De ene is vooraan in de vijftig. Dominant type. Duur pak. Ik denk een Brioni. En een hemd van Brooks Brothers.

De andere is zeker twintig jaar jonger. Aarzelend, schuchter. Een gescheurd t-shirt, een gescheurde jeans. Ik denk Ermenogildo Zegna. Chique poverty look. Ik denk dat er rode en groene fluoplekken in zijn haar zitten.

Vader en zoon, dat is duidelijk. Ze staan daar allebei tegen hun zin, maar waarschijnlijk om verschillende redenen.

De oudere man steekt zijn hand uit. De jongere knikt beleefd.

“Mijnheer Huydevetters, ik wil dat u een job zoekt voor mijn zoon.”

Ik kijk naar de jongere man, en vraag hem: “Naar welke job ben je op zoek?”

“Iets artistieks,” zegt zijn vader schamper.

De jongen krimpt.

Ik negeer de vader, en vraag: “Wat heb je gestudeerd?”

“Niks”, zegt de vader. “Van alles geprobeerd, maar niks gelukt. Economie, ingenieur, geneeskunde, noem maar op. Hij zit dag en nacht aan z’n computer.”

Ik kijk de jongen aan.

“Wat zou je graag willen doen?”

“Webdesign, e-shops ontwikkelen.”

“Daar zit zeker muziek in. E-tailing is de toekomst als ik de Harvard Business review moet geloven.”

“U kent de ict-wereld, mijnheer Huydevetters. Waar kan u mijn zoon placeren zodat hij zich op een normale manier met die webdinges kan bezig houden?”

“Wel, eigenlijk werkt het andersom. Bedrijven komen naar ons met de vraag om voor hen een specifiek profiel te zoeken. Doorgaans werken we niet in opdracht van mensen die een job zoeken.”

De vader wordt niet graag tegengesproken.

“Als ik genoeg betaal, zal u dat wel doen.”

“Dit is eerder het werk van de RVA.”

“Kijk, het is hoog tijd dat mijn zoon een behoorlijk vak uitoefent, en u gaat hem daar bij helpen. Wat is uw prijs?”

“Wij nemen geen geld aan van kandidaten. Of van hun vader. Ik wil uw zoon wel wat advies geven.”

De zoon bekijkt me angstvallig. Het is waarschijnlijk de eerste keer dat hij iemand ziet die zijn vader tegenspreekt.

“In welk soort bedrijf wil je werken?”

“Niet in een groot, anoniem bedrijf. Eerder een klein bedrijf, tien, vijftien man. Toffe sfeer, veel creativiteit.”

Vader kijkt onbewogen voor zich uit.

“Webdesign wordt meestal in reclamebureaus gedaan. Is dat iets voor jou?”

“Die arty-farty types met hun hippe brilmontuurtjes en vettig haar, dat is niks voor mijn zoon”, zegt de vader onderkoeld. Hij beklaagt het zich al dat hij naar hier gekomen is.

“In welke branche zit u eigenlijk, mijnheer euh.., ik ken uw naam eigenlijk niet?”

“Emmer, ik heet Emmer en ik heb een groothandel in sportartikelen. Een hele grote groothandel.”

“Kennen jullie Zalando?” Ik kijk beide beurtelings aan.

“Nee”, klinkt het unisono.

“Zalando is een zeer succesvolle webshop. Kleren, schoenen, alle merken.”

Het lijkt er op alsof er bij vader en zoon een licht opgaat.

“Ik denk dat dat het antwoord is op jullie beider verzuchtingen.”

“Ja?”, klinkt het unisono.

“Wel, e-tailing is de toekomst. Vader heeft de goederen en waarschijnlijk de centen, zoon heeft de technologie. Waarom zetten jullie niet samen een e-shop op? Emmer.com. Prachtige naam. Alle sportartikelen, voor een klik. Voilà, iedereen tevreden. Wat denken de heren Emmer?”

Vader en zoon staren elkaar sprakeloos aan.

Ik zou eigenlijk een handeltje in familietherapie moeten opzetten.

DOOR JAN FLAMEND

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content