Patrimoniumcollecties beter beschikbaar maken en hun bewaring op lange termijn garanderen. Het is een nobel doel, maar waar blijven de middelen?

Het in 2002 gestarte Digipat-project voorziet in de digitalisering van het wetenschappelijk en cultureel erfgoed van de federale wetenschappelijke instellingen (FWI’s), die afhangen van de Programmatorische Overheidsdienst Wetenschapsbeleid. Zestig collecties (boeken, films, incunabelen, manuscripten, kaarten, …) van 10 instellingen (Koninklijke Bibliotheek, Rijksarchief, Museum voor Schone Kunsten, Museum voor Midden-Afrika, KMI, Koninklijke Sterrenwacht, …) en van het koninklijk filmarchief komen in aanmerking. Het hele patrimonium wordt geschat op 80 miljoen ‘voorwerpen’ – van dinosaurussen tot postzegels! Op basis van een studie van het Bureau Van Dijk werd in 2004 een budget van welgeteld 147,7 miljoen euro (1) overwogen, te verdelen over 10 jaar. Een minimalistisch ‘basisscenario’, gericht op de digitalisering van de “bedreigde, unieke en zeer vaak geraadpleegde collecties”.

Budgettaire kruimels

In 2004 voorzag een eerste project in een financiële bijdrage van 75 miljoen euro van de Europese Investeringsbank. Die werd echter geannuleerd, waarschijnlijk omdat de kans op terugbetaling gering was. Een aantal bedrijven (Belgacom, IRIS, IBM, …) had een tijdelijk consortium opgericht (Digita), maar het idee van een publiek- privaat partnership (PPP) kreeg geen steun van de regering.

Sindsdien hebben de FWI’s het moeten stellen met budgettaire kruimels (7,8 miljoen euro per jaar sinds 2004), genoeg om een handvol inventaris- of digitaliseringsprojecten te lanceren. In april gaf de regering haar principieel akkoord (dat dus nog bevestigd moet worden, op basis van de ernst van het dossier) voor een PPP tussen de POD Wetenschapsbeleid en een of meer privéspelers (specialisten in digitalisering, opslag, informatisering, ‘gewone’ mecenassen, …). Het idee werd verdedigd door minister van wetenschapsbeleid Sabine Laruelle, die het geslaagde voorbeeld van het Magrittemuseum aanhaalde (multimediale BDM-database en online zoekmotor die werden ontwikkeld in samenwerking met Ineo Media System, een filiaal van GDF SUEZ).

Het PPP rond DigiPat moet “een coherent digitaliseringsproject uitwerken en er de resultaten van reeds uitgevoerde digitaliseringen in integreren”. Het kan immers niet de bedoeling zijn de lopende projecten en de eerder gemaakte technische keuzes op te offeren.

Vijf augustus was de uiterste datum voor het indienen van de kandidaturen voor de Europese aanbesteding. Maar wat blijkt? Er zijn welgeteld vijf voorstellen, twee daarvan komen van consortia(2). En “blijkbaar hebben sommige kandidaten de omvang en complexiteit van het project ook nog es verkeerd ingeschat”, aldus Wetenschapsbeleid. De verdere planning zou er nu als volgt moeten uitzien: een gedetailleerd bestek (technologisch platform, voorwaarden voor intellectuele eigendom, …) wordt in september naar de betrokken bedrijven gestuurd, die sturen hun voorstellen terug tegen november, waarna tegen het einde van het jaar de selectie volgt. Die planning lijkt alweer wishful thinking nu het opstellen van het bestek bijzonder complex blijkt. Het is ook niet uitgesloten dat er tweede aanbesteding komt als de ernst en de expertise van de huidige kandidaten onvoldoende blijken.

Onontbeerlijke coördinatie

Tegelijk loopt er nog een ander fundamenteel project: de harmonisatie van de strategieën van de FWI’s en het vastleggen van de prioriteiten. Maar die laatste dreigen dan weer voor een stuk te worden bepaald door de competenties, de middelen en het aanbod van de geselecteerde kandidaten, geeft Sabine Laruelle te verstaan.

Elke FWI is inmiddels – met vallen en opstaan – gestart met een paar projecten en heeft zo zijn eigen prioriteiten (bedreigde stukken, zeldzame documenten, …), die niet noodzakelijk overeenstemmen met die van de collega’s in andere instellingen. Maar, zoals Philippe Mettens, voorzitter van het directiecomité van Wetenschapsbeleid, benadrukt, “de regering verwacht dat de volgende fase van het digitaliseringsplan verloopt volgens een geïntegreerde aanpak op basis van een globale, coherente strategie.” Ander fundamenteel punt: de valorisatie van de gedigitaliseerde ‘voorwerpen’. Onrealistische verwachtingen leidden ertoe dat het initiatief in 2004 mislukte. Vandaag heeft men het nog altijd over “een valorisatie van het gedigitaliseerde patrimonium om een optimale financiering van het project te verzekeren, met mogelijkheden tot commerciële exploitatie en andere pistes zoals mecenaat en sponsoring”. Maar Sabine Laruelle is categorisch: “het patrimonium blijft publiek domein en mag geen commercieel tintje krijgen.” Wordt ongetwijfeld vervolgd …

(1) Realistisch budget voor de digitalisering van 80 miljoen voorwerpen: 575 miljoen euro. (2) Waarvan een met Belgacom en EMC.

Brigitte Doucet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content