Krijgt Brussel een eigen internetextensie?

Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

In januari besliste de Brusselse hoofdstedelijke regering om voor een eigen internetextensie voor de Belgische hoofdstad te gaan. Hoewel het er even op leek dat het dossier geblokkeerd zat, lijkt een .brussels terug tot de mogelijkheden te behoren. Tenminste, als er een privé-partner gevonden wordt. En de tijd begint te dringen. Icann, de organisatie die wereldwijd het domeinnaamsysteem beheert, biedt nog tot 29 maart de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen voor een nieuwe internetextensie. Voor de eerste keer in meer dan tien jaar tijd wordt de gTLD-domeinnaamruimte nog eens helemaal opengegooid. Eén en ander moet volgens Icann de innovatie op het internet stimuleren, en daarnaast ook concurrentiebevorderend werken.

In januari besliste de Brusselse hoofdstedelijke regering om voor een eigen internetextensie voor de Belgische hoofdstad te gaan. Hoewel het er even op leek dat het dossier geblokkeerd zat, lijkt een .brussels terug tot de mogelijkheden te behoren. Tenminste, als er een privé-partner gevonden wordt. En de tijd begint te dringen. Icann, de organisatie die wereldwijd het domeinnaamsysteem beheert, biedt nog tot 29 maart de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen voor een nieuwe internetextensie. Voor de eerste keer in meer dan tien jaar tijd wordt de gTLD-domeinnaamruimte nog eens helemaal opengegooid. Eén en ander moet volgens Icann de innovatie op het internet stimuleren, en daarnaast ook concurrentiebevorderend werken.

Eind januari klonk het dat ook het hoofdstedelijk gewest voor een suffix zou gaan. Of beter: voor drie suffixen, namelijk .brussel, .bruxelles en .brussels. Die piste heeft men intussen verlaten, want drie extensies zouden het prijskaartje wel erg hoog laten oplopen. Vorige week werd duidelijk dat er voor het Engels gekozen zou worden, dit om taalproblemen te vermijden. Zowel overheden, bedrijven als burgers zouden in aanmerking komen voor een .brussels-domeinnaam.

Om de kosten te beperken, is het gewest op zoek naar een privé-partner, en daar wringt het schoentje. “We zijn momenteel nog aan het evalueren of we in zee willen gaan met Brussel”, geeft Jan Jansen van gTLD-specialist Sensirius een woordje uitleg.

“De hoofdstedelijke regering, die zelf geen geld heeft om dit project tot een goed einde te brengen, ging en gaat er wat te gemakkelijk van uit dat privépartners zomaar automatisch alle investeringen kunnen recupereren”, klinkt het, “maar dat klopt natuurlijk niet. Bovendien wilde de hoofdstad met tijdelijke letters of recommandation werken, en speelde ze met het idee om een Europese aanbesteding uit te schrijven.”

“Toegegeven, er is interesse vanuit het buitenland”, gaat Jansen verder. “Maar stel je nu eens voor dat de overheid 12 letters of recommandation zou uitschrijven, voor 12 verschillende partners, en dat wij, zonder enige garantie, 200.000 euro zouden préfinancieren? Dat kan toch niet? Commerciële bedrijven gaan toch geen geld stoppen in een dossier als ze niet héél zeker weten dat ze weerhouden worden op het einde van de rit?”

Jansen hoopt alvast op meer engagement van de stad. “Brussel moet open kaart spelen”, klinkt het nog. “Wie gaat de recommandation krijgen? En gaat de plaatselijke overheid nog investeren in marketing eens het dossier is toegekend en ingediend? Of wil Brussel zich enkel laten horen als er regeltjes moeten worden opgesteld, en trekt de stad voor de rest haar handen af van het dossier? De hoofdstedelijke regering moet zich minstens engageren om van .brussels een succes te willen maken, anders hoeft het niet voor ons.”

.vlaanderen
Als er een .brussels zou komen, zou onze hoofdstad in een lijstje komen te staan met onder meer Londen, New York, Parijs, Rome en Berlijn, al zijn de plannen voor die steden al heel wat concreter. Dichter bij huis hebben ook Gent en Antwerpen al laten weten dat er een ‘dot gent’ en een ‘dot antwerpen’ moet komen. Ook hier moet een privébedrijf zich bezig houden met de afhandeling van het dossier (en met het beheer van de gTLD).

In het geval van Gent zijn het hoster Combell en Sensirius die de honneurs waarnemen, maar de openbare aanbesteding die de stad Antwerpen had uitgeschreven, is momenteel nog niet toegekend.

Intussen is het ook genoegzaam bekend dat de Vlaamse overheid het licht op groen gezet heeft voor een Vlaamse internetextensie. Het is DNS.be, de beheerder van het Belgische top level domein .be, dat een aanvraag heeft ingediend bij Icann voor dat dossier. Overigens zou DNS.be de enige kandidaat geweest zijn voor de Vlaamse internetextensie. Dit omdat de call for tender te restrictief was voor de meeste commerciële bedrijven, zij vreesden er hun broek aan te scheuren.

Prijs

Een aanvraag indienen voor een nieuwe internetextensie kost 130.000 euro. Als de aanvraag goedgekeurd wordt, dan komt daar nog eens 18.000 euro ‘abonnementsgeld’ bij per jaar. En dan vergeten we nog de maandelijkse kosten voor het runnen van een TLD (onder meer de infrastructuurkosten). Die klokken af tussen de 8.000 en de 24.000 euro. Niet iedereen kan dergelijke bedragen ophoesten.

Analisten en domeinnaamspecialisten gaan er dan ook van uit dat het aantal aanvragen in de eerste ronde (die dus loopt tot 29 maart) al bij al beperkt zal blijven. De optimistische schatters, die spraken over 4.000 dossiers, zullen allicht iets te ambitieus blijken. Onlangs nog liet Icann weten dat er tot nog toe ruim 200 dossiers zijn ingediend.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content