Orange moet minder betalen voor kabelnetwerk Telenet
De Belgische regulatoren hebben de groothandelstarieven opgesteld die alternatieve operatoren moeten betalen als ze het kabelnetwerk van Telenet, Voo of Brutélé willen gebruiken. Hoewel ze dalen, reageert Orange toch teleurgesteld.
De kabelnetwerken van Telenet, Voo en Brutélé zijn al een tijdje open voor telecomspelers zonder eigen kabelnetwerk. Maar de CRC, de Conferentie van regulatoren voor de elektronische communicatiesector, bepaalt nu nieuwe groothandelstarieven. Die beïnvloeden voor een groot deel wat spelers als Orange, dat tv en vast internet aanbiedt via het kabelnetwerk van Telenet, aanbieden en aan welke prijs.
Goedkoper, maar minder dan eerst gedacht
In het algemeen moeten alternatieve operatoren minder betalen dan vroeger. Dat wil zeggen dat een speler als Orange een lagere groothandelsprijs moet betalen voor de internet- en tv-toegang die het doorverkoopt aan haar klanten. Maar een belangrijk detail daarbij is dat de tarieven bij een eerste versie van het ontwerpbesluit nog lager lagen, maar na feedback van alle betrokkenen opnieuw deels zijn gestegen.
Dat maakt dat Orange niet bepaald enthousiast is. De operator betreurt dat de opmerkingen die de Europese Commissie over de materie had, niet hebben geleid tot meer aanpassingen in de tarieven. Vooral voor de zeer hoge internetsnelheden liggen de groothandelstarieven volgens de operator te hoog. Dat de groothandelsprijzen elk jaar stijgen, om stijgende kosten te dekken, zal volgens Orange leiden tot hogere prijzen bij de eindklant.
Telenet zegt dat het de finale versie nog verder moet bestuderen, maar is tevreden met de laatste aanpassingen. Tegelijk benadrukt het als eigenaar van een kabelnetwerk dat het belangrijk blijft dat het kan blijven investeringen. Of anders gezegd: als Telenet haar kabelnetwerk moet verhuren aan een concurrent, dan moet de vergoeding hoog genoeg liggen, of de motivatie om te blijven investeren neemt af.
Diverser aanbod
Ten opzichte van een eerdere versie van het besluit zijn er twee grote wijzigingen. Zo zijn de tarieven een stuk diverser. De groothandelstarieven variëren naargelang de snelheid die een eindklant afneemt, en of daar ook tv bij hoort. Dat wil zeggen dat een alternatieve aanbieder makkelijker zowel iets tragere internetabonementen, tegen een lage prijs, als zeer snelle abonnementen, tegen een hogere prijs, kan aanbieden. Daarbij is de vergoeding die Telenet, Voo of Brutélé ontvangt ook 2,5 tot 5 procent hoger voor snelheden boven de 200 Mbps (of boven de 400 Mbps vanaf 2022).
Tegelijk worden delen van het netwerk die afgeschreven zijn, maar nog wel in gebruik zijn, wel opgenomen in de bepaling van de waarde van het netwerk. Dat maakt dat het netwerk iets waardevoller is (en dus duurder om te mogen gebruiken).
Opmerkelijk: de tarieven gelden tot 2023 maar Orange vraagt om al tegen eind 2021 te herzien als de retailprijzen te veel zouden stijgen. Telenet zegt langs zijn kant dat het de afgelopen jaren stevig investeerde in het openstellen van de kabel, en daarbij haar processen bij elke wijziging moest hertekenen. Bijgevolg vraagt het om nu zo veel mogelijk stabiliteit te hebben in die moeilijke verhouding waarbij telecombedrijven elkaars groothandelsklant/leverancier, maar ook concurrent zijn.
De tarieven gaan in op 1 juli en liggen vast tot 2023. Mogelijk komen sommige telecomoperatoren binnenkort dus met nieuwe abonnementen gebaseerd op de nieuwe groothandelstarieven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier