroom naar meetingroom, en waren eigenlijk vooral gericht op het hogere management.”

Met de komst van video-over-ip is de flexibiliteit van videoconferencing enorm toegenomen. Het draait niet langer rond die éne kamer die toevallig is uitgerust met een isdn-verbinding. Dankzij ip kunnen videoconferencingtools beter geïntegreerd worden in de it-infrastructuur van een bedrijf. “Tandberg en Polycom hebben daar handig op ingespeeld”, gaat Blokland verder. “Zij kwamen met uitbreidingen van hun systemen naar beneden toe, naar mobiele endpoints tot zelfs desktop-oplossingen.”

“Anderzijds zag je ook een grote migratie van standaarddefinitie naar hogedefinitie (HD). Dat blijkt achteraf een enorme driver geweest te zijn voor de verkoop, omdat de beeldkwaliteit spectaculair verbeterd is. Maar nogmaals: ook de exposure van telepresence heeft meegespeeld. Met als gevolg dat videoconferencing weer hoog op de agenda staat van ceo’s en cio’s.”

Markten

Op dit moment beslaat videoconferencing drie verschillende markten. “Telepresence is uiteraard het neusje van de zalm, dat in feite alleen is weggelegd voor de directiecomité’s van grote bedrijven”, legt Nicolas Collette van Tandberg uit. “Opvallend aan telepresence is het ecosysteem van samenwerkingsverbanden dat je ziet opduiken. Omdat het om erg ingewikkelde technologieën gaat, zien zelfs de grote spelers zich verplicht om de hulp van externe partijen in te roepen. Voor Halo werkt HP bijvoorbeeld met ons samen, terwijl Polycom intensief samenwerkt met Avaya.”

Daarnaast heb je de markt voor de klassieke vergaderzalen met grote tot middelgrote schermen en een eigen systeem voor beeldcompressie. De derde en laatste markt, die momenteel het snelste groeit, is de desktopmarkt. Ofwel gebruikt men daar dezelfde klassieke technologie met kleinere schermen, ofwel een eenvoudig systeem met pc, webcam en centrale server.

“In elk geval vindt er momenteel een interessante evolutie plaats”, aldus nog Blokland. “Bedrijven die al ervaring hebben met videoconferencing, willen meer flexibele systemen. Het topmanagement heeft geen zin meer om naar een meetingroom te gaan die van tevoren gereserveerd diende te worden. De topmanager wil nu ook bij of zelfs in zijn kantoor videofaciliteiten hebben. De markt van de desktopsystemen groeit dan ook elk jaar met zo’n 60 procent, en zal naar verwachting 30 tot 40 procent van het totaal gaan innemen. Telepresence zou volgens analisten dan weer een niche blijven, en tegen 2013 goed zijn voor 600 miljoen dollar wereldwijd.”

Prijzen

Over de prijs van al dat moois hebben we het nog niet gehad. Om een idee te geven: een degelijk webcamsysteem kan uitgerold worden vanaf 10.000 euro. Voor telepresence suites moet je rekenen op minimaal 150.000 euro per endpoint (hoewel de prijs bij de meeste fabrikanten ver boven de 200.000 euro uittorent). Bovendien vreten telepresence systemen ook bandbreedte. “Dat kan oplopen van 3 tot 12 Mbits per seconde”, aldus nog Collette. “Ter vergelijking: op een standaard endpoint in HD heb je 1 tot 1,5 Mbit nodig.”

“Daarnaast moet je bij telepresence nog rekening houden met een servicemodel dat tussen de tien en de 20.000 euro per maand kost”, vervolledigt Blokland. “Dit enkel om de boel draaiende te houden. Dat is veel geld natuurlijk. De dienstverlening naar ‘normale’ videoconferencingsystemen schommelt normaal gezien rond de 100 euro per endpoint. Voor één retourticket Londen managen we bij Talk & Vision één maand lang één endpoint.”

Frederik Tibau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content