Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

Als de Vlaamse overheid een eigen internetextensie wil laten vastleggen, gaat haar dat al minstens 210.000 euro kosten. Die startprijs ligt heel wat hoger dan de oorspronkelijk geraamde 100.000 euro.

ICANN, de instantie die wereldwijd het domeinnaamsysteem beheert, besloot in juni om de beperkingen op het toekennen van gTLD’s (‘generic top level domain names’) te versoepelen. Niet veel later antwoordde Kris Peeters (CD&V) positief op een vraag van N-VA politicus Mark Demesmaeker voor een eigen, Vlaamse domeinextensie. Ook de minister-president is een .vla of een .flanders achtervoegsel meer dan genegen.

Maar de heren politici dienen toch enkele dingen in het achterhoofd te houden. Vooreerst is er de kostprijs van een nieuw internetachtervoegsel. Op de voorbije Icann-meeting in de Egyptische hoofdstad Caïro lag een document voor waarin een startprijs van 150.000 euro per nieuwe domeinextentie gevraagd werd.

Geïnteresseerde partijen dienen die som onmiddellijk te betalen bij het indienen van een dossier. Wanneer een aanvraag niet weerhouden wordt na een eerste inzage, en er een herziening volgt, komt daar nog eens 40.000 euro bij. Eens de domeinextensie goedgekeurd is door Icann, vraagt de instantie een jaarlijkse bijdrage van 60.000 euro voor het beheer van de extensie.

De kosten zouden nog flink kunnen oplopen wanneer verschillende partijen aanspraak maken op dezelfde gTLD. Dan moeten ze immers tegen elkaar opbieden. En het is nog koffiedik kijken of steden en regio’s een voorkeursbehandeling mogen verwachten. Berlijn gaat daar niet van uit. De hoofdstad van Duitsland heeft al een lobbygroep opgericht die geld moet ophalen om de registratie van .berlin veilig te stellen.

Bewuste tarifering van Icann

De startprijzen die voorliggen zijn nog vatbaar voor discussie door de internetgemeenschap, maar Icann vertrekt toch van het principe dat het opentrekken van de gTLD’s volledig ‘self funding’ moet zijn. De beheerder van het domeinnaamsysteem baseert zich voor de cijfers op de historische kosten die gemaakt werden bij eerdere aanvraagrondes voor domeinextensies.

In de wandelgangen van de meeting wordt de bedenking geopperd dat die kosten veel te hoog worden ingeschat, en dat Icann zichzelf wil verrijken met de operatie, maar de organisatie kaatst de bal terug door te beweren dat alle dossiers op een open en transparante manier behandeld zullen worden.

“Naast het feit dat de kosten moeten gerecupereerd worden, denk ik ook dat Icann er wil voor zorgen dat er geen massale aanvraag komt van extensies”, geeft Eurid-topman Marc Van Wesemael een woordje uitleg. “Het ‘domain name system’ is een hiërarchisch gestructureerd systeem waarbij de belasting netjes verspreid wordt over de verschillende lagen. Wanneer er op een korte tijdspanne te veel domeinnamen naar het top level (na de dot, nvdr.) gebracht zouden worden, zou dat de stabiliteit van het internet zeker niet ten goede komen.”

Overigens sta je na het ophoesten van de beruchte 210.000 euro eigenlijk nergens, want voor een eventuele .vla moeten er nog heel wat bijkomende stappen ondernomen worden. “In de eerste plaats moet je natuurlijk het dossier zelf opstellen waarmee je naar Icann trekt, een proces dat toch wel enkele maanden in beslag kan nemen”, aldus juridisch specialist Bart Lieben.

“Daarnaast moet er een organisatie opgericht worden die .vla of .flanders zal exploiteren (hoewel men die taak in dit geval ook kan toevertrouwen aan DNS, de exploitant van .be, nvdr.), en moet er een technische ‘name server’-infrastructuur worden opgezet. Al deze dingen kunnen de kostprijs nog flink de hoogte in jagen. Hoeveel juist is moeilijk te begroten, en is sterk afhankelijk van de concrete wensen van de overheid.”

Intussen worden er al heel wat vraagtekens geplaatst bij het nut van een evenuele .vla. Belgen zijn sowieso geen fervente aanvragers van domeinnamen, toch niet als je gaat vergelijken met onze buurlanden. Als de interesse gering zal blijken, waarom dan zoveel geld investeren?

“De meerwaarde voor Vlaanderen draait -net zoals in het verleden bij .cat en in de toekomst voor andere regio’s en steden- vooral om ‘branding'”, aldus nog Van Wesemael. “Of daar weinig interesse voor zal zijn, kunnen we nog niet inschatten. Maar .cat heeft ondanks haar 40.000 geregistreerde namen toch al enige bekendheid verworven. De zin van een domeinnaam moet dus niet zozeer afgewogen worden aan het te verwachten volume, maar aan wat men er juist wil mee gaan doen.”

Tijdspanne

De tijdspanne waarin nieuwe dossiers kunnen worden ingediend, wordt waarschijnlijk beperkt tot twee maanden. Verwacht wordt dat in mei of juni het startschot zal vallen. Dat wil dus zeggen dat de overheid (of eender welke andere partij), snel zal moeten zijn om nog een initiatief op de sporen gezet te krijgen.

Wanneer er een tweede aanvraagronde volgt, is nog niet duidelijk, en zal sterk afhankelijk zijn van het aantal dossiers in de eerste ronde, en de moeilijkheden die daarmee gepaard gaan. Om een indicatie te geven: het heeft vijf jaar geduurd om de komende ronde georganiseerd te krijgen. Het zou dus best nog eens vijf jaar kunnen duren voor er nog een nieuwe aanvraagronde komt.

Dat er nu al een hele hoop voorinschrijvingen voor internetachtervoegsels binnenlopen bij webhoster Combell, is dus minstens een beetje voorbarig. En de persoon of de instantie die www.wiewil.sex of een internetextensie met zijn eigen naam zou willen laten vastleggen, zal op zijn minst erg kapitaalkrachtig moeten zijn.

Frederik Tibau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content