Agoria bestempelt arbeidsdeal als ‘gemiste kans’

Jeroen Franssen, expert arbeidsmarktbeleid bij Agoria. © Agoria

Agoria bestempelt de arbeidsdeal die de federale regering afgelopen nacht heeft bereikt als ‘het akkoord van de gemiste kansen’. Volgens de technologiefederatie zal het akkoord niet leiden tot een werkzaamheidsgraad van tachtig procent, waar de regering naar streeft. Enkel over de flexibelere opzegtermijn is Agoria positief gestemd.

De federale regering raakte het maandagnacht eens over een arbeidsdeal met een pakket maatregelen om tegen 2030 een werkzaamheidsgraad van tachtig procent te halen. Agoria betwijfelt echter of dat met het pakket aan maatregelen ook zal lukken. Volgens de technologiefederatie is het akkoord vooral ‘getrappel ter plaatse’, wat overeenkomt met ‘tijdverlies voor een arbeidsmarkt die in brand staat’.

Gebrek aan moed

Agoria somt een aantal tekortkomingen op, zoals het niet verder stimuleren van werken ten koste van niet-werken. ‘Nochtans is een stevige financiële stimulans voor mensen om aan de slag te gaan of te blijven – zonder dat het de loonkost verzwaart – het voornaamste recept voor activering’, klink het bij Jeroen Franssen, expert arbeidsmarktbeleid bij Agoria. ‘Het gebrek aan moed om deze kaart op tafel te gooien, devalueert dit hele akkoord de facto tot het akkoord van de gemiste kansen.’

Daarnaast vindt de technologiefederatie de maatregelen omtrent flexibiliteit, zoals de vierdagenwerkweek en het recht op deconnectie, eerder ‘windowdressing’. Ook het akkoord inzake competentieontwikkeling valt volgens Agoria maar magertjes uit.

‘Een duidelijke onvoldoende’

Het enige positieve uit het akkoord is volgens de federatie de mogelijkheid voor de werknemer om tijdens de opzegtermijn op vrijwillige basis aan de slag te gaan bij de nieuwe werkgever of een opleiding te volgen.

‘Als we het menen met de ambitie om tegen 2030 meer dan vijfhonderdduizend Belgen extra aan het werk te krijgen en zo hun welzijn op te krikken, dan vrees en betreur ik dat we dit akkoord een duidelijke onvoldoende moeten geven’, besluit Franssen.

Partner Content