De weg naar een wagen die zonder chauffeur kan rijden gaat gepaard met getouwtrek. In Californië debatteren autofabrikanten, burgers en overheid over de exacte regels om zelfrijdende wagens toe te laten.
Californië is een van de voortrekkers op wetgevend vlak om zelfrijdende wagens te testen, zo liggen er concrete reguleringen op tafel. Maar daarmee is de kous nog niet af. Zo dringen verschillende producenten er op aan om de wetgeving nog soepeler te maken. De sector wil niet dat er voor zelfrijdende wagens een aparte vergunning moet komen en dat ook zelfrijdende voertuigen van meer dan 10.000 pond (4,5 ton) kunnen worden getest.
De sector wil op termijn ook kunnen testen zonder dat er een menselijke bestuurder aanwezig is en wil ook experimenteren met voertuigen die geen handmatige controle, zoals een stuur en pedalen, hebben.
Aan de andere zijde staan burger- en consumentenverenigingen die net meer controle willen op de voertuigen. Zij pleiten er dan weer voor om lokale gemeenschappen te laten beslissen wanneer er tests met zelfrijdende wagens in hun buurt plaatsvinden. Ook zouden wagens een jaar aan testdata klaar moeten hebben voor een wagen de echte baan op kan.
Automakers willen logischerwijze een zo min gereguleerde omgeving mogelijk om de wagens, die rond 2020 op de markt komen, ongestoord te kunnen testen. Daar tegenover staan stemmen als Tom Maguire van het San Francisco Municipal Transportation Agency die stelt dat we niet mogen vertrouwen op zelfregulering vanuit de auto- en technologiesector.
Anderzijds zijn er ook terechte bedenkingen uit de sector, zo stellen de huidige voorstellen dat zelfrijdende wagens altijd verantwoordelijk zouden zijn bij een crash, ongeacht door wie en hoe ze is veroorzaakt. Zulke clausules zijn onder meer volgens General Motors ‘onnodig afstraffend’ en kunnen het testen en uitrollen van zelfrijdende wagens bemoeilijken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier