Spectrumschaarste fout van protocols en bedrijfspraktijken

Guy Kindermans Guy Kindermans is freelance journalist bij Data News.

De verwachte schaarste aan draadloze spectrumcapaciteit is een ‘mythe’, want veroorzaakt door achterhaalde protocols en een stroeve telco-industrie.

De verwachte schaarste aan draadloze spectrumcapaciteit is een ‘mythe’, want veroorzaakt door achterhaalde protocols en een stroeve telco-industrie.

De explosie ven mobiele toestellen in netwerken – en dat zijn niet alleen gsm’s, smartphones en tablets – roept al een poos het doembeeld van een verzadigd radiospectrum op. Een artikel van een aantal ingenieurs uit de groep rond Nick McKeown aan de Stanford Universiteit wijst dit doembeeld van de hand en wijst connectiviteitsprotocollen en bedrijfspraktijken aan als schuldigen voor de vermeende schaarste.

Ze verwijzen naar een studie in opdracht van de Amerikaanse National Science Foundation waaruit bleek dat voor een gegeven plek op een gegeven ogenblik slechts een 5% van het gehele radiobereik tussen 30MHz en 3000MHz in gebruik was. Daarentegen bleek dat specifieke golflengtegebieden in dat spectrum dan weer makkelijk overbevraagd werden.

Onderzoek naar ‘cognitieve radio’s’ – radiosystemen die desgewenst gebruik maken van onbenutte capaciteit in vergunde golflengtegebieden – biedt een voorbeeld van een flexibel gebruik van de beschikbare capaciteit in verschillende gebieden om de druk te verlichten.

In de toekomst zou het mogelijk moeten zijn een transparante overdracht van een verbinding doorheen verschillende golflengtegebieden te realizeren, waarbij rekening wordt gehouden met zowel de beschikbaarheid van capaciteit als de inherente eigenschappen van de betrokken draadloze netwerken.

Een dergelijke mobiliteit van een connectie doorheen verschillende golflengtegebieden wordt volgens de auteurs evenwel verhinderd door verouderde ‘overdrachtsystemen’ (handovers), die gewoonlijk slechts binnen een specifieke radiotechnologie bruikbaar zijn. Beter zou het zijn om ‘radio-agnostische’ handovers te ontwikkelen, gesteund op het re-routen van ‘flows’.

Volgens de auteurs vormt het beheer van IP-netwerken op basis van paketten hierbij een belemmering, een probleem waaraan het ‘OpenFlow’-project onder leiding van McKeown werkt. Dat project demonstreerde eind vorig jaar een ‘n-cast’ van een H264 geëncodeerde UDP videostroom over verschillende draadloze technologieën naar een eindgebruikerstoestel met een WiMax en twee Wi-Fi interfaces.

Uitdagingen voor de toekomst zijn nog legio. Zo ontbreekt het aan netwerkstacks in de eindgebruikerstoestellen, die een gelijktijdig gebruik van meerdere interfaces mogelijk maken. Ook moeten de netwerksystemen zelf nog beter de specifieke noden van toepassingen ondersteunen (en niet enkel voor een connectie zorgen).

Voorts moet ook het beheer van IP-adressen over verschillende netwerken heen worden vereenvoudigd. De stroefheid van de veschillende telecomproviders rond een wederzijdse benutting van de beschikbare capaciteit, inclusief het toekennen van IP-adressen, is nog een bijkomende belemmerende factor.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content