‘België moet Europese droneregels snel adopteren om mee te zijn’

© iStockphoto
Pieterjan Van Leemputten

De Belgische dronesector heeft een potentieel van 408,9 miljoen euro per jaar. Maar daar zijn we nog niet. Ons land heeft uitdagingen, maar ook kansen. Een van die kansen is sneller zijn met betere wetgeving.

De professionele dronesector heeft sinds 10 april 2016 een wettelijk kader waarmee piloten vluchten mogen uitvoeren. Daarmee kunnen ze bijvoorbeeld windmolens, gebouwen of gewassen inspecteren. Ons land was niet bij de snelsten, maar sindsdien heeft de sector wel een houvast om professionele activiteiten uit te bouwen.

Een studie van PwC en technologiefederatie Agoria plakt nu een cijfer op wat die sector kan waard zijn: 408,9 miljoen euro per jaar. Het merendeel daarvan in de infrastructuursector (176,3 miljoen euro). Maar ook in entertainment en media, landbouw, transport en andere sectoren verwachten ze dat dat drones een toekomst hebben.

Hoeveel kunnen drones betekenen per sector?

Infrastructuur: 176,3 miljoen euro

Entertainment & media: 45,7 miljoen euro

Transport & logistiek: 43,6 miljoen euro

Insurance: 40,6 miljoen euro

Security: 40,6 miljoen euro

Landbouw: 29,0 miljoen euro

Energie en nutsvoorzieningen: 23,3 miljoen euro

Telecom 19,6 miljoen euro

Totaal: 408,9 miljoen euro (per jaar)

PwC en Agoria slaan en zalven. Het huidige KB heeft veel beperkingen. Maar er is ook flexibiliteit. “De wet is zowel een enabler als een belemmering. Ze is nodig om de sector aan te sporen om met drones te beginnen, maar de wet is ook strikt. Uitzonderingen worden wel toegestaan als je een onderbouwde business case hebt.” legt Joline Culus, Senior Consultant bij PwC uit.

'België moet Europese droneregels snel adopteren om mee te zijn'
© IMAGE GLOBE

“Je moet in België al snel een uitzondering vragen en dat wordt behandelt binnen de 1-2 weken,” zegt Marc Lambotte, voorzitter van Agoria, aan Data News. “We hebben andere wetgeving nodig die het mogelijk maakt om bepaalde vluchten met zo’n verhoogd risico toch snel te kunnen uitvoeren.”

Met andere wetgeving doelt Lambotte op de Europese regelgeving die naar verwachting eind 2018 of begin 2019 komt. Die stelt regels op voor de hele EU en voorziet onder meer standaardscenario’s voor vluchten. “Eens je toelating krijgt voor een specifieke risicovlucht, dan heb je ook toelating om die opnieuw uit te voeren in dezelfde omstandigheden. We kijken daar dan ook reikhalzend naar uit.”

Zo’n scenario kan een vlucht zijn om een gebouw van pakweg 120 meter hoog te inspecteren, wat te hoog is onder de huidige regels. Maar eens aangevraagd en goedgekeurd, moet een piloot onder de toekomstige Europese regels dat niet opnieuw aanvragen als hij of zij dat een maand later nogmaals wil doen.

Snellere wetgeving, snellere groei?

Het punt van Agoria is dat België de Europese wetgeving snel moet omarmen. “Ik wil de minister (François Bellot, bevoegd voor Mobiliteit, nvdr) vragen om daar nu al mee te beginnen, zodat ze binnen de zes maanden na de Europese publicatie in België kan geïmplementeerd worden”, stelt Lambotte. Hij wijst er op dat de grote lijnen ook al bekend zijn.

Ik wil de minister vragen om daar nu al mee te beginnen, zodat ze binnen de zes maanden na de Europese publicatie in België kan geïmplementeerd worden.

Dat moet ons land een koploper maken in de dronesector. “Het first mover advantage is belangrijk,” zegt Floris Ampe, partner Digital Services & Innovation Leader bij PwC Belgium. De sector heeft vandaag nog marge om te groeien, er is al een ecosysteem en dus een vertrekpunt.” Als bedrijven in ons land de nieuwe, soepelere, regels sneller krijgen, is de kans groter dat ze hier meer jobs opleveren en hun expertise ook vlotter in het buitenland kan worden uitgedragen.

Het gaat daarbij voor alle duidelijkheid niet enkel om het bouwen van drones of het uitvoeren van vluchten. Agoria en PwC zien ook mogelijkheden voor hard- en softwareontwikkelaars die het mogelijk maken om luchtbeelden te analyseren, of kits met nieuwe functionaliteiten ontwikkelen die je aan een drone kan koppelen. “België staat daar aan de top in het maken van zo’n toepassingen,” benadrukt Yves Schellekens, business Group Leader Industries bij Agoria.

Als je kijkt naar de huidige markt en welke landen daar voorop lopen, dan zijn dat doorgaans wel landen die als eerste een wettelijk kader hebben gemaakt.

Het onderzoek laat wel enkele details blanco. Zo weten we niet in welke mate het economisch voordeel afneemt mocht ons land de nieuwe wetgeving niet snel adopteren. “Dat hebben we niet onderzocht, maar als je kijkt naar de huidige markt en welke landen daar voorop lopen, dan zijn dat doorgaans wel landen die als eerste een wettelijk kader hebben gemaakt,” aldus Ampe. “We hebben de boot niet gemist, maar laat genomen. Daarom moeten we nu een sprong vooruit maken,” vult Lambotte aan.

Ook werd er niet becijferd hoe groot de Belgische dronesector vandaag is. Maar Agoria schat die op enkele miljoenen euro’s. Wereldwijd was dat in 2016 trouwens 127 miljard dollar, volgens een eerdere internationale studie van PwC.

Uitdagingen

Het onderzoek pleit er voor om de Europese wetgeving snel te adopteren om een economisch voordeel te krijgen. Maar er zijn voor alle duidelijkheid nog obstakels voor de sector, al zijn die niet allemaal gebonden aan ons land.

Zo verwijst de paper naar de nood aan betere batterijen voor langeafstandsvluchten. Er is ook nog maar weinig kant-en-klare software die breed inzetbaar is voor dronetoepassingen. Ook kan vliegen in België soms een uitdaging zijn omdat het weer niet altijd meezit en we in een dichtbevolkt gebied wonen waar het lastig vliegen is zonder in de buurt van gebouwen te komen.

Er is nood aan een mentaliteitswijziging, sommige landbouwers zijn nu nog maar bezig met GPS op hun tractoren.

De DT18 van Delair-Tech.
De DT18 van Delair-Tech.© .

Daar tegenover staat dat drones op plaatsen kunnen komen waar het voor uw doorsnee hoogtewerker lastig of soms zeer gevaarlijk is. Ook kan een drone met de juiste apparatuur veel accurater en sneller werken, bijvoorbeeld om metingen (digitaal) uit te voeren. Agoria denkt daarbij ook aan de toekomstmogelijkheden: autonome drones of meerdere toestellen die vanop afstand door één operator worden aangestuurd. “Vandaag zijn het drones, morgen kunnen het dronebots zijn, zet daar een ‘arm’ op en je kan plots veel meer dan vliegen,” aldus Lambotte.

Tot slot is ook niet elke ondernemer vandaag klaar voor drones. “Er is nood aan een mentaliteitswijziging,” vertelt Culus (PwC). “Sommige landbouwers zijn nu nog maar bezig met GPS op hun tractoren. Daar denken ze nog niet aan drones en staan ze soms weigerachtig om nieuwe technologie te ontdekken.”

Schellekens (Agoria): “Bij sommige bedrijven komen drones ter sprake op de raad van bestuur. Maar als het te laag in de organisatie zit, komt er nooit uit wat mogelijk is.” “Op dat vlak is er zeker nood aan het aanwakkeren van de fantasie bij een aantal bedrijfsleiders. Drones kunnen meer doen dan filmpjes en foto’s,” besluit Culus.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content