Voor velen was SOA tot nu toe een teleurstelling, en door de crisistijd en de bijbehorende besparingen zullen waarschijnlijk heel wat projecten sneuvelen. Tijd om de basisprincipes te herzien.

Anne Thomas Manes, analiste van de Burton Group, zorgde een paar maanden geleden voor ophef door SOA dood te verklaren, om de eenvoudige reden dat de verwachtingen niet werden ingelost. Dat is in ieder geval de subjectieve interpretatie van sommige waarnemers. De analiste wou echter vooral de aandacht vestigen op de mankementen van SOA in het verleden. Een herziening van de basisprincipes, namelijk voldoen aan de bedrijfsbehoeften en de invoer van transformatievoorwaarden voor praktijken, culturen en processen, dringt zich op. “Met de krappe budgetten van dit jaar hebben de meeste ondernemingen de aanvoerlijnen voor hun SOA-initiatieven afgesloten. […] Het debacle van SOA is een tragedie voor de it-sector. Ondernemingen moeten absoluut de architectuur van hun applicatieportefeuilles verbeteren. Een dienstgerichte aanpak is dus een basisvereiste voor een snelle integratie van gegevens en bedrijfsprocessen. Het is de basis voor ‘situationele’ ontwikkelingsmodellen zoals mash-ups, de basisarchitectuur voor SaaS en cloud computing. Ook al is de term SOA dood, de markt heeft meer dan ooit nood aan een dienstgerichte architectuur.”

Een kwestie van perceptie

Ontgoochelingen, investeringen die niets opbrachten, weinig of geen tastbare resultaten. Een van de redenen voor de mislukking is dat ondernemingen te weinig opleidingen en begeleiding voorzagen voor de verschillende betrokkenen, inclusief de ontwikkelaars en technische architecten, aldus Joachim Vanden Brande, algemeen directeur van LoQutus. “Een SOA is niet zomaar een strategische oefening. Je moet ook uitleggen hoe die een impact heeft op het werk van iedereen en waarom het project er moet komen.”

Andere reden voor het falen van een SOA-project: de verkeerde perceptie dat een SOA een kant-en-klare oplossing is, een suite die je zomaar kunt kopen. “De eerste SOA-projecten werden gezien als grote infrastructuurprojecten”, zegt Johan Pauwels, vicepresident BeLux bij Software AG. “De uitgever overtuigde de klant ervan dat hij alles moest kopen: ESB, portal, BAM, BPMS enz. Daarbij vergaten ze dat er al een onderliggende infrastructuur was, en druisten ze in tegen het hoofdprincipe van SOA, dat hergebruik in de hand werkt.”

Hoe zit de toekomst van SOA eruit? Sommigen gokken op BPM en BAM (business process/activity monitoring), die worden beschouwd als killer apps. Ze zijn in feite niet meer dan een uiting van de onmisbare bedrijfs- en procesgebonden aspecten die de SOA-initiatieven van in het begin hadden moeten bepalen, maar die te vaak vergeten werden, ten voordele van het louter technologische luik (de re-engineering van de architectuur). “Componenten opnieuw combineren en hergebruiken is één ding. Als we echter een SOA willen inplanten in een bedrijf waarvan de processen en gewoonten niet veranderen, of als dat bedrijf zijn diensten niet wil delen, zal het nooit lukken”, zegt Mieke De Winter, verantwoordelijke Application Solutions bij CTG.

Versie 3 van ITIL zien sommigen als een reddend element dat zou kunnen zorgen voor de verhoopte omschakeling naar een procesgerichte benadering. “IT redeneert in horizontale lagen”, zegt Tim Hall, directeur van het SOA Center bij HP Software. “Er moet een mentaliteitswijziging komen om SOA over verschillende teams en departementen heen te omarmen. Tot nu toe handelden operationele mensen en applicatieverantwoordelijken volledig los van elkaar en wisselden ze blind hun realisaties uit. Als SOA een nieuwe architecturale stijl wil zijn, moeten alle betrokkenen vanaf nu dezelfde woordenschat delen. We evolueren gelukkig naar een modernere definitie van de applicatieve levenscyclus om de operationele kloof te dichten. Kwaliteit van applicaties, planning van de portefeuille, lifecycle management en governance worden vandaag steeds belangrijker.” Er zijn ook waarnemers die op EA (Enterprise Architecture) gokken om SOA uit het slop te halen of zelfs te vervangen. “Het is een betere benadering”, meent Joachim Vanden Brande, “in die zin dat het met EA mogelijk is vier grote domeinen op homogene wijze te beheren: technische architecturen, gegevens, applicaties en de business. Tot nu toe werd er nooit een organisatorische of technische band gesmeed tussen die domeinen. Er was geen centrale governance. SOA mikte enkel op de applicaties, diensten en bedrijfsprocessen. EA is vollediger en kan bogen op meer volwassen methodes (zoals To-gaf, The Open Group Architecture Framework, een bijstandskader bij implementaties nvdr.).”

Voor Tim Hall wordt de mash-up een van de killer apps van SOA’s. “De mash-up benut de voor de SAO voorziene investeringen en stelt ze ter beschikking van de eindgebruiker door een efficiënte interface te plaatsen bovenop de overvloed aan functies die men wil aanbieden.”

SOA en de crisis

Als we Gartner mogen geloven, is het aantal Amerikaanse ondernemingen dat een eerste SOA-project wou starten fors gedaald sinds begin 2008. In 2007 dacht 53 procent van de bedrijven er nog aan, in 2008 nog maar 25 procent. De voornaamste redenen? Een gebrek aan competenties en haalbare business cases. De crisis zorgt er nu blijkbaar voor dat verantwoordelijken hun prioriteiten herzien en opteren voor kleinere, doelgerichte SOA-projecten, die op een paar weken tastbare resultaten kunnen opleveren, in plaats van kolossale projecten waarvoor alles herschreven moet worden. “Hoewel er door de crisis inderdaad minder projecten zijn, is er geen sprake van om SOA op te geven. Maar het klopt dat een crisis niet het ideale moment is om grondige technologische veranderingen door te voeren”, zegt Johan Bruynseels, enterprise architect bij EDS. “De modernisering van applicaties houdt grote projecten in. We kunnen ons beter concentreren op kleine projecten waarbij het vooral draait om de optimalisering van de processen. Een SOA-project hoeft niet per definitie complex te zijn.” Hij geeft het voorbeeld van het departement Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschap, dat “twee of drie gestandaardiseerde webdiensten heeft ontwikkeld waarmee onderwijsinstellingen in realtime hun inschrijvingsgegevens kunnen raadplegen”.

“De visie op lange termijn blijft belangrijk, maar is niet langer het vertrekpunt. We kunnen beter beginnen waar de resultaten het makkelijkst te halen zijn, via de kortste weg naar resultaten voor de business”, benadrukt Johan Pauwels.

Maar hoe bepaal je met welke entiteiten of processen je gaat beginnen? “Je moet een plan met processen uitwerken, bepalen welke slecht of niet voldoende ondersteund worden door de it, of financieel weinig efficiënt zijn. Het zijn ideale processen voor proefprojecten. De prioriteit moet ook gaan naar dynamische in plaats van statische projecten. Bijvoorbeeld processen met rechtstreekse contacten met de klanten, die vaak worden aangepast, en niet de stabiele, onveranderlijke processen, zoals de registratie van bestellingen of het financiële beheer. Of de processen waardoor een bedrijf zich kan onderscheiden van de concurrentie, bijvoorbeeld op het vlak van zijn commerciële aanpak of kwaliteitsbeheer,” aldus nog Pauwels.

ROI, Risk of Invisibility?

In deze periode van sombere economische en budgettaire vooruitzichten weegt het argument van de ROI steeds zwaarder door, niet enkel voor het al dan niet starten van een SOA-project, maar ook voor de middelen die zullen worden ingezet om het project te leiden. Uit een enquête die Gartner vorig jaar uitvoerde, blijkt dat tal van SOA-projecten faalden gewoon omdat de bedrijven niet de geschikte criteria hadden gebruikt om de ROI te evalueren. “40 procent van de SOA-gebruikers meet de concretiseringstermijn van de ROI niet en 50 procent van de niet-gebruikers hebben geen SOA ingevoerd omdat ze de bedrijfswaarde ervan niet duidelijk konden formuleren en aantonen.” Analist Massimo Pessini: “Tal van bedrijven verwachten veel te veel van een SOA, zoals een onmiddellijke versnelling van de projectcycli. Vaak zijn gebruikers zich niet bewust van de nodige inspanningen, middelen en tijd om winst te maken.” Zijn collega Paolo Malinverno voegt daaraan toe: “Onder druk van leveranciers, en door deze al te optimistische visie op de mogelijke voordelen, hebben ondernemingen de neiging om te veel uit te geven aan technologie en te weinig aan organisatie en governance. Daarom komen ze tot de conclusie dat een SOA te duur is en te weinig resultaten oplevert.”

Gartner raadt dus aan om zich in een eerste fase op één enkel voordeel te concentreren, bijvoorbeeld de efficiëntere uitvoering van bedrijfsprocessen, en de criteria goed af te bakenen (verlaagde administratieve kosten, betere zichtbaarheid van de processen, vermindering van het aantal manuele stappen, snellere implementatie van varianten op hetzelfde proces, …). Een ander voorbeeld: een cultuur van hergebruik invoeren. Toepasbare criteria: een dienst vaker hergebruiken, incentives voor programmeurs om zaken te hergebruiken, een vermindering van het aantal nieuwe diensten, … Dan Foody, vice-president van de Actional-producten bij Progress Software, is sceptischer. Volgens hem moet de ROI worden gemeten door een SOA te vergelijken met andere benaderingen. “Niets wijst erop dat wanneer je een SOA gebruikt om een dienst uit te bouwen, alle voordelen te danken zijn aan die SOA-architectuur”, zegt hij op zijn blog. En aangezien weinig bedrijven de moeite doen om de vergelijking te maken, zijn alle metingen hoogst twijfelachtig. “Ook de criteria, zoals de graad van hergebruik van diensten, zijn gemakkelijk te manipuleren, al dan niet met opzet. Creëer weinig diensten en je zult een hogere graad van hergebruik hebben. Hierdoor wordt men aangezet om geen diensten uit te bouwen, wat indruist tegen het nagestreefde doel. Maar tegenwoordig is het blijkbaar de trend om geen diensten meer te creëren. Hoewel sommige meeteenheden nuttig zijn ( mean time to service development, mean time to service change, …), zijn ze niet echt praktisch. Elke dienst verschilt in complexiteit. Om een echt gemiddelde te verkrijgen, moet je over honderden voorbeelden beschikken, en dat zal nog vele jaren duren.” Hij raadt mensen aan om realistisch te zijn: weiger ‘verdachte’ criteria die geen vertrouwen inboezemen, die pas op lange termijn efficiënt zullen zijn. “Hoe lager daarentegen de kosten en de risico’s, hoe minder verantwoording je zult moeten afleggen. Hoe sneller je voordeel kunt aantonen, hoe minder je rekening hoeft te houden met de criteria.”

Brigitte Doucet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content