Claroline in het nieuw

Er zit een belangrijke nieuwe versie van de digitale leeromgeving Claroline aan te komen in september 2011. Die zal zich openstellen voor de web 2.0-wereld.

Er zit een belangrijke nieuwe versie van de digitale leeromgeving Claroline aan te komen in september 2011. Die zal zich openstellen voor de web 2.0-wereld.

Het open source digitale leerplatform Claroline wordt vandaag al gebruikt in zowat 900 instellingen in 80 landen. De e-learningtool is beschikbaar in 35 talen en biedt gratis toegang tot 2000 online lessen.

In 2007 heeft het consortium een harde kern samengesteld voor de ondersteuning van de evolutie van Claroline. Die telt 12 leden, voornamelijk uit de academische wereld (UCL, Haute Ecole Léonard de Vinci, Université du Québec, Universidade de Vigo, Universidad Catolica del Norte, Université de Montpellier 2, Université de Bordeaux 1, …), maar wil zich wel openen naar de buitenwereld, getuigde de aansluiting van het AWT.

Vorige week vergaderde het consortium in Luik om de toekomst uit te tekenen van Claroline. Algemeen secretaris Philippe Mercenier : “Naast de huidige versie, waarvan versie 1.10 in de pipeline zit, werken wij aan een belangrijke release die voor september 2010 gepland is . Het grote gebrek van Claroline is dat het is uitgedacht in een heel academische omgeving, wat voor problemen qua woordgebruik zorgt bij sommige gebruikers in andere sectoren. Gebruikers heten ‘studenten’, de klassering gebeurt per categorietype van ‘lessen’, enzovoort. En ook de context is geëvolueerd: we moeten rekening houden met web 2.0.”

“Daarom werken we aan een platform dat niet meer draait rond opleidingen maar rond de gebruiker. De nadruk ligt op ‘het virtuele kantoor’. We spreken dus niet meer over ‘lesruimten’ maar over activiteitendomeinen, in functie waarvan de gebruiker een ‘single point of entry’ kan genereren tussen de verschillende contentelementen die hem interesseren. Dat op basis van een modulaire architectuur, een ‘framework’ dat volop in dialoog kan staan met de 2.0-tools en websites.”