Internetproviders willen realistische wetgeving rond dataretentie

Pieterjan Van Leemputten

In een reactie op de vernietiging van de dataretentiewet zegt ISPA, de vereniging van internetproviders, dat het constructief wil samenwerken aan een nieuw wettelijk kader. Maar wel een die de sector minder op kosten jaagt.

Gisteren raakte bekend dat het grondwettelijk hof de dataretentiewet van 30 juli 2013 vernietigt omdat deze in strijd is met het principe van gelijkheid, non-discriminatie en het recht op respect van het privéleven. ISPA, dat nooit een fan was van de Belgische versie van die reglementering, zegt dat het wil meewerken aan een nieuw kader dat minder indruist in de privacy.

Zo moet het duidelijker zijn welke gegevens internetproviders moeten bijhouden en mag het enkel gaan om data die sowieso wordt gegenereerd of verwerkt. Ook pleit de sector voor een retentieperiode van maximum twaalf maanden.

Praktisch wil ISPA duidelijkere procedures tussen isp’s en justitie. Dat betekent een single point of contact en één uniek formaat voor aanvragen van justitie. Ook pleit het voor aangepaste of proportionele oplossingen voor kleine operatoren. Voor hen ligt de kost om gegevens aan justitie af te leveren immers proportioneel hoger in verhouding tot hun omzet of klantenbestand. In de marge daarvan willen de operatoren ook een redelijke kostenvergoeding voor hun diensten aan justitie.

De eisen van ISPA zijn niet nieuw. Zo klaagt de sector al langer over de kosten en inspanningen voor het bijhouden van data. Of de overheid op hun eisen wil ingaan zal nog moeten blijken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content