Nils De Smet

‘Een oproep aan alle ouders: stop met games te demoniseren’

Nils De Smet Blogger bij Geekster

Nils De Smet, blogger bij Geekster, pleit voor meer dialoog over games, zonder ze meteen in de ban te slaan. ‘Dat onze kinderen een deel van hun eigenwaarde halen uit een digitale omgeving, is nog steeds taboe.’

Mijn dagelijkse file naar Rotterdam is altijd een moment van bezinning voor me. Op sommige dagen luister ik muziek waar mijn hart op meezweeft. Andere dagen zit ik al headbangend achter het stuur en kom ik met een rauwgeschreeuwde stem op kantoor aan. Maar soms, soms werkt het universum op een mysterieuze manier. Want vandaag was het niet loeiharde metal of hartenbrekermuziek, maar de zwoele stemgeluiden van Hautekiet die mijn file kleurden. Noem het noodlot, want net vandaag was de Minuut van Hautekiet gevuld met een statement waar mijn haren recht van gingen staan.

Eén op de 10 kinderen zou verslaafd zijn aan gamen. Hautekiet gaf de Minuut aan een anonieme ouder waarvan de twee kinderen verslaafd zijn aan hun Playstation en smartphone.

Ik heb twee tieners in huis. Zonder smartphone kunnen ze niet, nee. De oudste is intussen erg verslaafd aan gamen op de Playstation. Als dat niet gaat, gamet hij op de smartphone. Mijn oudste is niet de enige verslaafde. Een op tien jongeren, ja één op tien zou verslaafd zijn.

Ik stel me intussen een heleboel vragen:

– Waarom is er geen controle op de verkoop van games volgens leeftijd?

– Moet er geen plek zijn waar verslaafde jongeren heen kunnen om te ontwennen?

– Moeten onze doorgaans verwende westerse kinderen ook niet op hun plichten worden gewezen in plaats van enkel op hun rechten?

– En vooral: kunnen providers geen abonnement aanbieden niet met steeds meer maar minder internet?

In alle geval zou het beperken in de tijd helpen: enkele uren per dag, niet ‘s nachts of buiten de schooluren. Dus niet steeds bepaald door volume maar zeker ook door tijd.

Minder roomijs en minder popcorn, a.u.b.!

Bron: “Mijn oudste kind is erg verslaafd aan gamen” Hautekiet, 10-05-2017

Verstomming. Een vrouw, een moeder, helemaal ten einde raad, vraagt zich luidop af waarom haar tieners zo verknocht zijn aan hun games. Ze maakt zich zorgen om haar tieners. Logisch zelfs, elke moeder kent dat gevoel. Het is een warm gevoel, gestuurd door liefde.

Maar mijn hart bloedt. Mijn hart als gameredacteur. Mijn hart als gamer. Want wat deze vrouw zorgen baart, waar zij waarschijnlijk van wakker ligt, kan ik zo simpel weerleggen. Meer nog, ik kan haar echt helpen. Oprecht, in een oogwenk.

Beste anonieme gamermoeder, vergeef me even volgend recht van antwoord op jouw vragen:

  • Je kan als ouder perfect controleren welke games je kinderen kunnen spelen op hun Playstation. Je kan erg makkelijk parental controls aanzetten die rekening houden met de leeftijdsklasse van de game in kwestie. Als de retailers zich niet verantwoordelijk opstellen, is het als ouder je keuze, of zelfs verantwoordelijkheid, om dit op jou te nemen. Beperk ook de aankooprechten van je kind om de games digitaal te kopen. Neem als ouder controle en ga de dialoog aan met je kind waarom je dit doet. Waarom wil hij dit spelen, waarom vindt hij dit leuk? Ben je hiermee akkoord? Begrijp de games, hun lokroep en de systemen waar je kind zich op begeeft, in hemelsnaam.
  • Er zijn plekken en alternatieven waar kinderen digitaal kunnen detoxen, niet noodzakelijk klinisch. Maar je kan deze omgeving ook thuis zelf creëren. Betrek je kinderen hierin en leg uit waarom je dit doet. Begrijp ook waar zij de drive vandaan halen om dit te blijven doen. Is het wel echt een verslaving, of een verlengde van hun sociaal leven, bijvoorbeeld?
  • Ik denk dat je als ouder een grote rol hebt om je kind te onderrichten in hun rechten en plichten. Dat is een rol die de samenleving nooit alleen kan dragen of zou moeten verwachten. Als ouder kan je hier je stempel op drukken. Laat het niet aan een ander.
  • Providers hebben al zo’n systeem. Dat heet een prepaidkaart. Het zijn trouwens niet de providers die een avondklok op data kunnen zetten, maar wel de ouders, op elk toestel in kwestie.

De wereld is een chaos aan informatie en stimuli. Om dat te counteren en menselijk te houden, gebruiken mensen veralgemeningen, ezelsbruggetjes en stereotypes. Dat is doodnormaal. Ons oerbrein heeft dit nodig om aandacht te geven aan de zaken die echt belangrijk zijn. Beschouw het als pianospelen. Als je op alle toetsen tegelijk ramt, komt er geen muziek uit. Dus gebruiken we akkoorden in verschillende combinaties en ritmes, om zo prachtige muziek te maken. Net als onze gedachten steeds een combinatie zijn van bepaalde indrukken en denkreflexen.

Waarom is dit belangrijk? Omdat ik hier met lede oren luister naar een vrouw die een beeld heeft over games. Een beeld dat haar door de jaren heen is ingefluisterd, gedrild zelfs. Dat is niet haar fout, het is hoe onze samenleving in mekaar zit. Helaas. Games als een demon, een drug. Een boeman die de tijd, aandacht en energie van onze jonge nazaten leegzuigt. Games als een verslaving.

Ouders van gamers, stop met demoniseren en begin met informeren.

Elke maand is er een politicus of publicatie die weer eens uithaalt met oneliners als ‘Red onze kinderen van gameverslaving’, ‘1 op 10 kinderen is gameverslaafd’. En ook elke keer opnieuw ben ik teleurgesteld door het gebrek aan context. Geen woord over welke games het gaat, geen woord over hoe ouders dit makkelijk kunnen counteren, geen woord over het steeds groter wordende sociaal aspect van gaming. Neen, dat onze kinderen een deel van hun eigenwaarde halen uit een digitale omgeving, is nog steeds taboe.

Dergelijke koppen bereiken slechts één ding: het in stand houden van het stereotiepe beeld dat mensen hebben over games. Het helpt de ouders niet verder. Het helpt de kinderen niet verder.

Vooreerst, voor sommige kinderen is een gameverslaving een reëel probleem. Dat ga ik niet ontkennen. Dat is ook niet waar ik hier wil tegen ingaan. Maar de term ‘gameverslaving’ wordt steeds meer een holle term. Waar vroeger een heel legertje psychiaters nodig was om iets als verslaving te benoemen, is het nu schering en inslag wanneer het over games gaat.

Laat ik het dan ook heel vreemd vinden dat we als samenleving blijkbaar games als tijdverdrijf veroordelen, maar wel allemaal collectief uren aan ons scherm gekluisterd zitten om het Eurovisiesongfestival te livetweeten. Is dat een verslaving? Of zijn we sociaal? Of beide? Dat ouders kinderen voor de buis zetten, om ze tot vervelens toe naar reruns van Cars te laten kijken. Is dat een verslaving? Opvoeding? Jullie zeggen het me.

Neen, dat onze kinderen een deel van hun eigenwaarde halen uit een digitale omgeving, is nog steeds taboe.

Wat we nodig hebben, is meer dialoog over games. Wegwijzers in een grote succesvolle industrie, groter nog dan de filmindustrie, die ouders meer begrip brengt over de leefwereld van hun kinderen. Leef mee, begrijp. Zet eens voor een keer geen stekels op, duw eens niet op de grote rode paniekknop. Maar kijk met een vergrootglas naar de situatie. Hoe zijn we hier verzeild geraakt? Wat kan ik als ouder doen? Zoals met alle gedachtegangen is context steeds een belangrijk gegeven.

Stop met demoniseren en begin met informeren. Mijn gamerhart smeekt het jullie.

Dit stuk verscheen oorspronkelijk op popcultuur- en technologieblog Geekster.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content