Europese Unie raadt corona tracking-apps op basis van geolokalisatie af

Er is geen geolokalisatie nodig om apps te ontwikkelen die mensen waarschuwen wanneer ze in contact zijn geweest met iemand die besmet is met het coronavirus. Dat blijkt uit de Europese toolbox die de lidstaten hebben opgesteld.

‘Contact tracing and warning apps’ zijn één van de begeleidende maatregelen die de Europese overheden bestuderen om een versoepeling van de lockdownregimes mogelijk te maken. De apps waarschuwen gebruikers wanneer ze in de nabijheid van een besmet persoon zijn geweest. Zo kan de gebruiker zich laten testen of in zelfisolatie gaan en wordt de besmettingsketen verstoord. Met steun van de Europese Commissie hebben nationale experts nu een eerste toolbox voor ontwikkelaars van deze apps opgemaakt.

De gemeenschappelijke voorschriften, die donderdag zijn gepubliceerd, moeten verzekeren dat de apps doeltreffend zullen zijn over de grenzen heen, en in overeenstemming met de Europese privacyregels. Locatiegegevens zijn alvast “niet noodzakelijk en niet aanbevolen”, zo staat in de tekst. “In de context van contact tracing apps zou het vergaren van de verplaatsingen van een individu het principe van gegevensminimalisering schenden en grote veiligheids- en privacyproblemen creëren.”

Volgens de Commissie zullen de apps allicht gebaseerd zijn op bluetooth-nabijheidstechnologie, wat smartphones in staat stelt om toestellen in hun omgeving te identificeren, eerder dan verplaatsingen en locaties van mensen te volgen. Daarnaast hamert de toolbox erop dat de apps op vrijwillige basis geïnstalleerd moeten worden, en dat ze onmiddellijk ontmanteld moeten worden wanneer ze niet meer nodig zijn om de verspreiding van het virus in te dijken. De tracing apps moeten ook werken met geanonimiseerde data. Ze moeten gebruikers waarschuwen wanneer ze een tijdje in de buurt van een besmet persoon zijn geweest, maar zonder de identiteit van die persoon te onthullen.

Partner Content