Ze mocht het weer eens horen. Dat ze een nerd was, een bizar wezen dat nog altijd ganser dagen achter computerschermen doorbracht. Aan tafel zaten haar vrienden van vroeger. De één was vastgoedverkoper geworden, de andere kinderopvoedster, nog een ander verkoper van diepvriezers, een tuinman en een advocaat. Zij kwamen tenminste buiten en hun werk bestond uit de dagelijkse omgang met mensen. Zij bleef een vreemde eend. Dat hadden ze toen ook al gezien. Toen zij als enige zo’n machine in huis had gehaald waarmee ze thuis voor het televisiescherm rare teksten ingaf die computerprogramma’s bleken te zijn. Het was de tijd waarin een homecomputer nog echt een HOME-computer was. Hij stond centraal in het salon op een bijgezet salontafeltje onder de tv. Later werd het een tuintafeltje want er moest een cassetterecordertje bij geplaatst kunnen worden voor de “externe opslag” en een boek. Toen al kwam ze minder op straat en vonden ze haar niet meer terug in de tennisclub. En plots was het haar teveel. Of het nu de overdaad aan pejoratieve adjectieven was, of de invloed van haar derde Leffe, ze stak voor het eerst een monoloog af waar menig Herman Teirlinck-student een punt kon aan zuigen. Dat ze, JA, veel met haar computers bezig was, maar dat dit geenszins een teken van onmenselijkheid was. Evenmin het feit dat ze haar computers zeer persoonlijk benaderde. Voor haar waren het geen koele machines die getallen kraakten en af en toe in de fout gingen. Aan het tikken van de hard disk kon zij inschatten in hoeverre haar pc wel degelijk werkte of zichzelf in de vernieling aan het rekenen was. Het ritme van de pauzes die de zandloper op haar scherm aangaf, was voor haar even betekenisvol als de beat van hun muziek waar ze in het weekend naar luisterden. Kwam dat misschien niet voor bij fervente autofreaks of motorrijders, die elke beweging van een klep konden thuisbrengen? Ook zij konden de gemoedstoestand van hun machines aanvoelen. Waren zij dan ook nerds? Omdat ze de taal begrepen van het niet-menselijke. En toen haalde ze de klassiekers aan, hoe de tuinman nu wellicht hier niet zou zitten, als hij zijn facturen met pen en papier zou moeten maken, hoe de verkoper van diepvriezers wellicht zou lopen zeulen met massa’s folders terwijl hij nu een overzichtelijke website had en hoe de advocaat nog meer kasten zou hebben met nog meer archief en een nog grotere bibliotheek waar hij nog verder moest naar lopen, terwijl nu alle informatie letterlijk onder de toppen van vingers lag. Alleen de kinderopvoedster ontsnapte wat aan haar betoog… tot ze bedacht dat ook zij het internet wel zou raadplegen om speelgoed aan te kopen, of tips te vinden tegen luizen in kinderhaar. Computerspecialisten zijn in de eerste plaats mensen die in een hoogtechnologische wereld werken waarin een andere taal gesproken wordt. Een Chinees begrijp je ook zo makkelijk niet als hij Chinees spreekt. Bij het horen van deze laatste wat scheve vergelijking schoot de tafel in de lach en zij ook. De Leffe deed nog steeds zijn werk. Haar emotionele betoog had aangetoond dat ze tòch menselijk was, evenveel als de anderen. Evenveel mens, evenveel vlees, evenveel bloed. Evenveel liefde voor het vak en voor haar vrienden. De glazen werden opnieuw gevuld.

Jens Pas is verhalenverteller en adviseur over innovatie en mensvriendelijk ondernemen. Meer over Jens Pas vindt u op www.jenspas.be

Jens Pas

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content