Amerikaans Congres laat providers surfgeschiedenis verkopen
In de VS heeft het Huis van Afgevaardigden een aantal privacyregels ingetrokken. Een gevolg ervan is dat internetproviders de browsegeschiedenis van hun klanten mogen doorverkopen aan adverteerders. Hetzelfde besluit werd eerder ook goedgekeurd in de Amerikaanse Senaat.
De geplande beschermingen die voorgesteld waren door de Federal Communications Communications Commission (FCC) moesten eind 2017 in werking treden. Dat zou internetproviders verplicht hebben toestemming te vragen aan consumenten alvorens hun internetgeschiedenis door te verkopen. De beschermingen die onder Obama goedgekeurd werden lijken nu voorgoed van de baan. De intrekking van de privacywetten moet enkel nog goedgekeurd worden door huidig Amerikaans president Donald Trump.
Trump heeft zich echter al uitgesproken als groot voorstander van de afschaffing van de regels dus ook van hem valt geen tegenstand te verwachten. Dit zou betekenen dat internetproviders gigantische hoeveelheden data zouden kunnen doorverkopen zoals je shoppingvoorkeuren, gezondheidsproblemen… Met andere woorden alles wat je via internet opzoekt.
Voorstanders beweren dat regelgeving internetproviders zou discrimineren aangezien ze geen toestemming zouden hebben browsegeschiedenis door te verkopen aan adverteerders terwijl websites zoals Google en Facebook dit wel hebben. Dit zou het onduidelijk maken voor consumenten wie hun internetdata nu te zien krijgt.
Tegenstanders beweren dat consumenten de controle moeten krijgen over hun eigen data. Persoonlijke gegevens vrijgeven aan adverteerders en je provider zou geen prijs moeten zijn die inwoners van de VS moeten betalen voor een toegangsticket tot het internet. Democratisch afgevaardigde Michael Capuano verwoordde het zo: ”Afgelopen week kocht ik ondergoed op internet. Waarom zouden anderen moeten weten welke maat ik heb? Of welke kleur? Ze gaan dat verkopen aan ondergoedbedrijven.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier