De Chinese autoriteiten hebben dinsdag een reeks voorstellen bekendgemaakt waarmee grote techbedrijven verder moeten worden gereguleerd. Zo mogen de bedrijven straks geen nepbeoordelingen meer gebruiken om producten aan te prijzen.
Ook komt er bescherming op het gebied van intellectueel eigendom en merkreputatie. Verder wordt het techbedrijven als Tencent en Alibaba verboden om het technisch onmogelijk te maken voor hun klanten om gebruik te maken van elkaars diensten.
Vorige week werd nog bekend dat de Chinese overheid van plan was de komende jaren met regulerende wetgeving te komen op allerlei terreinen. Grote Chinese technologiebedrijven staan al tijden onder druk omdat ze met strengere regels worden aangepakt door de Chinese toezichthouders. Zo kwam Peking met maatregelen tegen Alibaba en Tencent om hun machtige marktposities aan te pakken. Webwinkel Alibaba kreeg een boete opgelegd van omgerekend zo’n 2,4 miljard euro.
Ook andere Chinese techbedrijven worden door de Chinese overheid intussen hard aangepakt, waaronder taxi-app Didi. Kort nadat het bedrijf een Amerikaanse beursnotering kreeg, werd bekend dat er een cyberveiligheidsonderzoek komt naar de app.
Afgelopen maand stelde de waakhond al regels op voor Chinese maaltijdbezorgers zodat de omstandigheden van werknemers verbeteren. Zo moesten bezorgroutes aangepast worden. Ook moesten er redelijke bezorgtijden komen.
Bedrijven die actief zijn op het gebied van naschoolse bijlessen kregen ook klappen. Zij mogen van de Chinese autoriteiten geen winst meer maken. Die markt heeft een geschatte waarde van omgerekend 85 miljard euro.
